Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog groeit de twaalfjarige Elias op in een haast sprookjesachtig kasteel in de stille Kempen.
Schijnbaar afgeschermd van de moderne, rumoerige wereld laat hij zijn fantasie de vrije loop en verlustigt hij zich samen met zijn neef Aloysius in de ongerepte natuur die hen omringt. Na zijn gevecht met de nachtegalen, zijn onzalige droomverbeeldingen, gaat de introverte Elias alsnog de confrontatie aan met de oprukkende moderniteit.
Als jonge architect bouwt hij een tuinwijk voor arbeiders op de linkeroever van de Schelde, in de havenstad Antwerpen.
'Elias of het gevecht met de nachtegalen' (1936) is een unieke, poëtische roman die lezers en schrijvers blijft fascineren.


