I
Ie HOOFDSTUK
ELIAS, of het gevecht met de Nachtegalen
Eerste Hoofdstuk ‐ Eerste Cahier I I I I I I I I I
Eerste Hoofdstuk ‐ Eerste Cahier I I I I I I I I I
Wanneer Aloysius ons hart verontrust, hangen we in de werkelijkheid onderstboven als betooverde apen.
Wanneer Aloysius ons beiderhart verontrust, hangen we in de werkelijkheid onderst boven, als betooverde apen.
Wanneer Aloysius ons hart verontrust, hangen we in de werkelijkheid onderstboven als betooverde apen.
Wanneer Aloysius ons hart verontrust, hangen we in de werkelijkheid onderstboven als betooverde apen.
Wanneer Aloysius ons hart verontrust, hangen we in de werkelijkheid onderstboven als betooverde apen.
Als Aloysius ons hart verontrust, hangen we in de werkelijkheid onderstboven als betoverde apen.
Wanneer Aloysius ons hart verontrust, hangen we in de werkelijkheid onderstboven als betoverde apen.
Als Aloysius ons hart verontrust, hangen we in de werkelijkheid onderstboven als betoverde apen.
Als Aloysius ons hart verontrust, 
ALS ALOYSIUS ONS HART VERONTRUST, HANgen
hangen we in de werkelijkheid onderstboven als betoverde apen.
Als Aloysius ons hart verontrust, hangen we in de werkelijkheid onderstboven als betoverde apen.
Als Aloysius ons hart verontrust, hangen we in de werkelijkheid onderstboven als betoverde apen.
Als Aloysius ons hart verontrust, hangen we in de werkelijkheid onderstboven als betoverde apen. Hij is zestien en ruim vier jaar ouder dan ik.
's Avonds in bed
plooien
wij papieren bootjes die we de volgende dag op de beek het landgoed laten buiten drijven.
's Avonds, in bed,
plooien
wij papieren bootjes die we 's anderdaags op de beek het landgoed laten buiten drijven.
's Avonds in bed
plooien
wij papieren bootjes die we de volgende dag op de beek het landgoed laten buiten drijven.
's Avonds in bed
plooien
wij papieren bootjes, die we de volgende dag op de beek het landgoed laten buiten drijven.
's Avonds in bed
plooien
wij papieren bootjes, die we de volgende dag op de beek buiten het landgoed laten drijven.
's Avonds in bed
vouwen
wij papieren bootjes, die we de volgende dag op de beek buiten het landgoed laten drijven.
's Avonds in bed
vouwen
wij papieren bootjes, die we de volgende dag op de beek buiten het landgoed laten drijven.
's Avonds in bed
vouwen
we papieren bootjes, die we de volgende dag op de beek buiten het landgoed laten drijven.
's Avonds in bed
vouwen
we papieren bootjes, die we de volgende dag op de beek buiten het landgoed laten drijven.
's Avonds in bed
vouwen
we papieren bootjes, die we de volgende dag op de beek buiten het landgoed laten drijven.
's Avonds in bed
vouwen
we papieren bootjes, die we de volgende dag op de beek buiten het landgoed laten drijven.
's Avonds in bed
vouwen
we papieren bootjes, die we de volgende dag op de beek buiten het landgoed laten drijven. Onder de dekens verborgen zit Aloysius, ik vermoed met een potlood, te prutsen.Onder de dekens weggeborgen zit Aloysius, ik vermoed met een potlood, te prutsen.Onder de dekens verborgen zit Aloysius, ik vermoed met een potlood, te prutsen.Onder de dekens verborgen zit Aloysius, ik vermoed met een potlood, te prutsen.Onder de dekens verborgen zit Aloysius, ik vermoed met een potlood, te prutsen.Onder de dekens verborgen zit Aloysius, ik vermoed met een potlood, te prutsen.Onder de dekens verborgen zit Aloysius, ik vermoed met een potlood, te prutsen.Onder de dekens verborgen zit Aloysius, ik vermoed met een potlood, te prutsen.Onder de dekens verborgen zit Aloysius, ik vermoed met een potlood, te prutsen.Onder de dekens verborgen zit Aloysius, ik vermoed met een potlood, te prutsen.Onder de dekens verborgen zit Aloysius, ik vermoed met een potlood, te prutsen.Onder de dekens verborgen zit Aloysius, ik vermoed met een potlood, te prutsen. Zonder zich aan mij te laten zien reikt hij me één voor één de cahierbladen aan waarin ik regelmatig dezelfde vouwen zet.Zonder zich aan mij te laten zien, reikt hij me één voor één de cahierbladen aan waarin ik regelmatig dezelfde vouwen zet.Zonder zich aan mij te laten zien reikt hij me één voor één de cahierbladen aan waarin ik regelmatig dezelfde vouwen zet.Zonder zich aan mij te laten zien, reikt hij me één voor één de cahierbladen aan, waarin ik regelmatig dezelfde vouwen zet.Zonder zich aan mij te laten zien, reikt hij me één voor één de cahierbladen aan, waarin ik regelmatig dezelfde vouwen zet.Zonder zich aan mij te laten zien, reikt hij me één voor één de cahierbladen aan, waarin ik regelmatig dezelfde vouwen zet.Zonder zich aan mij te laten zien, reikt hij me één voor één de cahierbladen aan, waarin ik regelmatig dezelfde vouwen zet.Zonder zich aan mij te laten zien, reikt hij me één voor één de cahierbladen aan, waarin ik regelmatig dezelfde vouwen zet.Zonder zich aan mij te laten zien, reikt hij me één voor één de cahierbladen aan, waarin ik regelmatig dezelfde vouwen zet.Zonder zich aan mij te laten zien, reikt hij me één voor één de cahierbladen aan, waarin ik regelmatig dezelfde vouwen zet.Zonder zich aan mij te laten zien, reikt hij me één voor één de cahierbladen aan, waarin ik regelmatig dezelfde vouwen zet.Zonder zich aan mij te laten zien, reikt hij me één voor één de cahierbladen aan, waarin ik regelmatig dezelfde vouwen zet. Ik begrijp natuurlijk de geheime wetten niet van dit curieus spel en ik doe hem blindelings na in zijn bedachtzame verrichtingen.Ik begrijp natuurlijk de geheime wetten niet van dit curieus spel en ik doe hem blindelings na in zijn bedachtzame verrichtingen.Ik begrijp natuurlijk de geheime wetten niet van dit curieus spel en ik doe hem blindelings na in zijn bedachtzame verrichtingen.Ik begrijp natuurlijk de geheime wetten niet van dit curieus spel en ik help hem blindelings in zijn verrichtingen.Ik begrijp natuurlijk de geheime wetten niet van dit curieus spel en ik help hem blindelings in zijn verrichtingen.Ik begrijp natuurlijk de geheime wetten niet van dit curieuze spel en ik help hem blindelings in zijn verrichtingen.Ik begrijp natuurlijk de geheime wetten niet van dit curieuze spel en ik help hem blindelings in zijn verrichtingen.Ik begrijp natuurlijk de geheime wetten niet van dit curieuze spel en ik help hem blindelings in zijn verrichtingen.Ik begrijp natuurlijk de geheime wetten niet van dit curieuze spel en ik help hem blindelings in zijn verrichtingen.Ik begrijp natuurlijk de geheime wetten niet van dit curieuze spel en ik help hem blindelings in zijn verrichtingen.Ik begrijp natuurlijk de geheime wetten niet van dit curieuze spel en ik help hem blindelings in zijn verrichtingen.Ik begrijp natuurlijk de geheime wetten niet van dit curieuze spel en ik help hem blindelings in zijn verrichtingen.
Ik vat
niet waarom hij me 's morgens wil helpen wasschen; hij doet het erg hardhandig en de zeep bijt mijn oogen toe; doch wat is hij voor zichzelf zuinig op
het water.Ik vat
niet waarom hij me 's morgens steeds wil helpen wasschen; hij doet het erg hardhandig en de zeep bijt mijn oogen toe; god, maar wat is hij voor zichzelf zuinig met
het water.Ik vat
niet waarom hij me 's morgens wil helpen wasschen; hij doet het erg hardhandig en de zeep bijt mijn oogen toe; doch wat is hij voor zichzelf zuinig op
het water.Ik snap het
niet, waarom hij me 's morgens wil helpen wasschen; hij doet het erg hardhandig en de zeep bijt mijn oogen toe; doch wat is hij voor zichzelf zuinig met
water.Ik snap het
niet, waarom hij me 's morgens wil helpen wasschen; hij doet het erg hardhandig en de zeep bijt mijn oogen toe; doch wat is hij voor zichzelf zuinig met
het water.Ik snap het
niet, waarom hij me 's morgens wil helpen wassen; hij doet het erg hardhandig en de zeep bijt mijn ogen toe; doch wat is hij voor zichzelf zuinig met
het water.Ik snap het
niet, waarom hij me 's morgens wil helpen wassen; hij doet het erg hardhandig en de zeep bijt mijn ogen toe; doch wat is hij voor zichzelf zuinig met
water.Ik snap het
niet, waarom hij me 's morgens wil helpen wassen; hij doet het erg hardhandig en de zeep bijt mijn ogen toe; doch wat is hij voor zichzelf zuinig met
water.Ik snap het
niet, waarom hij me 's morgens wil helpen wassen; hij doet het erg hardhandig en de zeep bijt mijn ogen toe; doch wat is hij voor zichzelf zuinig met
water.Ik snap het
niet, waarom hij me 's morgens wil helpen wassen; hij doet het erg hardhandig en de zeep bijt mijn ogen toe; doch wat is hij voor zichzelf zuinig met
water.Ik snap het
niet, waarom hij me 's morgens wil helpen wassen; hij doet het erg hardhandig en de zeep bijt mijn ogen toe; doch wat is hij voor zichzelf zuinig met
water.Ik snap het
niet, waarom hij me 's morgens wil helpen wassen; hij doet het erg hardhandig en de zeep bijt mijn ogen toe; doch, wat is hij voor zichzelf zuinig met
water. In zijn handen staan breede schrammen gegrift en op zijn droge, korstig gefronste onderlip heeft de koorts een zwart randje achtergelaten.In zijn handen staan breede schrammen gegrift en op zijn droge, korstig gefronste onderlip heeft de koorts een zwart randje achtergelaten.In zijn handen staan breede schrammen gegrift en op zijn droge, korstig gefronste onderlip heeft de
koorts koortst
een zwart randje achtergelaten.In zijn handen staan breede schrammen gegrift en op zijn droge, korstig gefronste onderlip heeft de koorts een zwart randje achtergelaten.In zijn handen staan breede schrammen gegrift en op zijn droge, korstig gefronste onderlip heeft de koorts een zwart randje achtergelaten.In zijn handen staan brede schrammen gegrift en op zijn droge, korstig gefronste onderlip heeft de koorts een zwart randje achtergelaten.In zijn handen staan brede schrammen gegrift en op zijn droge, korstig gefronste onderlip heeft de koorts een zwart randje achtergelaten.In zijn handen staan brede schrammen gegrift en op zijn droge, korstig gefronste onderlip heeft de koorts een zwart randje achtergelaten.In zijn handen staan brede schrammen gegrift en op zijn droge, korstig gefronste onderlip heeft de koorts een zwart randje achtergelaten.In zijn handen staan brede schrammen gegrift en op zijn droge, korstig gefronste onderlip heeft de koorts een zwart randje achtergelaten.In zijn handen staan brede schrammen gegrift en op zijn droge, korstig gefronste onderlip heeft de koorts een zwart randje achtergelaten.In zijn handen staan brede schrammen gegrift en op zijn droge, korstig gefronste onderlip heeft de koorts een zwart randje achtergelaten.
– De bootjes! zegt hij ijverig.
Wij laten de handdoek vallen en springen te gelijk naar het bed; van tusschen de lakens, aan het voeteneind, halen wij er vandaan.Wij laten de handdoek vallen en springen te gelijk naar het bed; van tusschen de lakens, aan het voeteneind, halen wij er vandaan.Wij laten de handdoek vallen en springen te gelijk naar het bed; van tusschen de lakens, aan het voeteneind, halen wij er vandaan.Wij laten de handdoek vallen en springen te gelijk naar het bed; van tusschen de lakens, aan het voeteneind, halen wij er vandaan.Wij laten de handdoek vallen en springen tegelijk naar het bed; van tusschen de lakens, aan het voeteneind, halen wij er vandaan.Wij laten de handdoek vallen en springen tegelijk naar het bed; van tussen de lakens, aan het voeteneind, halen wij er vandaan.Wij laten de handdoek vallen en springen tegelijk naar het bed; van tussen de lakens, aan het voeteneind, halen wij er vandaan.Wij laten de handdoek vallen en springen tegelijk naar het bed; van tussen de lakens, aan het voeteneind, halen wij er vandaan.Wij laten de handdoek vallen en springen tegelijk naar het bed; van tussen de lakens, aan het voeteneind, halen wij er vandaan.Wij laten de handdoek vallen en springen tegelijk naar het bed; van tussen de lakens, aan het voeteneind, halen wij er vandaan.Wij laten de handdoek vallen en springen tegelijk naar het bed; van tussen de lakens, aan het voeteneind, halen wij er vandaan.Wij laten de handdoek vallen en springen tegelijk naar het bed; van tussen de lakens, aan het voeteneind, halen wij er vandaan. Een paar zijn onbruikbaar geworden, en één
blijft onvindbaar in het overhoop gehaalde beddegoed.Een paar zijn onbruikbaar geworden, en één
blijft onvindbaar in het overhoopgehaalde beddegoed.Een paar zijn onbruikbaar geworden, en één
blijft onvindbaar in het overhoop gehaalde beddegoed.Een paar zijn onbruikbaar geworden, en één
is niet meer te vinden in het overhoop gehaalde beddegoed.Een paar zijn onbruikbaar geworden, en één
is niet meer te vinden in het overhoop gehaalde beddegoed.Een paar zijn onbruikbaar geworden, en één
is niet meer te vinden in het overhoop gehaalde beddegoed.Een paar zijn onbruikbaar geworden, en één
is niet meer te vinden in het overhoop gehaalde beddegoed.Een paar zijn onbruikbaar geworden, en één
is niet meer te vinden in het overhoop gehaalde beddegoed.Een paar zijn onbruikbaar geworden, en één
is niet meer te vinden in het overhoop gehaalde beddegoed.Een paar zijn onbruikbaar geworden, en één
is niet meer te vinden in het overhoop gehaalde beddegoed.Een paar zijn onbruikbaar geworden, en één
is niet meer te vinden in het overhoop gehaalde beddegoed.Een paar zijn onbruikbaar geworden, en één
is niet meer te vinden in het overhoop gehaalde beddegoed. Aloysius verbergt ze als geheime dokumenten onder zijn blouse en we hollen de trap af, tot op de eerste verdieping, waar wij grootmoeder door een kier van de deur goedenmorgen gaan zeggen.
Aloysius verbergt ze als geheime dokumenten onder zijn blouse en we hollen de trappen af, tot op de eerste verdieping, waar wij grootmoeder door een
kier koer
van de deur goedenmorgen gaan zeggen.
Aloysius verbergt ze als geheime dokumenten onder zijn blouse en we hollen de trap af, tot op de eerste verdieping, waar wij grootmoeder door een kier van de deur goedenmorgen gaan zeggen.
Aloysius verbergt ze als geheime documenten onder zijn blouse en we hollen de trap af, tot op de eerste verdieping, waar wij grootmoeder door een kier van de deur goedenmorgen gaan zeggen.
Aloysius verbergt ze als geheime documenten onder zijn blouse en we hollen de trap af, tot op de eerste verdieping, waar wij grootmoeder door een kier van de deur goedenmorgen gaan zeggen.
Aloysius verbergt ze als geheime documenten onder zijn blouse en we hollen de trap af, tot op de eerste verdieping, waar wij grootmoeder door een kier van de deur goedenmorgen gaan zeggen.
Aloysius verbergt ze als geheime documenten onder zijn blouse en we hollen de trap af, tot op de eerste verdieping, waar wij grootmoeder door een kier van de deur goedenmorgen gaan zeggen.
Aloysius verbergt ze als geheime documenten onder zijn blouse en we hollen de trap af, tot op de eerste verdieping, waar wij grootmoeder door een kier van de deur goedenmorgen gaan zeggen.
Aloysius verbergt ze als geheime documenten onder zijn blouse en we hollen de trap af, tot op de eerste verdieping, waar wij grootmoeder door een kier van de deur goedenmorgen gaan zeggen.
Aloysius verbergt ze als geheime documenten onder zijn blouse en we hollen de trap af, tot op de eerste verdieping, waar wij grootmoeder door een kier van de deur goedenmorgen gaan zeggen.
Aloysius verbergt ze als geheime documenten onder zijn blouse en we hollen de trap af, tot op de eerste verdieping, waar wij grootmoeder door een kier van de deur goedenmorgen gaan zeggen.
Aloysius verbergt ze als geheime documenten onder zijn blouse en we hollen de trap af, tot op de eerste verdieping, waar wij grootmoeder door een kier van de deur goedenmorgen gaan zeggen.
Na het ontbijt zijn we spoedig in het park.Na het morgenmaal zijn we spoedig in het park.Na het ontbijt zijn we spoedig in het park.Na het ontbijt zijn we spoedig in het park.Na het ontbijt zijn we spoedig in het park.Na het ontbijt zijn we spoedig in het park.Na het ontbijt zijn we spoedig in het park.Na het ontbijt zijn we spoedig in het park.Na het ontbijt zijn we spoedig in het park.Na het ontbijt zijn we spoedig in het park.Na het ontbijt zijn we spoedig in het park.Na het ontbijt zijn we spoedig het park in.
Wij dringen door het kreupelhout en staan een poos te huiveren midden het bedauwde groen.Wij wringen ons door het kreupelhout en staan een poos te huiveren midden het bedauwde groen.Wij wringen ons door het kreupelhout en staan een poos te huiveren midden het bedauwde groen.Wij dringen door het kreupelhout en staan een poos te huiveren midden het bedauwde groen.Wij dringen door het kreupelhout en staan een poos te huiveren midden‐in het bedauwde groen.Wij dringen door het kreupelhout en staan een poos te huiveren midden‐in het bedauwde groen.Wij dringen door het kreupelhout en staan een poos te huiveren midden‐in het bedauwde groen.Wij dringen door het kreupelhout en staan een poos te huiveren midden‐in het bedauwde groen.Wij dringen door het kreupelhout en staan een poos te huiveren midden‐in het bedauwde groen.Wij dringen door het kreupelhout en staan een poos te huiveren midden‐in het bedauwde groen.Wij dringen door het kreupelhout en staan een poos te huiveren midden‐in het bedauwde groen.Wij dringen door het kreupelhout en staan een poos te huiveren middenin het bedauwde groen. Het is hier een winderige hoek. Nu en dan word ik de vingers van Aloysius gewaar en ik versta de intieme beteekenis van zijn stevige handdruk.Nu en dan word ik de hand van Aloysius gewaar en ik versta de intieme beteekenis van zijn krachtige handdruk.Nu en dan word ik de hand van Aloysius gewaar en ik versta de intieme beteekenis van zijn stevige handdruk.Nu en dan word ik de vingers van Aloysius gewaar en ik versta de intieme beteekenis van zijn stevige handdruk.Nu en dan word ik de vingers van Aloysius gewaar en ik versta de intieme beteekenis van zijn stevige handdruk.Nu en dan word ik de vingers van Aloysius gewaar en ik begrijp de intieme betekenis van zijn stevige handdruk.Nu en dan word ik de vingers van Aloysius gewaar en ik begrijp de intieme betekenis van zijn stevige handdruk.Nu en dan word ik de vingers van Aloysius gewaar en ik begrijp de intieme betekenis van zijn stevige handdruk.Nu en dan word ik de vingers van Aloysius gewaar en ik begrijp de intieme betekenis van zijn stevige handdruk.Nu en dan word ik de vingers van Aloysius gewaar en ik begrijp de intieme betekenis van zijn stevige handdruk.Nu en dan word ik de vingers van Aloysius gewaar en ik begrijp de intieme betekenis van zijn stevige handdruk.Nu en dan word ik de vingers van Aloysius gewaar en ik begrijp de intieme betekenis van zijn stevige handdruk. Wij sluipen
luisterend verder
tusschen de krakende takken.Wij sluipen
luisterend verder
tusschen de krakende takken.Wij sluipen
luisterend verder
tusschen de krakende takken.Wij sluipen
luisterend
tusschen de krakende takken.Wij sluipen
luisterend
tusschen de krakende takken.Wij sluipen
luisterend
tussen de krakende takken.Wij sluipen
luisterend
tussen de krakende takken.Wij sluipen
luisterend
tussen de krakende takken.Wij sluipen
luisterend
tussen de krakende takken.Wij sluipen
luisterend
tussen de krakende takken.Wij sluipen
luisterend
tussen de krakende takken.Wij sluipen
luisterend
tussen de krakende takken. Is er iets?
Het was maar een vluchtende wilde duif.
Neen, het was maar een vluchtende wilde duif.
Het was maar een vluchtende wilde duif.
Het was maar een vluchtende wilde duif.
Het was maar een vluchtende wilde duif.
Het was maar een vluchtende wilde duif.
Het was maar een vluchtende wilde duif.
Het was maar een vluchtende wilde duif.
Het was maar een vluchtende wilde duif.
Het was maar een vluchtende wilde duif.
Het was maar een vluchtende wilde duif.
Het was maar een vluchtende wilde duif.
Het weder is regenachtig en de lucht wordt effen grijs.
Het weder is regenachtig en de lucht wordt effen grijs.
Het weder is regenachtig en de lucht wordt effen grijs.
Het is regenachtig en de lucht wordt effen grijs betrokken.
Het is regenachtig en de lucht wordt effen grijs betrokken.
Het is regenachtig en de lucht wordt effen grijs betrokken.
Het is regenachtig en de lucht wordt effen grijs betrokken.
Het is regenachtig en de lucht wordt effen grijs betrokken.
Het is regenachtig en de lucht wordt effen grijs betrokken.
Het is regenachtig en de lucht wordt effen grijs betrokken.
Het is regenachtig en de lucht wordt effen grijs betrokken.
Het is regenachtig en de lucht wordt effen grijs betrokken.
Als we 's middags van de beek huiswaarts keeren, hebben wij niets ongewoons gezien.Als we 's middags van de beek huiswaarts keeren, hebben wij niets ongewoons ontwaard.Als we 's middags van de beek huiswaarts keeren, hebben wij niets ongewoons gezien.Als we 's middags van de beek huiswaarts keeren, hebben wij niets ongewoons gezien.Als we 's middags van de beek huiswaarts keeren, hebben wij niets ongewoons gezien.Als we 's middags van de beek huiswaarts keren, hebben wij niets ongewoons gezien.Als we 's middags van de beek huiswaarts keren, hebben wij niets ongewoons gezien.Als we 's middags van de beek huiswaarts keren, hebben wij niets ongewoons gezien.Als we 's middags van de beek huiswaarts keren, hebben wij niets ongewoons gezien.Als we 's middags van de beek huiswaarts keren, hebben wij niets ongewoons gezien.Als we 's middags van de beek huiswaarts keren, hebben wij niets ongewoons gezien.Als we 's middags van de beek huiswaarts keren, hebben wij niets ongewoons gezien. De bootjes hebben we met veel wijding te water gelaten; één voor één zagen wij ze wegdobberen, achter de bocht waar een sterke strooming
staat.
Met een ruk waren ze uit ons oog verdwenen.
De bootjes hebben wij met veel wijding te water gelaten; één voor één zagen wij ze wegdobberen en achter de bocht, waar een sterke strooming
staat,
zijn ze met een snelle ruk uit ons oog verdwenen.
De bootjes hebben we met veel wijding te water gelaten; één voor één zagen wij ze wegdobberen, achter de bocht waar een sterke strooming
staat.
Met een ruk waren ze uit ons oog verdwenen.
De bootjes werden op het water gezet; één voor één zagen wij ze wegdobberen, achter de bocht waar een sterke strooming
staat.
Met een ruk waren ze uit ons gezicht verdwenen.
De bootjes werden op het water gezet; één voor één zagen wij ze wegdobberen, achter de bocht waar een sterke strooming
staat.
Met een ruk waren ze uit ons gezicht verdwenen.
De bootjes werden op het water gezet; één voor één zagen wij ze wegdobberen, achter de bocht waar een sterke stroming
staat.
Met een ruk waren ze uit ons gezicht verdwenen.
De bootjes werden op het water gezet; één voor één zagen wij ze wegdobberen, achter de bocht waar een sterke stroming
staat.
Met een ruk waren ze uit ons gezicht verdwenen.
De bootjes werden op het water gezet; één voor één zagen wij ze wegdobberen, achter de bocht waar een sterke stroming
staat.
Met een ruk waren ze uit ons gezicht verdwenen.
De bootjes werden op het water gezet; één voor één zagen wij ze wegdobberen, achter de bocht waar een sterke stroming
staat.
Met een ruk waren ze uit ons gezicht verdwenen.
De bootjes werden op het water gezet; één voor één zagen wij ze wegdobberen, achter de bocht waar een sterke stroming
staat.
Met een ruk waren ze uit ons gezicht verdwenen.
De bootjes werden op het water gezet; één voor één zagen wij ze wegdobberen, achter de bocht waar een sterke stroming
staat.
Met een ruk waren ze uit ons gezicht verdwenen.
De bootjes werden op het water gezet; één voor één zagen wij ze wegdobberen, achter de bocht waar een sterke stroming
staat.
Met een ruk waren ze uit ons gezicht verdwenen.
Doch
zoo gauw we de nabijheid van het landhuis gewaarworden, vóór ik hem kan tegenhouden is Aloysius in een plotselinge, onbeheerschte vernielzucht uitgebroken.
Doch,
zoo gauw we de nabijheid van het landhuis gewaarworden, vóór ik hem er kan van tegenhouden is Aloysius in een plotselinge, onbeheerschte vernielzucht uitgebroken.
Doch
zoo gauw we de nabijheid van het landhuis gewaarworden, vóór ik hem er kan van tegenhouden is Aloysius in een plotselinge, onbeheerschte vernielzucht uitgebroken.
Niet
zoo gauw worden we de nabijheid van
het landhuis gewaar, of een vreemde onrust heeft zich van Aloysius meester
gemaakt.
Niet
zoo gauw worden we de nabijheid van
het landhuis gewaar, of een vreemde onrust heeft zich van Aloysius meester
gemaakt.
Niet
zo gauw worden we de nabijheid van
het landhuis gewaar, of een vreemde onrust heeft zich van Aloysius meester
gemaakt.
Niet
zo gauw worden we de nabijheid van
het landhuis gewaar, of een vreemde onrust heeft zich van Aloysius meester
gemaakt.
Niet
zo gauw worden we de nabijheid van
het landhuis gewaar, of een vreemde onrust heeft zich van Aloysius meester
gemaakt.
Niet
zo gauw worden we de nabijheid van
het landhuis gewaar, of een vreemde onrust heeft zich van Aloysius meester
gemaakt.
Niet
zo gauw worden we de nabijheid van
het landhuis gewaar, of een vreemde onrust heeft zich van Aloysius meester
gemaakt.
Niet
zo gauw worden we de nabijheid van
het landhuis gewaar, of een vreemde onrust heeft zich van Aloysius meester
gemaakt.
Niet
zo gauw worden we de nabijheid van
het landhuis gewaar, of een vreemde onrust heeft zich van Aloysius meester
gemaakt.
Gelijk een stier door een roode lap wordt opgehitst, schiet Aloysius als een razende wildeman uit bij het zien van de vuurroode dahlia's. Ik begrijp hem niet en houd me eenvoudig, misschien zonder al te groote verwondering, op afstand. Hij is midden‐in
het
gloeiende
bloemenbed gesprongen en, als ware hij door een drom vijanden omringd, zwaait en slaat hij de armen als sabels om zich heen,
dat bloemen en bladeren over zijn hoofd vliegen.
Gelijk een stier door een roode lap wordt opgehitst, zoo schiet Aloysius als een razende wildeman uit bij het zien van de vuurroode dahlia's. Ik begrijp hem niet en houd me eenvoudig, misschien zonder verwondering, op afstand. Hij is midden in
het
gloeiende
bloemebed gesprongen en, als ware hij door een drom vijanden omringd, zwaait en slaat hij de armen als sabels om zich heen
dat bloemen en bladeren over zijn hoofd vliegen.
Gelijk een stier door een roode lap wordt opgehitst, schiet Aloysius als een razende wildeman uit bij het zien van de vuurroode dahlia's. Ik begrijp hem niet en houd me eenvoudig, misschien zonder al te groote verwondering, op afstand. Hij is midden‐in
het
gloeiende
bloemenbed gesprongen en, als ware hij door een drom vijanden omringd, zwaait en slaat hij de armen als sabels om zich heen
dat bloemen en bladeren over zijn hoofd vliegen.
Hij is midden in
de
gloeiende
dahlia's gesprongen en als 't ware door een drom vijanden omringd, zwaait en slaat hij de armen gelijk sabels om zich heen,
zoodat bloemen en bladeren over zijn hoofd vliegen.
Hij is midden‐in
de
gloeiende
dahlia's gesprongen en, als 't ware door een drom vijanden omringd, zwaait en slaat hij de armen gelijk sabels om zich heen,
zoodat bloemen en bladeren over zijn hoofd vliegen.
Hij is midden‐in
de
gloeiende
dahlia's gesprongen en, als 't ware door een drom vijanden omringd, zwaait en slaat hij de armen gelijk sabels om zich heen,
zodat bloemen en bladeren over zijn hoofd vliegen.
Hij is midden‐in
de
gloeiende
dahlia's gesprongen en, als 't ware door een drom vijanden omringd, zwaait en slaat hij de armen gelijk sabels om zich heen,
zodat bloemen en bladeren over zijn hoofd vliegen.
Hij is midden‐in
de
gloeiende
dahlia's gesprongen en, als 't ware door een drom vijanden omringd, zwaait en slaat hij de armen gelijk sabels om zich heen,
zodat bloemen en bladeren over zijn hoofd vliegen.
Hij is midden‐in
de
gloeiende
dahlia's gesprongen en, als 't ware door een drom vijanden omringd, zwaait en slaat hij de armen gelijk sabels om zich heen,
zodat bloemen en bladeren over zijn hoofd vliegen.
Hij is midden‐in
de
bloeiende
dahlia's gesprongen en, als 't ware door een drom vijanden omringd, zwaait en slaat hij de armen gelijk sabels om zich heen,
zodat bloemen en bladeren over zijn hoofd vliegen.
Hij is midden‐in
de
bloeiende
dahlia's gesprongen en, als 't ware door een drom vijanden omringd, zwaait en slaat hij de armen gelijk sabels om zich heen,
zodat bloemen en bladeren over zijn hoofd vliegen.
Hij is middenin
de
bloeiende
dahlia's gesprongen en, als 't ware door een drom vijanden omringd, zwaait en slaat hij de armen gelijk sabels om zich heen,
zodat bloemen en bladeren over zijn hoofd vliegen. In het prieeltje staat tante Zénobie van machtelooze woede te jammeren.In het priëeltje staat tante Zénobie van machtelooze woede te weenen.In het prieeltje staat tante Zénobie van machtelooze woede te jammeren.In het priëeltje staat tante Zénobie van machtelooze woede te jammeren.In het priëeltje staat tante Zénobie van machtelooze woede te jammeren.In het priëeltje staat tante Zénobie van machteloze woede te jammeren.In het prieeltje staat tante Zénobie van machteloze woede te jammeren.In het prieeltje staat tante Zénobie van machteloze woede te jammeren.In het prieeltje staat tante Zénobie van machteloze woede te jammeren.In het prieeltje staat tante Zénobie van machteloze woede te jammeren.In het prieeltje staat tante Zénobie van machteloze woede te jammeren.In het prieeltje staat tante Zénobie van machteloze woede te jammeren. Wij vluchten bij mijne moeder in de eetzaal, omdat we weten dat ze Aloysius tegen tante Zénobie beschermen zal.Wij vluchten bij mijne moeder, in de eetzaal, omdat wij weten dat ze Aloysius tegen tante Zénobie beschermen zal.Wij vluchten bij mijne moeder in de eetzaal, omdat we weten dat ze Aloysius tegen tante Zénobie beschermen zal.Wij vluchten bij mijne moeder in de eetzaal, omdat we weten dat ze Aloysius tegen tante Zénobie beschermen zal.Wij vluchten bij mijne moeder in de eetzaal, omdat we weten dat ze Aloysius tegen tante Zénobie beschermen zal.Wij vluchten bij mijne moeder in de eetzaal, omdat we weten dat ze Aloysius tegen tante Zénobie beschermen zal.Wij vluchten bij mijne moeder in de eetzaal, omdat we weten dat ze Aloysius tegen tante Zénobie beschermen zal.Wij vluchten bij mijne moeder in de eetzaal, omdat we weten dat ze Aloysius tegen tante Zénobie beschermen zal.Wij vluchten bij mijne moeder in de eetzaal, omdat we weten dat ze Aloysius tegen tante Zénobie beschermen zal.Wij vluchten bij mijne moeder in de eetzaal, omdat we weten dat ze Aloysius tegen tante Zénobie beschermen zal.Wij vluchten bij mijne moeder in de eetzaal, omdat we weten dat ze Aloysius tegen tante Zénobie beschermen zal.Wij vluchten bij mijne moeder in de eetzaal, omdat we weten dat ze Aloysius tegen tante Zénobie beschermen zal. Wonderlijk stil is hij voor mijne moeder geworden, en wanneer haar trage hand over zijn haren streelt, springen er op eens lang ingehouden snikken in hem los.
Wonderlijk stil is hij voor mijne moeder geworden, en wanneer haar trage hand over zijn haren streelt, springen er op eens lang ingehouden snikken in hem los.
Wonderlijk stil is hij voor mijne moeder geworden, en wanneer haar trage hand over zijn haren streelt, springen er op eens lang ingehouden snikken in hem los.
Wonderlijk stil is hij voor mijne moeder geworden, en wanneer haar trage hand over zijn haren streelt, springen er op eens lang ingehouden snikken in hem los.
Wonderlijk stil is hij voor mijne moeder geworden, en wanneer haar trage hand over zijn haren streelt, springen er op eens lang ingehouden snikken in hem los.
Wonderlijk stil is hij voor mijne moeder geworden, en wanneer haar trage hand over zijn haren streelt, springen er op eens lang ingehouden snikken in hem los.
Wonderlijk stil is hij voor mijne moeder geworden, en wanneer haar trage hand over zijn haren streelt, springen er opeens lang ingehouden snikken in hem los.
Wonderlijk stil is hij voor mijne moeder geworden, en wanneer haar trage hand over zijn haren streelt, springen er opeens lang ingehouden snikken in hem los.
Wonderlijk stil is hij voor mijne moeder geworden, en wanneer haar trage hand over zijn haren streelt, springen er opeens lang ingehouden snikken in hem los.
Wonderlijk stil is hij voor mijne moeder geworden, en wanneer haar trage hand over zijn haren streelt, springen er opeens lang ingehouden snikken in hem los.
Wonderlijk stil is hij voor mijne moeder geworden, en wanneer haar trage hand over zijn haren streelt, springen er opeens lang ingehouden snikken in hem los.
Wonderlijk stil is hij voor mijne moeder geworden, en wanneer haar trage hand over zijn haren streelt, springen er opeens lang ingehouden snikken uit hem los.
Beschaamd,
het
gezicht
vlak tegen de muur,
staat hij met zichzelf te vechten.
Beschaamd
gaat hij met het
gezicht
vlak tegen de muur
met zichzelf staan vechten.
Beschaamd,
het
gezicht
vlak tegen de muur,
staat hij met zichzelf te vechten.
Beschaamd,
zijn
voorhoofd
tegen de muur gesteund,
staat hij met zichzelf te vechten.
Beschaamd,
zijn
voorhoofd
tegen de muur gesteund,
staat hij met zichzelf te vechten.
Beschaamd,
zijn
voorhoofd
tegen de muur gesteund,
staat hij met zichzelf te vechten.
Beschaamd,
zijn
voorhoofd
tegen de muur gesteund,
staat hij met zichzelf te vechten.
Beschaamd,
zijn
voorhoofd
tegen de muur gesteund,
staat hij met zichzelf te vechten.
Beschaamd,
zijn
voorhoofd
tegen de muur gesteund,
staat hij met zichzelf te vechten.
Beschaamd,
zijn
voorhoofd
tegen de muur gesteund,
staat hij met zichzelf te vechten.
Beschaamd,
zijn
voorhoofd
tegen de muur gesteund,
staat hij met zichzelf te vechten.
Beschaamd,
zijn
voorhoofd
tegen de muur gesteund,
staat hij met zichzelf te vechten.
Ondertusschen zijn wij aan tafel gegaan.
Ondertusschen zijn wij aan tafel gegaan.
Ondertusschen zijn wij aan tafel gegaan.
Ondertusschen zijn wij aan tafel gegaan.
Ondertusschen zijn wij aan tafel gegaan.
Ondertussen zijn wij aan tafel gegaan.
Ondertussen zijn wij aan tafel gegaan.
Ondertussen zijn we
aan tafel gegaan.
Ondertussen zijn we
aan tafel gegaan.
Ondertussen zijn we
aan tafel gegaan.
Ondertussen zijn we
aan tafel gegaan.
Ondertussen zijn we
aan tafel gegaan. Er hangt een
bange, afwachtende stilte over de talrijke aanwezigen.Er hangt een
bange, afwachtende stilte over de talrijke aanwezigen.Er hangt een
bange, afwachtende stilte over de talrijke aanwezigen.Er hangt een
afwachtende stilte over de familie.Er hangt een
afwachtende stilte over de familie.Er hangt een
afwachtende stilte over de familie.Er hangt een
afwachtende stilte over de familie.Er hangt een
afwachtende stilte over de familie.Er hangt een
afwachtende stilte over de familie.Er hangt een
afwachtende stilte over de familie.Er hangt een
afwachtende stilte over de familie.Er hangt een
afwachtende stilte over de familie. De dienstmeid gaat heen en weer met de dampende soepterrine.De dienstmeid gaat heen en weder met de dampende
soepterrine soeptrien
.De dienstmeid gaat heen en weer met de dampende soepterrine.De dienstmeid gaat heen en weer met de dampende soepterrine.De dienstmeid gaat heen en weer met de dampende soepterrine.De dienstmeid gaat heen en weer met de dampende soepterrine.De dienstmeid gaat heen en weer met de dampende soepterrine.De dienstmeid gaat heen en weer met de dampende soepterrine.De dienstmeid gaat heen en weer met de dampende soepterrine.De dienstmeid gaat heen en weer met de dampende soepterrine.De dienstmeid gaat heen en weer met de dampende soepterrine.De dienstmeid gaat heen en weer met de dampende soepterrine. Als hij zich eindelijk omkeert is hij als een doofstomme, verdwaasd en ongevoelig voor ons geworden.Als hij zich eindelijk naar ons omkeert is hij als een doofstomme, verdwaasd en ongevoelig voor ons geworden.Als hij zich eindelijk naar ons omkeert is hij als een doofstomme, verdwaasd en ongevoelig voor ons geworden.Als hij zich eindelijk omkeert is Aloysius als een doofstomme, verdwaasd en ongevoelig voor ons geworden.Als hij zich eindelijk omkeert is Aloysius als een doofstomme, verdwaasd en ongevoelig voor ons geworden.Als hij zich eindelijk omkeert is Aloysius als een doofstomme, verdwaasd en ongevoelig voor ons geworden.Als hij zich eindelijk omkeert is Aloysius als een doofstomme, verdwaasd en ongevoelig voor ons geworden.Als hij zich eindelijk omkeert is Aloysius als doofstom, verdwaasd en ongevoelig voor ons geworden.Als hij zich eindelijk omkeert is Aloysius als doofstom, verdwaasd en ongevoelig voor ons geworden.Als hij zich eindelijk omkeert is Aloysius als doofstomme, verdwaasd en ongevoelig voor ons geworden.Als hij zich eindelijk omkeert is Aloysius als doofstomme, verdwaasd en ongevoelig voor ons geworden.Als hij zich eindelijk omkeert is Aloysius als doofstom, verdwaasd en ongevoelig voor ons geworden. Zijn oogen staan hard en donker in zijn bleek wezen en zij schijnen niemand om zich heen te herkennen.
Zijn oogen staan hard en donker in zijn bleek wezen en zij schijnen niemand om zich heen te herkennen.
Zijn oogen staan hard en donker in zijn bleek wezen en zij schijnen niemand om zich heen te herkennen.
Zijn oogen staan hard en donker in zijn bleek gezicht, en zij schijnen niemand rond zich heen te herkennen.
Zijn oogen staan hard en donker in zijn bleek gezicht, en zij schijnen niemand rond zich heen te herkennen.
Zijn ogen staan hard en donker in zijn bleek gezicht, en zij schijnen niemand om zich heen te herkennen.
Zijn ogen staan hard en donker in zijn bleek gezicht, en zij schijnen niemand om zich heen te herkennen.
Zijn ogen staan hard en donker in zijn bleek gezicht, en ze schijnen niemand om zich heen te herkennen.
Zijn ogen staan hard en donker in zijn bleek gezicht, en ze schijnen niemand om zich heen te herkennen.
Zijn ogen staan hard en donker in zijn bleek gezicht, en ze schijnen niemand om zich heen te herkennen.
Zijn ogen staan hard en donker in zijn bleek gezicht, en ze schijnen niemand om zich heen te herkennen.
Zijn ogen staan hard en donker in zijn bleek gezicht, en ze schijnen niemand om zich heen te herkennen.
Tijdens de zomervacantie wordt er
een groot feest op het familiebuiten gehouden en
het is de
gewoonte dat de kinderen een tooneelstukje
opvoeren.Tijdens de zomervacantie wordt er telkens
een groot feest op het familiebuiten gehouden en
het is de
gewoonte dat de kinderen een tooneelstukje
spelen.Tijdens de zomervacantie wordt er
een groot feest op het familiebuiten gehouden en
het is de
gewoonte dat de kinderen een tooneelstukje
spelen.Tijdens de zomervacantie wordt er ieder jaar
op het familiebuiten een feest gehouden, en
naar
gewoonte zullen de kinderen een tooneelstukje
opvoeren.Tijdens de zomervacantie wordt er ieder jaar
op het familiebuiten een feest gehouden, en
naar
gewoonte zullen de kinderen een tooneelstukje
opvoeren.Tijdens de zomervacantie wordt er ieder jaar
op het familiebuiten een feest gehouden, en
als naar
gewoonte zullen de kinderen een toneelstukje
opvoeren.Tijdens de zomervakantie wordt er ieder jaar
op het familiebuiten een feest gehouden, en
als naar
gewoonte zullen de kinderen een toneelstukje
opvoeren.Tijdens de zomervakantie wordt er ieder jaar
op het familiebuiten een feest gehouden, en
als naar
gewoonte zullen de kinderen een toneelstukje
opvoeren.Tijdens de zomervakantie wordt er ieder jaar
op het familiebuiten een feest gehouden, en
als naar
gewoonte zullen de kinderen een toneelstukje
opvoeren.Tijdens de zomervakantie wordt er ieder jaar
op het familiebuiten een feest gehouden, en
als naar
gewoonte zullen de kinderen een toneelstukje
opvoeren.Tijdens de zomervakantie wordt er ieder jaar
op het familiebuiten een feest gehouden, en
als naar
gewoonte zullen de kinderen een toneelstukje
opvoeren.Tijdens de zomervakantie wordt er ieder jaar
op het familiebuiten een feest gehouden, en
als naar
gewoonte zullen de kinderen een toneelstukje
opvoeren. Tante Theodora heeft er zich
mee
bemoeid en alles wordt
weken op voorhand tot in de puntjes verzorgd.Tante Theodora heeft er zich weder
mede
bemoeid en alles wordt nu reeds
weken op voorhand tot in de puntjes verzorgd.Tante Theodora heeft er zich weer
mee
bemoeid en alles wordt
weken op voorhand tot in de puntjes verzorgd.Tante Theodora heeft er zich
mede
bemoeid, en alles werd
voor een paar weken tot in de puntjes verzorgd.Tante Theodora heeft er zich
mede
bemoeid, en alles werd
vóór een paar weken tot in de puntjes verzorgd.Tante Theodora heeft er zich
mee
bemoeid, en alles werd
vóór een paar weken tot in de puntjes verzorgd.Tante Theodora heeft er zich
mede
bemoeid, en alles werd
vóór een paar weken tot in de puntjes verzorgd.Tante Theodora heeft er zich
mee
bemoeid, en alles werd
vóór een paar weken tot in de puntjes verzorgd.Tante Theodora heeft er zich
mee
bemoeid, en alles werd
vóór een paar weken tot in de puntjes verzorgd.Tante Theodora heeft er zich
mee
bemoeid, en alles werd
vóór een paar weken tot in de puntjes verzorgd.Tante Theodora heeft er zich
mee
bemoeid, en alles werd
vóór een paar weken tot in de puntjes verzorgd.Tante Theodora heeft er zich
mee
bemoeid, en alles werd
vóór een paar weken tot in de puntjes verzorgd. Er zijn de jongens van tante Emma: Casimir, Oscar en Leopold; en er zijn de kinderen van tante Zénobie: Albertus, Aloysius en Hermine. Met vragende oogen staan we
nieuwsgierig
rond tante Theodora geschaard; er is verwondering in ons hart omdat ze ons met zulke geveinsde en profijtige vriendelijkheid toespreekt.Met vragende oogen staan we
nieuwsgierig
rond tante Theodora geschaard; er is verwondering in ons hart omdat ze ons nu met zulke geveinsde en profijtige vriendelijkheid toespreekt.Met vragende oogen staan we
nieuwsgierig
rond tante Theodora geschaard; er is verwondering in ons hart omdat ze ons met zulke geveinsde en profijtige vriendelijkheid toespreekt.Met vragende oogen staan wij
benieuwd rond tante Theodora geschaard; er is verwondering in ons hart, omdat ze met zulke geveinsde en profijtige vriendelijkheid over allerlei bijkomstige dingen spreekt.Met vragende oogen staan wij
benieuwd rond tante Theodora geschaard; er is verwondering in ons hart, omdat ze met zulke geveinsde en profijtige vriendelijkheid over allerlei bijkomstige dingen spreekt.Met vragende ogen staan wij
benieuwd rond tante Theodora geschaard; er is verwondering in ons hart, omdat ze met zulke geveinsde en profijtige vriendelijkheid over allerlei bijkomstige dingen spreekt.Met vragende ogen staan wij
benieuwd rond tante Theodora geschaard; er is verwondering in ons hart, omdat ze met zulke geveinsde en profijtige vriendelijkheid over allerlei bijkomstige dingen spreekt.Met vragende ogen staan wij
benieuwd rond tante Theodora geschaard; er is verwondering in ons hart, omdat ze met zulke geveinsde en profijtige vriendelijkheid over allerlei bijkomstige dingen spreekt.Met vragende ogen staan wij
benieuwd rond tante Theodora geschaard; er is verwondering in ons hart, omdat ze met zulke geveinsde en profijtige vriendelijkheid over allerlei bijkomstige dingen spreekt.Met vragende ogen staan wij
benieuwd rond tante Theodora geschaard; er is verwondering in ons hart, omdat ze met zulke geveinsde en profijtige vriendelijkheid over allerlei bijkomstige dingen spreekt.Met vragende ogen staan wij
benieuwd rond tante Theodora geschaard; er is verwondering in ons hart, omdat ze met zulke geveinsde en profijtige vriendelijkheid over allerlei bijkomstige dingen spreekt.Met vragende ogen staan wij
benieuwd rond tante Theodora geschaard; er is verwondering in ons hart, omdat ze met zulke geveinsde en zuinige vriendelijkheid over allerlei bijkomstige dingen spreekt.
Tante Zénobie heeft een zoontje dood: Pietje.
Tante
Emma een dochtertje: Virginia.Tante Zénobie heeft een zoontje dood: Pietje;
en tante
Emma een dochtertje: Virginia.Tante Zénobie heeft een zoontje dood: Pietje.
Tante
Emma een dochtertje: Virginia.Tante Zénobie heeft een zoontje dood: Pietje;
Tante
Emma, een dochtertje: Virginia.Tante Zénobie heeft een zoontje dood: Pietje;
Tante
Emma, een dochtertje: Virginia.Tante Zénobie heeft een zoontje dood: Pietje;
Tante
Emma, een dochtertje: Virginia.Tante Zénobie heeft een zoontje dood: Pietje;
Tante
Emma, een dochtertje: Virginia.Tante Zénobie heeft een zoontje dood: Pietje;
Tante
Emma, een dochtertje: Virginia.Tante Zénobie heeft een zoontje dood: Pietje;
Tante
Emma, een dochtertje: Virginia.Tante Zénobie heeft een zoontje dood: Pietje;
Tante
Emma, een dochtertje: Virginia.Tante Zénobie heeft een zoontje dood: Pietje;
Tante
Emma, een dochtertje: Virginia.Tante Zénobie heeft een zoontje dood: Pietje;
tante
Emma, een dochtertje: Virginia. Daar zullen we
dit jaar een aandoenlijk spel van vertoonen.Daar zullen wij
dees jaar een aandoenlijk spel van vertoonen.Daar zullen we
dit jaar een aandoenlijk spel van vertoonen.Daar zullen we
dit jaar een aandoenlijk spel van vertoonen.Daar zullen we
dit jaar een aandoenlijk spel van vertoonen.Daar zullen we
dit jaar een aandoenlijk spel aan wijden.Daar zullen we
dit jaar een aandoenlijk spel aan wijden.Daar zullen we
dit jaar een aandoenlijk spel aan wijden.Daar zullen we
dit jaar een aandoenlijk spel aan wijden.Daar zullen we
dit jaar een aandoenlijk spel aan wijden.Daar zullen we
dit jaar een aandoenlijk spel aan wijden.Daar zullen we
dit jaar een aandoenlijk spel aan wijden.
Hermine speelt voor het kindje van tante Emma; doch
aangezien er onder de kinderen van tante Emma geen zulke kleine jongens meer zijn om Pietje uit te beelden, ben ik verkoren om die gewichtige rol te vervullen.
Hermine speelt voor het kindje van tante Emma; doch,
aangezien er onder de kinderen van deze tante geen zulke kleine jongens meer zijn om Pietje uit te beelden, ben ik uitverkoren om die gewichtige rol te vervullen.
Hermine speelt voor het kindje van tante Emma; doch
aangezien er onder de kinderen van tante Emma geen zulke kleine jongens meer zijn om Pietje uit te beelden, ben ik verkoren om die gewichtige rol te vervullen.
Hermine speelt voor het kindje van tante Emma; maar
omdat er onder de kinderen van tante Emma geen zulke kleine jongens meer zijn om Pietje uit te beelden, moet ik die gewichtige rol vervullen.
Hermine speelt voor het kindje van tante Emma; maar
omdat er onder de kinderen van tante Emma geen zulke kleine jongens meer zijn om Pietje uit te beelden, moet ik die gewichtige rol vervullen.
Hermine speelt voor het kindje van tante Emma; en
omdat er onder de kinderen van tante Emma geen zulke kleine jongens meer zijn om Pietje uit te beelden, moet ik die gewichtige rol vervullen.
Hermine speelt voor het kindje van tante Emma; en
omdat er onder de kinderen van tante Emma geen zulke kleine jongens meer zijn om Pietje uit te beelden, moet ik die gewichtige rol vervullen.
Hermine speelt voor het kindje van tante Emma; en
omdat er onder de kinderen van tante Emma geen zulke kleine jongens meer zijn om Pietje uit te beelden, moet ik die gewichtige rol vervullen.
Hermine speelt voor het kindje van tante Emma; en
omdat er onder de kinderen van tante Emma geen zulke kleine jongens meer zijn om Pietje uit te beelden, moet ik die gewichtige rol vervullen.
Hermine speelt voor het kindje van tante Emma; en
omdat er onder de kinderen van tante Emma geen zulke kleine jongens meer zijn om Pietje uit te beelden, moet ik die gewichtige rol vervullen.
Hermine speelt voor het kindje van tante Emma; en
omdat er onder de kinderen van tante Emma geen zulke kleine jongens meer zijn om Pietje uit te beelden, moet ik die gewichtige rol vervullen.
Hermine speelt voor het kindje van tante Emma; en
omdat er onder de kinderen van tante Zénobie geen zulke kleine jongens meer zijn om Pietje uit te beelden, moet ik die gewichtige rol vervullen.
Wij houden dagelijks repetitie in een buiten dienst gestelde remise en tante zegt ons plechtig voor hetgeen
wij aan elkaar vertellen moeten. Het gaat deze keer misschien niet zoo gemakkelijk als zij het zich heeft ingebeeld, en ontelbare malen moeten wij herbeginnen.
Wij houden dagelijks repetitie in een buiten dienst gestelde remise en tante zegt ons plechtig voor hetgeen
we aan elkaar vertellen moeten. Het gaat deze keer misschien niet zóó gemakkelijk als zij het zich heeft voorgesteld, en ontelbare malen moeten wij herbeginnen.
Wij houden dagelijks repetitie in een buiten dienst gestelde remise en tante zegt ons plechtig voor hetgeen
wij aan elkaar vertellen moeten. Het gaat deze keer misschien niet zoo gemakkelijk als zij het zich heeft ingebeeld, en ontelbare malen moeten wij herbeginnen.
Wij houden dagelijks repetitie in een buiten dienst gestelde remise en tante zegt ons plechtig voor wat
wij aan elkaar vertellen moeten.
Wij houden dagelijks repetitie in een buiten dienst gestelde remise en tante zegt ons plechtig voor wat
wij aan elkaar vertellen moeten.
Wij houden dagelijks repetitie in een buiten dienst gestelde remise en tante zegt ons plechtig voor wat
wij aan elkaar vertellen moeten.
Wij houden dagelijks repetitie in een buiten dienst gestelde remise en tante zegt ons plechtig voor wat
wij aan elkaar vertellen moeten.
Wij houden dagelijks repetitie in een buiten dienst gestelde remise en tante zegt ons plechtig voor wat
wij aan elkaar vertellen moeten.
Wij houden dagelijks repetitie in een buiten dienst gestelde remise en tante zegt ons plechtig voor wat
wij aan elkaar vertellen moeten.
Wij houden dagelijks repetitie in een buiten dienst gestelde remise en tante zegt ons plechtig voor wat
wij aan elkaar vertellen moeten.
Wij houden dagelijks repetitie in een buiten dienst gestelde remise en tante zegt ons plechtig voor wat
wij aan elkaar vertellen moeten.
Wij houden dagelijks repetitie in een buiten dienst gestelde remise en tante zegt ons plechtig voor wat
wij aan elkaar vertellen moeten.
Eindelijk mogen wij uitscheiden. Het is heel moeilijk voor ons geweest en we hebben zóó ons best gedaan. Doch tante is niet tevreden. Eindelijk mogen wij uitscheiden. Het is heel moeilijk voor ons geweest en we hebben zóó ons best gedaan. Maar tante is niet over ons tevreden. Eindelijk mogen wij uitscheiden. Het is heel moeilijk voor ons geweest en we hebben zóó ons best gedaan. Doch tante is niet tevreden.
Eindelijk mogen wij uitscheiden. Het is heel moeilijk voor ons geweest en we hebben zóó ons best gedaan. Doch tante is niet tevreden. Eindelijk mogen wij uitscheiden. Het is heel moeilijk voor ons geweest en we hebben zóó ons best gedaan. Maar tante is niet over ons tevreden. Eindelijk mogen wij uitscheiden. Het is heel moeilijk voor ons geweest en we hebben zóó ons best gedaan. Doch tante is niet tevreden.
Ik ben
doodmoe, zoodat ik niet met Aloysius mee kan.
Ik ben
doodmoe, zoodat ik niet met Aloysius mee kan.
Ik ben
doodmoe, zoodat ik niet met Aloysius mee kan.
Wanneer we eindelijk mogen uitscheiden ben ik
doodmoe, zoodat ik niet met Aloysius mee kan.
Wanneer we eindelijk mogen uitscheiden ben ik
doodmoe, zoodat ik niet met Aloysius mee kan.
Als we eindelijk mogen uitscheiden ben ik
doodop, zodat ik niet met Aloysius mee kan.
Als we eindelijk mogen uitscheiden ben ik
doodop, zodat ik niet met Aloysius mee kan.
Als we eindelijk mogen uitscheiden ben ik
doodop, zodat ik niet met Aloysius mee kan.
Als we eindelijk mogen uitscheiden ben ik
doodop, zodat ik niet met Aloysius mee kan.
Als we eindelijk mogen uitscheiden ben ik
doodop, zodat ik niet met Aloysius mee kan.
Als we eindelijk mogen uitscheiden ben ik
doodop, zodat ik niet met Aloysius mee kan.
Als we eindelijk mogen uitscheiden ben ik
doodop, zodat ik niet met Aloysius mee kan. De
groote jongens gaan met hun boeken languit in het gras liggen; zij spelen vogelpik
onder een
oude eik, op de kegelbaan naast het waschhuis
of met het schijvenspel.
De
groote jongens gaan weer met hun boeken languit in het gras liggen; zij spelen vogelpik
onder een
oude eik, op de kegelbaan naast het waschhuis
of met het
schijvenspel schrijvenspel
.
De
groote jongens gaan met hun boeken languit in het gras liggen; zij spelen vogelpik
onder een
oude eik, op de kegelbaan naast het waschhuis
of met het schijvenspel.
De
groote jongens gaan met hun boeken languit in het gras liggen; ze spelen vogelpik
onder een
oude eik of kegelen in de schaduw van het waschhuis.
De
groote jongens gaan met hun boeken languit in het gras liggen; ze spelen vogelpik
onder een
oude eik of kegelen in de schaduw van het waschhuis.
De
grote jongens gaan met hun boeken languit in het gras liggen; ze spelen vogelpik
onder een
oude eik of kegelen in de schaduw van het washuis.
De
grote jongens gaan met hun boeken languit in het gras liggen; ze spelen vogelpik
onder een
oude eik of kegelen in de schaduw van het washuis.
De
grote jongens gaan met hun boeken languit in het gras liggen; ze spelen vogelpik
onder een
oude eik of kegelen in de schaduw van het washuis.
De
grote jongens gaan met hun boeken languit in het gras liggen; ze spelen vogelpik
onder een
oude eik of kegelen in de schaduw van het washuis.
De
grote jongens gaan met hun boeken languit in het gras liggen; ze spelen vogelpik
onder een
oude eik of ze kegelen in de schaduw van het washuis.
De
grote jongens gaan met hun boeken languit in het gras liggen; ze spelen vogelpik
onder een
oude eik of ze kegelen in de schaduw van het washuis.
De
grote jongens gaan met hun boeken languit in het gras liggen; ze spelen vogelpik
onder een
oude eik of ze kegelen in de schaduw van het washuis.
Ik word door Hermine in huis gelokt en
wij gaan heerlijk in het salon
onder de tafel uitrusten.Ik word door Hermine in huis gelokt en
wij gaan heerlijk in het salon samen
onder de tafel uitrusten.Ik word door Hermine in huis gelokt en
wij gaan heerlijk in het salon
onder de tafel uitrusten.Ik word door Hermine in huis gelokt en
wij gaan heerlijk in het salon
onder de tafel uitrusten.Ik word door Hermine in huis gelokt en
wij gaan heerlijk in het salon
onder de tafel uitrusten.Ik word door Hermine in huis gelokt en
wij gaan in het salon heerlijk
onder de tafel uitrusten.Ik word door Hermine in huis gelokt en
wij gaan in het salon heerlijk
onder de tafel uitrusten.Ik word door Hermine in huis gelokt en
wij gaan in de salon heerlijk
onder de tafel uitrusten.Ik word door Hermine in huis gelokt en
wij gaan in de salon heerlijk
onder de tafel uitrusten.Ik word door Hermine in huis gelokt en
wij gaan in de salon heerlijk
onder de tafel uitrusten.Ik word door Hermine in huis gelokt en
wij gaan in de salon heerlijk
onder de tafel uitrusten.Ik word door Hermine in huis gelokt en,
samen, in de salon gaan we onder de tafel uitrusten, waar niemand ons zal komen vinden.
Hermine is erg zenuwachtig, mager, van doorschijnende bleekte en ze kan plotseling zulke zotte invallen hebben.Hermine is altijd erg zenuwachtig, mager en van doorschijnende bleekte en ze kan plotseling zulke zotte invallen hebben.Hermine is erg zenuwachtig, mager, van doorschijnende bleekte en ze kan plotseling zulke zotte invallen hebben.Hermine is erg zenuwachtig, mager, van doorschijnende bleekte en ze kan plotseling zulke malle invallen hebben.Hermine is erg zenuwachtig, mager, van doorschijnende bleekte en ze kan plotseling zulke malle invallen hebben.Hermine is erg zenuwachtig, mager, van doorschijnende bleekte en ze kan plotseling zulke malle invallen hebben.Hermine is erg zenuwachtig, mager, van doorschijnende bleekte en ze kan plotseling zulke malle invallen hebben.Hermine is erg zenuwachtig, mager, van doorschijnende bleekte en ze kan plotseling zulke malle invallen hebben.Hermine is erg zenuwachtig, mager, van doorschijnende bleekte en ze kan plotseling zulke malle invallen hebben.Hermine is erg zenuwachtig, mager, van doorschijnende bleekte en ze kan plotseling zulke malle invallen hebben.Hermine is erg zenuwachtig, mager, van doorschijnende bleekte en ze kan plotseling zulke malle invallen hebben.Hermine is erg zenuwachtig, mager, van doorschijnende bleekte en ze kan plotseling zulke malle invallen hebben.
Ze heeft ook gevoelerige buien; dan kan ze niet dicht genoeg bij mij zijn en aanhoudend trapt ze mij op de voeten of ze tikt me nijdig op de vingers, dat ze er van gloeien en pijn doen.
Ze heeft ook gevoelerige buien; dan kan ze niet dicht genoeg bij mij zijn en aanhoudend trapt ze mij op de voeten, of ze slaat me nijdig op de vingers, dat ze er van gloeien en pijn doen.
Ze heeft ook gevoelerige buien; dan kan ze niet dicht genoeg bij me zijn en aanhoudend trapt ze mij op de voeten of ze tikt me nijdig op de vingers, dat ze er van gloeien en pijn doen.
Zij heeft ook gevoelerige buien; dan kan ze niet dicht genoeg bij me zijn en gedurig aan trapt ze mij op de voeten of ze tikt me nijdig op de vingers, dat ze er van gloeien en pijn doen.
Zij heeft ook gevoelerige buien; dan kan ze niet dicht genoeg bij me zijn en gedurig aan trapt ze mij op de voeten of ze tikt me nijdig op de vingers, dat ze er van gloeien en pijn doen.
Zij heeft ook gevoelerige buien; dan kan ze niet dicht genoeg bij me zijn en gedurig aan trapt ze mij op de voeten of ze tikt me nijdig op de vingers, dat ze er van gloeien en pijn doen.
Zij heeft ook gevoelerige buien; dan kan ze niet dicht genoeg bij me zijn en gedurig aan trapt ze mij op de voeten of ze tikt me nijdig op de vingers, dat ze er van gloeien en pijn doen.
Zij heeft ook gevoelerige buien; dan kan ze niet dicht genoeg bij me zijn en gedurig aan trapt ze mij op de voeten of ze tikt me nijdig op de vingers, dat ze er van gloeien en pijn doen.
Zij heeft ook gevoelerige buien; dan kan ze niet dicht genoeg bij me zijn en gedurig aan trapt ze mij op de voeten of ze tikt me nijdig op de vingers, dat ze ervan gloeien en pijn doen.
Zij heeft ook gevoelerige buien; dan kan ze niet dicht genoeg bij me zijn en gedurig aan trapt ze mij op de voeten of ze tikt me nijdig op de vingers, dat ze ervan gloeien en pijn doen.
Zij heeft ook gevoelerige buien; dan kan ze niet dicht genoeg bij me zijn en gedurig aan trapt ze mij op de voeten of ze tikt me nijdig op de vingers, dat ze ervan gloeien en pijn doen.
Zij heeft ook gevoelerige buien; dan kan ze niet dicht genoeg bij me zijn en gedurig aan trapt ze mij op de tenen of ze tikt me nijdig op de vingers, dat ze ervan gloeien en pijn doen. Zij leert me met vuur spelen.
Tersluiks heeft ze een doosje lucifers weggenomen; drie tot tien solferstekken
te gelijk ontbranden, die ze dan onvoorzichtig over mij heen in de richting van de koolemmer gooit.
Stiekum heeft ze een doosje lucifers weggenomen; drie tot tien solferstekken laat ze te gelijk ontbranden die ze dan onvoorzichtig zoo maar over mij heen in de richting van de koolemmer gooit.
Tersluiks heeft ze een doosje lucifers weggenomen; drie tot tien solferstekken
te gelijk ontbranden, die ze dan onvoorzichtig over mij heen in de richting van de koolemmer gooit.
Tersluiks heeft ze een doosje lucifers weggenomen; drie tot tien solferstekken
tegelijk ontbranden, die ze dan onvoorzichtig over mij heen in de richting van de koolemmer gooit.
Tersluiks heeft ze een doosje lucifers weggenomen; drie tot tien solferstekken
tegelijk ontbranden, die ze dan onvoorzichtig over mij heen in de richting van de koolemmer gooit.
Tersluiks heeft ze een doosje lucifers weggenomen; drie tot tien solferstekken ontbranden tegelijk, die ze dan onvoorzichtig over mij heen in de richting van de kolenbak gooit.
Tersluiks heeft ze een doosje lucifers weggenomen; drie tot tien solferstekken ontbranden tegelijk, die ze dan onvoorzichtig over mij heen in de richting van de kolenbak gooit.
Tersluiks heeft ze een doosje lucifers weggenomen; drie tot tien solferstekken ontbranden tegelijk, die ze dan onvoorzichtig over mij heen in de richting van de kolenbak gooit.
Tersluiks heeft ze een doosje lucifers weggenomen; drie tot tien solferstekken ontbranden tegelijk, die ze dan onvoorzichtig over mij heen in de richting van de kolenbak gooit.
Tersluiks heeft ze een doosje lucifers weggenomen; drie tot tien solferstekken ontbranden tegelijk, die ze dan onvoorzichtig over mij heen in de richting van de kolenbak gooit.
Tersluiks heeft ze een doosje lucifers weggenomen; drie tot tien solferstekken ontbranden tegelijk, die ze dan onvoorzichtig over mij heen in de richting van de kolenbak gooit.
Tersluiks heeft ze een doosje lucifers weggenomen; drie tot tien solferstekken ontbranden tegelijk, die ze dan onvoorzichtig over mij heen in de richting van de kolenbak gooit.
Somtijds heb ik het gevoel alsof mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel alsof mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel alsof mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel, dat mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel, dat mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel, dat mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel, dat mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel, dat mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel, dat mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel, dat mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel, dat mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel, dat mijn haar in brand staat.
Somtijds heb ik het gevoel alsof mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel alsof mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel alsof mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel, dat mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel, dat mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel, dat mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel, dat mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel, dat mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel, dat mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel, dat mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel, dat mijn haar in brand staat.Somtijds heb ik het gevoel, dat mijn haar in brand staat.
– Elias, zegt Hermine onverwachts: vertel nog weer van de blauwe hand.– Elias, zegt Hermine onverwachts: vertel nog weder van de blauwe hand.– Elias, zegt Hermine onverwachts: vertel nog weer van de blauwe hand.– Elias, zegt Hermine: vertel nog weer van de blauwe hand.– Elias, zegt Hermine: vertel nog weer van de blauwe hand.– Elias, zegt Hermine: vertel nog eens van de blauwe hand.– Elias, zegt Hermine: vertel nog eens van de blauwe hand.– Elias, zegt Hermine: vertel nog eens van de blauwe hand.– Elias, zegt Hermine: vertel nog eens van de blauwe hand.– Elias, zegt Hermine: vertel nog eens van de blauwe hand.– Elias, zegt Hermine: vertel nog eens van de blauwe hand.– Elias, zegt Hermine: vertel nog eens van de blauwe hand.
Zij heeft zich dicht naast mij op het tapijt
neer laten zinken en ik voel zware huiveringen door haar lichaampje gaan.
Zij heeft zich heel dicht naast mij op het tapijt
neder laten zinken en ik voel zware huiveringen door haar lichaampje gaan.
Zij heeft zich dicht naast mij op het tapijt
neer laten zinken en ik voel zware huiveringen door haar lichaampje gaan.
Zij heeft zich naast mij op het tapijt
neer laten zinken en ik zie een lichte huivering door haar lichaampje gaan.
Zij heeft zich naast mij op het tapijt
neer laten zinken en ik zie een lichte huivering door haar lichaampje gaan.
Zij heeft zich naast mij op het tapijt
neer laten zinken en ik zie een lichte huivering door haar lichaampje gaan.
Zij heeft zich naast mij op het tapijt
neer laten zinken en ik zie een lichte huivering door haar lichaampje gaan.
Zij heeft zich naast mij op het tapijt
neer laten zinken en ik zie een lichte huivering door haar lichaampje gaan.
Zij heeft zich naast mij op het tapijt
neer laten zinken en ik zie een lichte huivering door haar lichaampje gaan.
Zij heeft zich naast mij op het tapijt
neer laten zinken en ik zie een lichte huivering door haar lichaampje gaan.
Zij heeft zich naast mij op het tapijt
neer laten zinken en ik zie een lichte huivering door haar lichaampje gaan.
Ze heeft zich naast mij op het vloerkleed
neer laten zinken en ik zie een lichte huivering door haar lichaam gaan. Het is de eerste keer niet dat ik haar vertel; ze
kent het verhaaltje en bij voorbaat reeds kan ze niet stilzitten van bange
verrukking; ze wil lachen, zuchten en kouwelijk geeuwen te gelijk.Het is de eerste keer niet dat ik er haar van vertel; ze
kent dus het verhaaltje en bij voorbaat reeds kan ze niet meer stilzitten van bange
verrukking: ze wil lachen, zuchten en kouwelijk geeuwen te gelijk.Het is de eerste keer niet dat ik haar vertel; ze
kent het verhaaltje en bij voorbaat reeds kan ze niet stilzitten van bange
verrukking; ze wil lachen, zuchten en kouwelijk geeuwen te gelijk.Het is de eerste keer niet dat ik haar van de blauwe hand vertel; zij
kent het verhaaltje, en toch kan ze niet stilzitten van bange
verwachting; ze wil lachen, zuchten en kouwelijk geeuwen tegelijk.Het is de eerste keer niet dat ik haar van de blauwe hand vertel; zij
kent het verhaaltje, en toch kan ze niet stilzitten van bange
verwachting; ze wil lachen, zuchten en kouwelijk geeuwen tegelijk.Het is de eerste keer niet dat ik haar van de blauwe hand vertel; zij
kent het verhaaltje, en toch kan ze niet stilzitten van bange
verwachting; ze wil lachen, zuchten en kouwelijk geeuwen tegelijk.Het is de eerste keer niet dat ik haar van de blauwe hand vertel; zij
kent het verhaaltje, en toch kan ze niet stilzitten van bange
verwachting; ze wil lachen, zuchten en kouwelijk geeuwen tegelijk.Het is de eerste keer niet dat ik haar van de blauwe hand vertel; zij
kent het verhaaltje, en toch kan ze niet stilzitten van bange
verwachting; ze wil lachen, zuchten en kouwelijk geeuwen tegelijk.Het is de eerste keer niet dat ik haar van de blauwe hand vertel; zij
kent het verhaaltje, en toch kan ze niet stilzitten van bange
verwachting; ze wil lachen, zuchten en kouwelijk geeuwen tegelijk.Het is de eerste keer niet dat ik haar van de blauwe hand vertel; zij
kent het verhaaltje, en toch kan ze niet stilzitten van bange
verwachting; ze wil lachen, zuchten en kouwelijk geeuwen tegelijk.Het is de eerste keer niet dat ik haar van de blauwe hand vertel; zij
kent het verhaaltje, en toch kan ze niet stilzitten van bange
verwachting; ze wil lachen, zuchten en kouwelijk geeuwen tegelijk.Het is de eerste keer niet dat ik haar van de blauwe hand vertel; Hermine
kent het verhaaltje, en toch kan ze niet stilzitten van bange
verwachting; ze wil lachen, zuchten en kouwelijk geeuwen tegelijk. En argeloos begin
ik een
duister gebeuren te vertellen van toen ik, moederziel alleen, op een winteravond in mijn bed lag.
En argeloos, begin
ik een
duister gebeuren te vertellen van toen ik, moederziel alleen, op een winteravond ziek in mijn bedje lag.
En argeloos begin
ik een
duister gebeuren te vertellen van toen ik, moederziel alleen, op een winteravond in mijn bed lag.
En argeloos begin
ik een
duister gebeuren te vertellen van toen ik, moederziel alleen, op een winteravond in mijn bed lag.
En argeloos begin
ik een
duister gebeuren te vertellen van toen ik, moederziel alleen, op een winteravond in mijn bed lag.
En argeloos begin
ik een
duister gebeuren te vertellen van toen ik, moederziel alleen, op een winteravond in mijn bed lag.
En argeloos begin
ik een
duister gebeuren te vertellen van toen ik, moederziel alleen, op een winteravond in mijn bed lag.
En argeloos begin
ik een
duister gebeuren te vertellen van toen ik, moederziel alleen, op een winteravond in mijn bed lag.
En argeloos begin
ik een
duister gebeuren te vertellen van toen ik, moederziel alleen, op een winteravond in mijn bed lag.
En argeloos begin
ik een
duister gebeuren te vertellen van toen ik, moederziel alleen, op een winteravond in mijn bed lag.
En argeloos begin
ik een
duister gebeuren te vertellen van toen ik, moederziel alleen, op een winteravond in mijn bed lag.
En argeloos begin
ik van een duister gebeuren te vertellen van toen ik, moederziel alleen, op een winteravond in mijn bed lag.
Pas was ik ontwaakt, en ik wilde alweer dadelijk opnieuw in slaap vallen; maar ik kon die warme plooi niet terugvinden en dat eigenste heerlijke kuiltje van daar straks, waar mijn lichaam
zoo goed in paste,
zoodat ik er vast en omsloten in
gelegen had.Pas was ik ontwaakt, en ik wilde alweer dadelijk opnieuw in slaap vallen; maar ik kon die warme plooi niet terugvinden en dat eigenste uitgeholde kuiltje van daar straks, waar mijn lichaam
zoo goed in paste,
zoodat ik er vast en omsloten in
gelegen had.Pas was ik ontwaakt, en ik wilde alweer dadelijk opnieuw in slaap vallen; maar ik kon die warme plooi niet terugvinden en dat eigenste uitgeholde kuiltje van daar straks, waar mijn lichaam
zoo goed in paste,
zoodat ik er vast en omsloten in
gelegen had.Pas was ik ontwaakt, en ik wilde alweer dadelijk opnieuw in slaap vallen; maar ik kon die warme plooi niet terugvinden en dat eigenste heerlijke kuiltje van daar straks, waar mijn lichaam
zoo goed in paste,
zoodat ik er vast omsloten in
liggen kon.Pas was ik ontwaakt, en ik wilde alweer dadelijk opnieuw in slaap vallen; maar ik kon die warme plooi niet terugvinden en dat eigenste heerlijke kuiltje van daar straks, waar mijn lichaam
zoo goed in paste,
zoodat ik er vast omsloten in
liggen kon.Pas was ik ontwaakt, en ik wilde alweer dadelijk opnieuw in slaap vallen; maar ik kon die warme plooi niet terugvinden en dat eigenste heerlijke kuiltje van daar even, waar mijn lichaam
zo goed in paste,
zodat ik er vast omsloten in
liggen kon.Pas was ik ontwaakt, en ik wilde alweer dadelijk opnieuw in slaap vallen; maar ik kon die warme plooi niet terugvinden en dat eigenste heerlijke kuiltje van daar straks, waar mijn lichaam
zo goed in paste,
zodat ik er vast omsloten in
liggen kon.Pas was ik ontwaakt, en ik wilde alweer dadelijk opnieuw in slaap vallen; maar ik kon die warme plooi niet terugvinden en dat eigenste heerlijke kuiltje van daareven, waar mijn lichaam
zo goed in paste,
zodat ik er vast omsloten in
liggen kon.Pas was ik ontwaakt, en ik wilde alweer dadelijk opnieuw in slaap vallen; maar ik kon die warme plooi niet terugvinden en dat eigenste heerlijke kuiltje van daareven, waar mijn lichaam
zo goed in paste,
zodat ik er vast omsloten in
liggen kon.Pas was ik ontwaakt, en ik wilde alweer dadelijk opnieuw in slaap vallen; maar ik kon die warme plooi niet terugvinden en dat eigenste heerlijke kuiltje van daareven, waar mijn lichaam
zo goed in paste,
zodat ik er vast omsloten in
liggen kon.Pas was ik ontwaakt, en ik wilde alweer dadelijk opnieuw in slaap vallen; maar ik kon die warme plooi niet terugvinden en dat eigenste heerlijke kuiltje van daareven, waar mijn lichaam
zo goed in paste,
zodat ik er vast omsloten in
liggen kon.Pas ontwaakt, wilde ik alweer dadelijk opnieuw in slaap vallen; maar ik kon die warme plooi niet terugvinden en dat eigenste heerlijk kuiltje van daareven, waar mijn lichaam
zo goed in paste
en vast omsloten erin
liggen kon. Ik begon me om te draaien, te keeren, te woelen; eindelijk was er geen plekje meer in bed te vinden om nu eens
lekker te liggen soezen.Ik begon me om te draaien, te keeren, te woelen; eindelijk was er geen plekje meer in bed te vinden om nu eens
lekker te liggen soezen.Ik begon me om te draaien, te keeren, te woelen; eindelijk was er geen plekje meer in bed te vinden om nu eens
lekker te liggen soezen.Ik draaide mij om en woelde mijn voeten bloot; eindelijk was er geen plekje meer in bed te vinden om nu eens
fijntjes te liggen soezen.Ik draaide mij om en woelde mijn voeten bloot; eindelijk was er geen plekje meer in bed te vinden om nu eens
fijntjes te liggen soezen.Ik draaide mij om en woelde mijn voeten bloot; eindelijk was er geen plekje meer in bed te vinden om nu eens
fijntjes te liggen soezen.Ik draaide mij om en woelde mijn voeten bloot; eindelijk was er geen plekje meer in bed te vinden om nu eens
fijntjes te liggen soezen.Ik draaide mij om en woelde mijn voeten bloot; eindelijk was er geen plekje meer in bed te vinden om nu eens
fijntjes te liggen soezen.Ik draaide mij om en woelde mijn voeten bloot; eindelijk was er geen plekje meer in bed te vinden om nu eens
fijntjes te liggen soezen.Ik draaide mij om en woelde mijn voeten bloot; eindelijk was er geen plekje meer in bed te vinden om nu eens
fijntjes te liggen soezen.Ik draaide mij om en woelde mijn voeten bloot; eindelijk was er geen plekje meer in bed te vinden om nu eens
fijntjes te liggen soezen.Ik draaide mij om en woelde mijn voeten bloot; eindelijk was er geen plekje meer in bed te vinden om eens
fijntjes te liggen soezen. Ik lag op mijn rug, de armen onder het hoofd, gelijk 's morgens als men wakker ligt en het nog te vroeg is om op te staan. De ijsbloemen kraakten op de bevroren ruiten. Op straat liep een paard met een bel.Op straat liep een paard in de sneeuw met een klingelende bel.Op straat liep een paard met een bel.Op straat liep een paard met een bel.Op straat liep een paard met een bel.Op straat liep een paard met een bel.Op straat liep een paard met een bel.Op straat liep een paard met een bel.Op straat liep een paard met een bel.Op straat liep een paard met een bel.Op straat liep een paard met een bel.Op straat liep een paard met een bel. Ik liet het heetgestookte hoofd van links naar rechts vallen en een poos lag ik te staren naar het nachtlichtje, dat achter een blauwe
flesch te beven stond.Ik liet het heetgestookte hoofd van links naar rechts vallen en een poos lag ik te staren naar het nachtlichtje, dat achter een blauwe
flesch te beven stond.Ik liet het heetgestookte hoofd van links naar rechts vallen en een poos lag ik te staren naar het nachtlichtje, dat achter een blauwe
flesch te beven stond.Ik liet het heetgestookte hoofd van links naar rechts vallen en een poos lag ik te staren naar het nachtlichtje, dat achter een blauwe
flesch te beven stond.Ik liet het heetgestookte hoofd van links naar rechts vallen en een poos lag ik te staren naar het nachtlichtje, dat achter een blauwe
flesch te beven stond.Ik liet mijn heetgestookte hoofd van links naar rechts vallen en een poos lag ik te staren naar het nachtlichtje, dat achter een blauwe
fles te beven stond.Ik liet mijn heetgestookte hoofd van links naar rechts vallen en een poos lag ik te staren naar het nachtlichtje, dat achter een blauwe
fles te beven stond.Ik liet mijn heetgestookte hoofd van links naar rechts vallen en een poos lag ik te staren naar het nachtlichtje, dat achter een blauwe
fles te beven stond.Ik liet mijn heetgestookte hoofd van links naar rechts vallen en een poos lag ik te staren naar het nachtlichtje, dat achter een blauwe
fles te beven stond.Ik liet mijn heetgestookte hoofd van links naar rechts vallen en een poos lag ik te staren naar het nachtlichtje, dat achter een blauwe
fles te beven stond.Ik liet mijn heetgestookte hoofd van links naar rechts vallen en een poos lag ik te staren naar het nachtlichtje, dat achter een blauwe
fles te beven stond.Ik liet mijn heetgestookte hoofd van links naar rechts vallen en een poos lag ik te staren naar het nachtlichtje, dat achter een doorschijnende, blauwe
fles te beven stond.
Beneden in huis hoorde ik bij tijden duidelijk een pot op het vuur zetten en herhaaldelijk miaauwde de kat in de keuken.
Beneden, in huis, hoorde ik bij tijden duidelijk een pot op het vuur zetten en herhaaldelijk miauwde de kat in de keuken.
Beneden in huis hoorde ik bij tijden duidelijk een pot op het vuur zetten en herhaaldelijk miaauwde de kat in de keuken.
Beneden in huis hoorde ik bij wijlen duidelijk een pot op het vuur zetten en herhaaldelijk miaauwde de kat in de keuken.
Beneden in huis hoorde ik bijwijlen duidelijk een pot op het vuur zetten en herhaaldelijk miaauwde de kat in de keuken.
Beneden in huis hoorde ik bijwijlen duidelijk een pot op het vuur zetten en herhaaldelijk miauwde de kat
in ik
de keuken.
Beneden in huis hoorde ik bijwijlen duidelijk een pot op het vuur zetten en herhaaldelijk miauwde de kat in de keuken.
Beneden in huis hoorde ik bijwijlen duidelijk een pot op het vuur zetten en herhaaldelijk miauwde de kat in de keuken.
Beneden in huis hoorde ik bijwijlen duidelijk een pot op het vuur zetten en herhaaldelijk miauwde de kat in de keuken.
Beneden in huis hoorde ik bijwijlen duidelijk een pot op het vuur zetten en herhaaldelijk miauwde de kat in de keuken.
Beneden in huis hoorde ik bijwijlen duidelijk een pot op het vuur zetten en herhaaldelijk miauwde de kat in de keuken.
Beneden, in huis, hoorde ik bijwijlen duidelijk een pot op het vuur zetten en herhaaldelijk miauwde de kat in de keuken.
Als ik op het beddegoed staarde:
aan het voeteneinde zag ik iets bewegen waar ik niet goed
uit wijs kon worden.
Als ik op het beddegoed staarde:
aan het voeteneinde zag ik iets bewegen waar ik niet goed
uit wijs kon worden.
Als ik op het beddegoed staarde:
aan het voeteneinde zag ik iets bewegen waar ik niet goed
uit wijs kon worden.
Als ik op het beddegoed staarde,
zag ik aan het voeteneinde
iets bewegen waar ik niet goed
uit wijs kon worden.
Als ik op het beddegoed staarde,
zag ik aan het voeteneinde
iets bewegen waar ik niet goed
wijs kon uit worden.
Toen ik op het beddegoed staarde,
zag ik aan het voeteneinde
iets bewegen waar ik niet goed
wijs kon uit worden.
Toen ik op het beddegoed staarde,
zag ik aan het voeteneinde
iets bewegen waar ik niet goed
wijs kon uit worden.
Toen ik op het beddegoed staarde,
zag ik aan het voeteneinde
iets bewegen waar ik niet goed
wijs kon uit worden.
Toen ik op het beddegoed staarde,
zag ik aan het voeteneinde
iets bewegen waar ik niet goed
wijs kon uit worden.
Toen ik op het beddegoed staarde,
zag ik aan het voeteinde
iets bewegen waar ik niet goed
wijs kon uit worden.
Toen ik op het beddegoed staarde,
zag ik aan het voeteinde
iets bewegen waar ik niet goed
wijs kon uit worden.
Toen ik op het beddegoed staarde,
zag ik aan het voeteinde
iets bewegen waar ik niet goed
wijs kon uit worden. Het was als een ineengeduwde kous, maar toch anders ook, want hobbelig,
met
beweeglijke
deelen
er aan vast
waarop ze scheen te rusten als op inzakkende krabbepooten.Het was als een ineengeduwde kous, maar toch ànders ook, want hobbelig,
zoo met
beweeglijke
deelen
eraan
waarop ze scheen te rusten als op inzakkende krabbepooten.Het was als een ineengeduwde kous, maar toch anders ook, want hobbelig,
met
beweeglijke
deelen
er aan vast
waarop ze scheen te rusten als op inzakkende krabbepooten.Het was als een opgerolde kous, maar toch ànders, want
met
beweeglijke
deelen
er aan vast
scheen het op inzakkende
krabbepooten te rusten.Het was als een opgerolde kous, maar toch ànders, want
met
beweeglijke
deelen
er aan vast
scheen het op inzakkende
krabbepooten te rusten.Het was als een opgerolde kous, maar toch ànders, want
met
beweeglijke
delen
eraan vast
scheen het op inzakkende
krabbepoten te rusten.Het was als een opgerolde kous, maar toch ànders, want
met
beweeglijke
delen
eraan vast
scheen het op inzakkende
krabbepoten te rusten.Het was als een opgerolde kous, maar toch ànders, want
met
beweeglijke
delen
eraan vast
scheen het op inzakkende
krabbepoten te rusten.Het was als een opgerolde kous, maar toch ànders, want
met
beweeglijke
delen
eraan vast
scheen het op inzakkende
krabbepoten te rusten.Het was als een opgerolde kous, maar toch ànders, want
met
beweeglijke
delen
eraan vast
scheen het op inzakkende
krabbepoten te rusten.Het was als een opgerolde kous, maar toch ànders, want
met
beweeglijke
delen
eraan vast
scheen het op inzakkende
krabbepoten te rusten.Het was als een opgerolde kous, maar toch ànders, want
met
bewegelijke
delen
eraan vast
scheen het op inzakkende
krabbepoten te rusten. Voorzichtig trok ik langzaam mijn voeten in, eerst mijn linker en dan mijn rechter.Voorzichtig trok ik langzaam mijn voeten in, eerst mijn linker en dan mijn rechter.Voorzichtig trok ik langzaam mijn voeten in, eerst mijn linker en dan mijn rechter.Voorzichtig trok ik langzaam mijn voeten in, eerst mijn linker en dan mijn rechter.Voorzichtig trok ik langzaam mijn voeten in, eerst mijn linker en dan mijn rechter.Voorzichtig trok ik langzaam mijn voeten in, eerst mijn linker en dan mijn rechter.Voorzichtig trok ik langzaam mijn voeten in, eerst mijn linker en dan mijn rechter.Voorzichtig trok ik langzaam mijn voeten in, eerst mijn linker en dan mijn rechter.Voorzichtig trok ik langzaam mijn voeten in, eerst mijn linker en dan mijn rechter.Voorzichtig trok ik langzaam mijn voeten in, eerst mijn linker en dan mijn rechter.Voorzichtig trok ik langzaam mijn voeten in, eerst mijn linker en dan mijn rechter.Voorzichtig trok ik langzaam mijn voeten in, eerst mijn linker‐ en dan mijn rechtervoet.
Doch toen mijn rechter nog maar pas bewogen had, verroerde het monsterachtige ding en het kwam dichtbij.
Doch, toen mijn rechter nog maar pas bewogen had, verroerde het monsterachtige ding en het kwam dichtbij.
Doch toen mijn rechter nog maar pas bewogen had, verroerde het monsterachtige ding en het kwam dichtbij.
Toen mijn rechter maar pas bewogen had, verroerde het monsterachtige ding en het kwam dichterbij.
Toen mijn rechter maar pas bewogen had, verroerde het monsterachtige ding en het kwam dichterbij.
Toen mijn rechter maar pas bewogen had, verroerde het monsterachtige ding en het kwam dichterbij.
Toen mijn rechter maar pas bewogen had, verroerde het monsterachtige ding en het kwam dichterbij.
Toen mijn rechter maar pas bewogen had, verroerde het monsterachtige ding en het kwam dichterbij.
Toen mijn rechter maar pas bewogen had, verroerde het monsterachtige ding en het kwam dichterbij.
Toen mijn rechter maar pas bewogen had, verroerde het monsterachtige ding en het kwam dichterbij.
Toen mijn rechter maar pas bewogen had, verroerde het monsterachtige ding en het kwam dichterbij.
Toen mijn rechter maar pas bewogen had, verroerde het monsterachtige ding en het kwam dichterbij.
En nu ik het eenmaal
verontrustte wilde het niet meer stilliggen.En nu ik het eenmaal
verontrust had wilde het niet meer blijven stilliggen.En nu ik het eenmaal
verontrustte wilde het niet meer stilliggen.En nu het eenmaal
verontrust was, wilde het niet meer stilliggen.En nu het eenmaal
verontrust was, wilde het niet meer stilliggen.En nu het eenmaal
verontrust was, wilde het niet meer stilliggen.En nu het eenmaal
verontrust was, wilde het niet meer stilliggen.En nu het eenmaal
verontrust was, wilde het niet meer stilliggen.En nu het eenmaal
verontrust was, wilde het niet meer stilliggen.En nu het eenmaal
verontrust was, wilde het niet meer stilliggen.En nu het eenmaal
verontrust was, wilde het niet meer stilliggen.En nu het eenmaal
verontrust was, wilde het niet meer stilliggen.
Op eens zag ik met schrik: ik herkende een blauwe, leelijk verwrongen hand die met tergende, kruipende traagheid op mij afkwam.
Op eens zag ik met schrik: ik herkende een blauwe, leelijk verwrongen hand die met tergende, kruipende traagheid op mij afkwam.
Op eens zag ik met schrik: ik herkende een blauwe, leelijk verwrongen hand die met tergende, kruipende traagheid op mij afkwam.
Op eens zag ik met schrik: ik herkende een blauwe, leelijk verwrongen hand die met tergende traagheid naar mij toe kwam gekropen.
Op eens zag ik met schrik: ik erkende een blauwe, leelijk verwrongen hand die met tergende traagheid naar mij toe kwam gekropen.
Op eens zag ik met schrik: ik herkende een blauwe, lelijk verwrongen hand die met tergende traagheid naar mij toe kwam gekropen.
Op eens zag ik met schrik: ik herkende een blauwe, lelijk verwrongen hand die met tergende traagheid naar mij toe kwam gekropen.
Opeens zag ik met schrik: ik herkende een blauwe, lelijk verwrongen hand die met tergende traagheid naar mij toe kwam gekropen.
Opeens zag ik met schrik: ik herkende een blauwe, lelijk verwrongen hand die met tergende traagheid naar mij toe kwam gekropen.
Opeens zag ik met schrik: ik herkende een blauwe, lelijk verwrongen hand die met tergende traagheid naar mij toe kwam gekropen.
Opeens zag ik met schrik: ik herkende een blauwe, lelijk verwrongen hand die met tergende traagheid naar mij toe kwam gekropen.
Opeens zag ik met schrik: ik herkende een blauwe, lelijk verwrongen hand die met tergende traagheid naar mij toe kwam geslopen.
Ze was nu reeds tot aan mijn knie
naar boven geklommen en ik kon overdenken hoeveel tijd ze noodig kon hebben om mijn borst te bereiken; nog een paar vreeselijke
oogenblikken – en in mijn eigen bed zou ik verwurgd liggen.
Ze was nu reeds tot aan mijn knieeën
komen aankruipen en ik kon overdenken hoeveel tijd ze noodig kon hebben om mijn borst te bereiken; nog een paar vreeselijke
oogenblikken – en in mijn eigen bed zou ik zonder omhaal en meedogenloos verwurgd liggen.
Ze was nu reeds tot aan mijn knie
naar boven geklommen en ik kon overdenken hoeveel tijd ze noodig kon hebben om mijn borst te bereiken; nog een paar vreeselijke
oogenblikken – en in mijn eigen bed zou ik verwurgd liggen.
Ze was nu reeds tot aan mijn knie
naar boven geklommen en ik voorzag dat ze in korte tijd mijn borst bereiken zou; nog een paar vreeselijke
oogenblikken, – en in mijn eigen bed
lag ik als een vogeltje met dichtgeknepen keel.
Ze was nu reeds tot aan mijn knie
naar boven geklommen en ik voorzag dat ze in korte tijd mijn borst bereiken zou; nog een paar vreeselijke
oogenblikken, – en in mijn eigen bed
lag ik als een vogeltje met dichtgeknepen keel.
Ze was nu reeds tot aan mijn knie
naar boven geklommen en ik voorzag dat ze in korte tijd mijn borst bereiken zou; nog een paar vreselijke
ogenblikken, – en in mijn eigen bed
lag ik als een vogeltje met dichtgeknepen keel.
Ze was nu reeds tot aan mijn knie
naar boven geklommen en ik voorzag dat ze in korte tijd mijn borst bereiken zou; nog een paar vreselijke
ogenblikken, – en in mijn eigen bed
lag ik als een vogeltje met dichtgeknepen keel.
Ze was nu reeds tot aan mijn knie
geklommen en ik voorzag dat ze in korte tijd mijn borst bereiken zou; nog een paar vreselijke
ogenblikken, – en in mijn eigen bed
lag ik als een vogeltje met dichtgeknepen keel.
Ze was nu reeds tot aan mijn knie
geklommen en ik voorzag dat ze in korte tijd mijn borst bereiken zou; nog een paar vreselijke
ogenblikken, – en in mijn eigen bed
lag ik als een vogeltje met dichtgeknepen keel.
Ze was nu reeds tot aan mijn knie
geklommen en ik voorzag dat ze in korte tijd mijn borst bereiken zou; nog een paar vreselijke
ogenblikken, – en in mijn eigen bed
lag ik als een vogeltje met dichtgeknepen keel.
Ze was nu reeds tot aan mijn knie
geklommen en ik voorzag dat ze in korte tijd mijn borst bereiken zou; nog een paar vreselijke
ogenblikken, – en in mijn eigen bed
lag ik als een vogeltje met dichtgeknepen keel.
Ze was nu reeds tot aan mijn knie
opgeklommen en ik voorzag dat ze in korte tijd mijn borst bereiken zou; nog een paar vreselijke
ogenblikken, – en in mijn eigen bed
ging ik als een vogeltje met een dichtgeknepen keel liggen.
Listig probeerde ik me om te keeren; ik lag op mijn buik, het gelaat in het kussen verborgen.
Listig Lustig
probeerde ik me om te draaien; ik lag op mijn buik, het gelaat in het kussen verborgen.
Listig probeerde ik me om te keeren; ik lag op mijn buik, het gelaat in het kussen verborgen.
Listig probeerde ik me om te keeren; ik lag op mijn buik, het gelaat in het kussen verborgen.
Listig probeerde ik me om te keeren; ik lag op mijn buik, het gelaat in het kussen verborgen.
Listig probeerde ik me om te keren; ik lag op mijn buik, het gelaat in het kussen verborgen.
Listig probeerde ik me om te keren; ik lag op mijn buik, het gelaat in het kussen verborgen.
Listig probeerde ik me om te keren; ik lag op mijn buik, het gelaat in het kussen verborgen.
Listig probeerde ik me om te keren; ik lag op mijn buik, het gelaat in het kussen verborgen.
Listig probeerde ik me om te keren; ik lag op mijn buik, het gelaat in het kussen verborgen.
Listig probeerde ik me om te keren; ik lag op mijn buik, het gelaat in het kussen verborgen.
Listig probeerde ik me om te keren; ik lag op mijn buik, het gelaat in het kussen gedrukt.
Een poos deed ik als een zwemmer bewegingen met armen en beenen, in afwachting van het ergste dat gebeuren kon.
Een poos deed ik als een zwemmer bewegingen met armen en beenen, in afwachting van het ergste dat gebeuren kon.
Een poos deed ik als een zwemmer bewegingen met armen en beenen, in afwachting van het ergste dat gebeuren kon.
Met armen en beenen deed ik een poos zwembewegingen, in afwachting dat het ergste gebeurde.
Met armen en beenen deed ik een poos zwembewegingen, in afwachting dat het ergste gebeurde.
Met armen en benen deed ik een poos zwembewegingen, in afwachting dat het ergste gebeuren zou.
Met armen en benen deed ik een poos zwembewegingen, in afwachting dat het ergste gebeuren zou.
Met armen en benen deed ik een poos zwembewegingen, in afwachting dat het ergste gebeuren zou.
Met armen en benen deed ik een poos zwembewegingen, in afwachting dat het ergste gebeuren zou.
Met armen en benen deed ik een poos zwembewegingen, in afwachting dat het ergste gebeuren zou.
Met armen en benen deed ik een poos zwembewegingen, in afwachting dat het ergste gebeuren zou.
Met armen en benen deed ik zwembewegingen, in afwachting dat het ergste kwam te gebeuren.
Een koude rilling bliksemde door mijn rug, als ware er een bevroren vingertop tellend over de knobbels van mijn ruggegraat geschoven.Een koude rilling bliksemde door mijn rug, als ware er een bevroren vingertop tellend over de knobbels van mijn ruggegraat geschoven.Een koude rilling bliksemde door mijn rug, als ware er een bevroren vingertop tellend over de knobbels van mijn ruggegraat geschoven.Een koude rilling bliksemde door mijn rug, alsof er een bevroren vingertop tellend over de knobbels van mijn ruggegraat geschoven was.Een koude rilling bliksemde door mijn rug, alsof er een bevroren vingertop tellend over de knobbels van mijn ruggegraat geschoven was.Een koude rilling bliksemde door mijn rug, alsof er een bevroren vingertop tellend over de knobbels van mijn ruggegraat geschoven was.Een koude rilling bliksemde door mijn rug, alsof er een bevroren vingertop tellend over de knobbels van mijn ruggegraat geschoven was.Een koude rilling bliksemde door mijn rug, alsof er een bevroren vingertop tellend over de knobbels van mijn ruggegraat geschoven was.Een koude rilling bliksemde door mijn rug, alsof er een bevroren vingertop tellend over de knobbels van mijn ruggegraat geschoven was.Een koude rilling bliksemde door mijn rug, alsof er een bevroren vingertop tellend over de knobbels van mijn ruggegraat geschoven was.Een koude rilling bliksemde door mijn rug, alsof er een bevroren vingertop tellend over de knobbels van mijn ruggegraat geschoven was.Een koude rilling bliksemde door mijn rug, alsof er een bevroren vingertop tellend over de knobbels van mijn ruggegraat schoof. Op mijn schouders kwam een zwaarte rusten; maar hooger
kwam die niet en het bleef zoo altijd hetzelfde.Op mijn schouders kwam een zwaarte rusten; maar hooger
kwam die niet en het bleef zoo altijd hetzelfde.Op mijn schouders kwam een zwaarte rusten; maar hooger
kwam die niet en het bleef zoo altijd hetzelfde.Op mijn schouder kwam een zwaarte rusten; maar hooger
klom die niet en het bleef zóó altijd hetzelfde.Op mijn schouder kwam een zwaarte rusten; maar hooger
klom die niet en het bleef zóó altijd hetzelfde.Op mijn schouder kwam een zwaarte rusten; maar hoger
klom die niet en het bleef zó altijd hetzelfde.Op mijn schouder kwam een zwaarte rusten; maar hoger
klom die niet en het bleef zó altijd hetzelfde.Op mijn schouder kwam een zwaarte rusten; maar hoger
klom die niet en het bleef zó altijd hetzelfde.Op mijn schouder kwam een zwaarte rusten; maar hoger
klom die niet en het bleef zó altijd hetzelfde.Op mijn schouder kwam een zwaarte rusten; maar hoger
klom die niet en het bleef zó altijd hetzelfde.Op mijn schouder kwam een zwaarte rusten; maar hoger
klom die niet en het bleef zó altijd hetzelfde.Op mijn schouder kwam een zwaarte rusten; maar hoger
klom die niet op. Het bleef zó altijd hetzelfde.
Eindelijk wentelde ik me om, met een ruk als om het gevaar dat me beloerde te verschrikken.
Eindelijk wentelde ik me om, met een ruk als om het gevaar dat me beloerde te verschrikken.
Eindelijk wentelde ik me om, met een ruk als om het gevaar dat me beloerde te verschrikken.
Met een forsche draai keerde ik mij om, om het gevaar dat me beloerde op de vlucht te jagen.
Met een forsche draai keerde ik mij om, om het gevaar dat me beloerde op de vlucht te jagen.
Met een forse draai keerde ik mij om, om het gevaar dat me beloerde op de vlucht te jagen.
Met een forse draai keerde ik mij om, om het gevaar dat me beloerde op de vlucht te jagen.
Met een forse draai keerde ik mij om, om het gevaar dat me beloerde op de vlucht te jagen.
Met een forse draai keerde ik mij om, om het gevaar dat me beloerde op de vlucht te jagen.
Met een forse draai keerde ik mij om, om het gevaar dat me beloerde op de vlucht te jagen.
Met een forse draai keerde ik mij om, om het gevaar dat me beloerde op de vlucht te jagen.
Met een forse draai keerde ik mij om, om het gevaar dat me beloerde te verjagen.
Als mijne moeder op mijn gehuil naar boven kwam, heb ik de
oogen durven openen.
Als mijne moeder op mijn gehuil naar boven gekomen is, heb ik de
oogen durven openen.
Als mijne moeder op mijn gehuil naar boven kwam, heb ik de
oogen durven openen.
Eerst toen mijne moeder naar boven kwam, heb ik de
oogen durven openen.
Eerst toen mijne moeder naar boven kwam, heb ik de
oogen durven openen.
Eerst toen mijne moeder naar boven kwam, heb ik mijn
ogen durven openen.
Eerst toen mijne moeder naar boven kwam, heb ik mijn
ogen durven openen.
Eerst toen mijne moeder naar boven kwam, heb ik mijn
ogen durven openen.
Eerst toen mijne moeder naar boven kwam, heb ik mijn
ogen durven openen.
Eerst toen mijne moeder naar boven kwam, heb ik mijn
ogen durven openen.
Eerst toen mijne moeder naar boven kwam, heb ik mijn
ogen durven openen.
Eerst toen mijne moeder naar boven kwam, heb ik mijn
ogen durven opendoen. Vóór ik haar vertellen kon van de blauwe hand, bukte
zij zich om iets van de grond op te rapen.Vóór ik haar vertellen kon van de blauwe hand, bukte
zij zich om iets van de grond op te rapen.Vóór ik haar vertellen kon van de blauwe hand, bukte
zij zich om iets van de grond op te rapen.Vóór ik haar vertellen kon van de blauwe hand, bukte
zij zich om iets van de grond op te rapen.Vóór ik haar vertellen kon van de blauwe hand, bukte
zij zich om iets van de grond op te rapen.Vóór ik haar vertellen kon van de blauwe hand, bukte
zij zich om iets van de grond op te rapen.Vóór ik haar vertellen kon van de blauwe hand, bukte
zij zich om iets van de grond op te rapen.Vóór ik haar vertellen kon van de blauwe hand, bukte
zij zich om iets van de grond op te rapen.Vóór ik haar vertellen kon van de blauwe hand, bukte
zij zich om iets van de grond op te rapen.Vóór ik haar vertellen kon van de blauwe hand, bukte
zij zich om iets van de grond op te rapen.Vóór ik haar vertellen kon van de blauwe hand, bukte
zij zich om iets van de grond op te rapen.Vóór ik haar vertellen kon van de blauwe hand, bukte
ze zich om iets van de grond op te rapen.
Ondertusschen
hoorde ik haar, daar omlaag, aan mijn zijde zeggen: dat meneer doktoor zijn handschoen vergeten was.
Onderwijl
hoor ik haar, daar omlaag, aan mijn zijde zeggen: dat meneer doktoor zijn handschoen vergeten is.
Ondertusschen
hoorde ik haar, daar omlaag, aan mijn zijde zeggen: dat meneer doktoor zijn handschoen vergeten was.
Ondertusschen
hoorde ik haar droogjes zeggen: dat meneer‐doktoor zijn handschoen vergeten was.
Ondertusschen
hoorde ik haar droogjes zeggen: dat meneer‐doktoor zijn handschoen vergeten was.
Ondertussen
hoorde ik haar droogjes zeggen: dat meneer‐doktoor zijn handschoen vergeten was.
Ondertussen
hoorde ik haar droogjes zeggen: dat meneer‐doktoor zijn handschoen vergeten was.
Ondertussen
hoorde ik haar droogjes zeggen: dat meneer‐doktoor zijn handschoen vergeten was.
Ondertussen
hoorde ik haar droogjes zeggen: dat meneer‐doktoor zijn handschoen vergeten was.
Ondertussen
hoorde ik haar droogjes zeggen: dat meneer‐doktoor zijn handschoen vergeten was.
Ondertussen
hoorde ik haar droogjes zeggen: dat meneer‐doktoor zijn handschoen vergeten was.
Inmiddels
hoorde ik haar droogjes zeggen: dat meneer‐doktoor zijn handschoen vergeten was.
Aloysius heeft me
weer naar de beek gelokt.Aloysius heeft me
weder naar de beek gelokt.Aloysius heeft me
weer naar de beek gelokt.Aloysius heeft mij
weer naar de beek gelokt.Aloysius heeft mij
weer naar de beek gelokt.Aloysius heeft mij
weer naar de beek gelokt.Aloysius heeft mij
weer naar de beek gelokt.Aloysius heeft mij
weer naar de beek gelokt.Aloysius heeft mij
weer naar de beek gelokt.Aloysius heeft mij
weer naar de beek gelokt.Aloysius heeft mij
weer naar de beek gelokt.Aloysius heeft me
weer naar de beek gelokt. Op de weide grazen
hooge, bontgevlekte runders in de avondzon.Op de weide grazen nu
hooge, bontgevlekte runderen in de avondzon.Op de weide grazen
hooge, bontgevlekte runders in de avondzon.Op de weide grazen
hooge, bontgevlekte runders in de avondzon.Op de weide grazen
hooge, bontgevlekte runders in de avondzon.Op de weide grazen
hoge, bontgevlekte runders in de avondzon.Op de weide grazen
hoge, bontgevlekte runders in de avondzon.Op de weide grazen
hoge, bontgevlekte runders in de avondzon.Op de weide grazen
hoge, bontgevlekte runders in de avondzon.Op de weide grazen
hoge, bontgevlekte runders in de avondzon.Op de weide grazen
hoge, bontgevlekte runders in de avondzon.Op de weide grazen
hoge, bontgevlekte runders in de avondzon. Wij spreken af: ik zal hier op hem wachten.Wij spreken af: ik zal hier op hem blijven wachten.Wij spreken af: ik zal hier op hem wachten.Wij spreken af: hier zal ik op hem wachten.Wij spreken af: hier zal ik op hem wachten.Wij spreken af: hier zal ik op hem wachten.Wij spreken af: hier zal ik op hem wachten.Wij spreken af: hier zal ik op hem wachten.Wij spreken af: hier zal ik op hem wachten.Wij spreken af: hier zal ik op hem wachten.Wij spreken af: hier zal ik op hem wachten.Wij spreken af: hier zal ik op hem wachten. Hij neemt een lange stok en maakt zich gereed om over het water te springen.Hij neemt een lange staak uit zijn schuilplaats en maakt zich gereed om over het water te springen.Hij neemt een lange stok en maakt zich gereed om over het water te springen.Hij neemt een lange stok en maakt zich gereed om over het water te springen.Hij neemt een lange stok en maakt zich gereed om over het water te springen.Hij neemt een lange stok en maakt zich gereed om over het water te springen.Hij neemt een lange stok en maakt zich gereed om over het water te springen.Hij neemt een lange stok en maakt zich gereed om over het water te springen.Hij neemt een lange stok en maakt zich gereed om over het water te springen.Hij neemt een lange stok en maakt zich gereed om over het water te springen.Hij neemt een lange stok en maakt zich gereed om over het water te springen.Hij neemt een lange stok en maakt zich gereed om over het water te springen.
Op het laatste nippertje vraag ik hem: waar hij zich naartoe begeeft?
Op het laatste nippertje vraag ik hem: waar hij zich naartoe begeeft?
Op het laatste nippertje vraag ik hem: waar hij zich naartoe begeeft?
Ik vraag hem nog: waar naartoe hij zich begeeft?
Ik vraag hem nog: waar naartoe hij zich begeeft?
Ik vraag hem nog: waar hij zich naartoe begeeft?
Ik vraag hem nog: waar hij zich naartoe begeeft?
Ik vraag hem nog: waar hij zich naartoe begeeft?
Ik vraag hem nog: waar hij zich naartoe begeeft?
Ik vraag hem nog: waar hij zich naartoe begeeft?
Ik vraag hem nog: waar hij zich naartoe begeeft?
Ik vraag hem nog: waar hij zich naartoe begeeft? Hij zwijgt en laat het hoofd hangen.
Doch hij bedenkt zich en zonder mij
antwoord te geven neemt hij een lenige, verre sprong.
Doch, hij bedenkt zich een poos, en zonder mij
te antwoorden neemt hij een lenige, verre sprong.
Doch hij bedenkt zich en zonder mij
antwoord te geven neemt hij een lenige, verre sprong.
Zonder
antwoord te geven neemt hij een lenige, verre sprong.
Zonder
antwoord te geven neemt hij een lenige, verre sprong.
Zonder
antwoord te geven neemt hij een lenige, verre sprong.
Zonder
antwoord te geven neemt hij een lenige, verre sprong.
Zonder
antwoord te geven neemt hij een lenige, verre sprong.
Zonder
antwoord te geven neemt hij een lenige, verre sprong.
Zonder
antwoord te geven neemt hij een lenige, verre sprong.
Zonder
antwoord te geven neemt hij een lenige, verre sprong.
Zonder
antwoord te geven neemt hij een lenige, verre sprong. Spoedig is hij uit mijn gezicht verdwenen.
Ik blijf
alleen onder de hooge
boomen.
Ik blijf
alleen achter onder de hooge
boomen.
Ik blijf
alleen onder de hooge
boomen.
Ik blijf
alleen onder de hooge
boomen.
Ik blijf
alleen onder de hooge
boomen.
Ik blijf
alleen onder de hoge
bomen.
Ik blijf
alleen onder de hoge
bomen.
Ik blijf
alleen onder de hoge
bomen.
Ik blijf
alleen onder de hoge
bomen.
Ik blijf
alleen onder de hoge
bomen.
Ik blijf
alleen onder de hoge
bomen.
Ik blijf onder de wilgen op zijn weerkomst wachten.
Natuurlijk is hier niets
vreemd voor mij, op het plekje waar wij dagelijks komen om onze bootjes te water te laten.Natuurlijk is hier niets
vreemd voor mij, op het plekje waar wij dagelijks komen om onze bootjes te water te laten.Natuurlijk is hier niets
vreemd voor mij, op het plekje waar wij dagelijks komen om onze bootjes te water te laten.Natuurlijk is niets hier
onbekend voor mij, op het plekje waar wij dagelijks komen om onze bootjes op het water te zetten.Natuurlijk is niets hier
onbekend voor mij, op het plekje waar wij dagelijks komen om onze bootjes op het water te zetten.Natuurlijk is niets hier
onbekend voor mij, op het plekje waar wij dagelijks komen om onze bootjes op het water te zetten.Natuurlijk is hier niets
onbekend voor mij, op het plekje waar wij dagelijks komen om onze bootjes op het water te zetten.Natuurlijk is hier niets
onbekend voor mij, op het plekje waar wij dagelijks komen om onze bootjes op het water te zetten.Natuurlijk is hier niets
onbekend voor mij, op het plekje waar wij dagelijks komen om onze bootjes op het water te zetten.Natuurlijk is hier niets
onbekend voor mij, op het plekje waar wij dagelijks komen om onze bootjes op het water te zetten.Natuurlijk is hier niets
onbekend voor mij, op het plekje waar wij dagelijks komen om onze bootjes op het water te zetten.Natuurlijk is hier niets
onbekend voor mij, op het plekje waar we dagelijks komen om onze bootjes op het water te zetten.
Plots heb ik een inval.
Plots heb ik een inval.
Plots heb ik een inval.
Plots heb ik een inval.
Plots heb ik een inval.
Plots heb ik een inval.
Plots heb ik een inval.
Plotseling heb ik een inval.
Plotseling heb ik een inval.
Plotseling heb ik een inval.
Plotseling heb ik een inval.
Plotseling heb ik een inval. Ik snel naar huis en onopgemerkt keer ik haastig weer met een stuk zwaar pakpapier.
Ik snel naar huis en onopgemerkt keer ik haastig weder daar vandaan met een stuk zwaar pakpapier, waar boeken voor tante Henriette in toegekomen zijn.
Ik snel naar huis en onopgemerkt keer ik haastig weer met een stuk zwaar pakpapier, waar boeken voor tante Henriëtte in toegekomen zijn.
Ik snel naar huis en onopgemerkt keer ik haastig weer met een stuk zwaar pakpapier.
Ik snel naar huis en onopgemerkt keer ik haastig weer met een stuk zwaar pakpapier.
Ik snel naar huis en onopgemerkt keer ik haastig weer met een stuk zwaar pakpapier.
Ik snel naar huis en onopgemerkt keer ik haastig weer met een stuk zwaar pakpapier.
Ik snel naar huis en onopgemerkt keer ik haastig weer met een stuk zwaar pakpapier.
Ik snel naar huis en onopgemerkt keer ik haastig weer met een stuk zwaar pakpapier.
Ik snel naar huis en onopgemerkt keer ik haastig weer met een stuk zwaar pakpapier.
Ik snel naar huis en onopgemerkt keer ik haastig weer met een stuk zwaar pakpapier.
Ik snel naar huis en onopgemerkt keer ik haastig weer met een stuk zwaar pakpapier.
Er plakken drie vreemde postzegels op.
Het adres scheur ik
er af
en
plooi nu een groote, sterke boot.
De etiquette met het adres scheur ik
er zooveel mogelijk af, zoodat het geschrift onleesbaar is geworden. Zie:
ik
plooi nu een groote, sterke boot.
Het adres scheur ik
er af
en
plooi nu een groote, sterke boot.
Het adres scheur ik
er af
en
plooi nu een groote, sterke boot.
Het adres scheur ik
er af
en
plooi nu een groote, sterke boot.
Het adres scheur ik
er af
en
vouw nu een grote, sterke boot.
Het adres scheur ik
er af
en
vouw nu een grote, sterke boot.
Het adres scheur ik
er af
en
vouw nu een grote, sterke boot.
Het adres scheur ik
eraf
en
vouw nu een grote, sterke boot.
Het adres scheur ik
eraf
en
vouw nu een grote, sterke boot.
Het adres scheur ik
eraf
en
vouw nu een grote, sterke boot.
Het adres scheur ik
eraf
en
vouw nu een grote, sterke boot. En vóór ik haar op het stroomend water loslaat geef ik een eigenaardige vracht
mee: een margariet,
mos en een glanzende zwarte kever.En vóór ik haar op het stroomend water loslaat, geef ik een eigenaardige vracht
mede: een margriet,
mos en een glanzend zwarte kever.En vóór ik haar op het stroomend water loslaat geef ik een eigenaardige vracht
mee: een margariet,
mos en een glanzende zwarte kever.En vóór ik ze op het stroomend water loslaat, geef ik er een eigenaardige vracht
aan
mee: een
dotje mos en een glanzende zwarte kever.En vóór ik ze op het stroomend water loslaat, geef ik er een eigenaardige vracht
aan
mee: een
dotje mos en een glanzende zwarte kever.En vóór ik ze op het stromend water loslaat, geef ik er een eigenaardige vracht
aan
mee: een
dotje mos en een glanzende zwarte kever.En vóór ik ze op het stromend water loslaat, geef ik er een eigenaardige vracht
aan
mee: een
dotje mos en een glanzende zwarte kever.En vóór ik ze op het stromend water loslaat, geef ik er een eigenaardige vracht
aan
mee: een
dotje mos en een glanzende zwarte kever.En vóór ik ze op het stromend water loslaat, geef ik er een eigenaardige vracht
aan
mee: een
dotje mos en een glanzende zwarte kever.En vóór ik ze op het stromend water loslaat, geef ik een eigenaardige vracht eraan
mee: een
dotje mos en een glanzende zwarte kever.En vóór ik ze op het stromend water loslaat, geef ik een eigenaardige vracht eraan
mee: een
dotje mos en een glanzende zwarte kever.En vóór ik hem op het stromend water loslaat, geef ik er een eigenaardige vracht
aan
mee: een
dotje mos en een glanzende zwarte kever.
Ik ben alleen. Het is de eerste zalige keer dat ik zelf, in mijn persoonlijke naam,
heel en al het spel bedrijf.Het is de eerste zalige keer dat ik zelf
heel en al het spel bedrijf.Het is de eerste zalige keer dat ik zelf, in mijn persoonlijke naam,
heel en al het spel bedrijf.Het is de eerste zalige keer dat ik zelf, in mijn persoonlijke naam,
geheel en al het spel bedrijf.Het is de eerste zalige keer dat ik zelf, in mijn persoonlijke naam,
geheel en al het spel bedrijf.Het is de eerste zalige keer dat ik zelf, in mijn persoonlijke naam,
geheel en al het spel bedrijf.Het is de eerste zalige keer dat ik zelf, in mijn persoonlijke naam,
geheel en al het spel bedrijf.Het is de eerste zalige keer dat ik zelf, in mijn persoonlijke naam,
geheel en al het spel bedrijf.Het is de eerste zalige keer dat ik zelf, in mijn persoonlijke naam,
geheel en al het spel bedrijf.Het is de eerste zalige keer dat ik zelf, in mijn persoonlijke naam,
geheel en al het spel bedrijf.Het is de eerste zalige keer dat ik zelf, in mijn persoonlijke naam,
geheel en al het spel bedrijf.Het is de eerste zalige keer dat ik zelf, in mijn persoonlijke naam,
geheel en al het spel bedrijf. Mijn handen beven. De boot drijft fier en schoon van onder mijn ontroerde vingers weg.De boot drijft fier en schoon van onder mijn ontroerde vingers weg.De boot drijft fier en schoon van onder mijn ontroerde vingers weg.De boot drijft fier en schoon van onder mijn trillende vingers weg.De boot drijft fier en schoon van onder mijn trillende vingers weg.De boot drijft fier en schoon van onder mijn trillende vingers weg.De boot drijft fier en schoon van onder mijn trillende vingers weg.De boot drijft fier en schoon van onder mijn trillende vingers weg.De boot drijft fier en schoon van onder mijn trillende vingers weg.De boot drijft fier en schoon van onder mijn trillende vingers weg.De boot drijft fier en schoon van onder mijn trillende vingers weg.De boot drijft fier en schoon van onder mijn trillende vingers weg. Alles gebeurt met ongeloofbaar snelle zekerte.Alles gebeurt met ongelooflijke snelle zekerte.Alles gebeurt met ongeloofbaar snelle zekerte.Alles gebeurt met ongeloofbaar snelle zekerte.Alles gebeurt met ongeloofbaar snelle zekerte.Alles gebeurt met ongeloofbaar snelle zekerte.Alles gebeurt met ongeloofbaar snelle zekerte.Alles gebeurt met ongeloofbaar snelle zekerte.Alles gebeurt met ongeloofbaar snelle zekerte.Alles gebeurt met ongeloofbaar snelle zekerte.Alles gebeurt met ongeloofbaar snelle zekerte.Alles gebeurt met ongeloofbaar snelle zekerheid.
Wegdrijvende draait de boot zich
om en ik zie de rose postzegels op hare flank als mysterieuse paviljoenen.
Nog even draait zij zich, wegdrijvende,
om, en ik zie de rose postzegels op haar flank als mysterieuse paviljoenen.
Wegdrijvende draait de boot zich
om en ik zie de rose postzegels op hare flank als mysterieuse paviljoenen.
De boot draait zich
om en ik zie de rose postzegels op hare flank als mysterieuse paviljoenen.
De boot draait zich
om en ik zie de rose postzegels op hare flank als mysterieuse paviljoenen.
De boot draait zich
om en ik zie de rose postzegels op hare flank als mysterieuse paviljoenen.
De boot draait zich
om en ik zie de roze postzegels op hare flank als mysterieuze paviljoenen.
De boot draait zich
om en ik zie de roze postzegels op hare flank als mysterieuze paviljoenen.
De boot draait zich
om en ik zie de roze postzegels op hare flank als mysterieuze paviljoenen.
De boot draait zich
om en ik zie de roze postzegels op hare flank als mysterieuze paviljoenen.
De boot draait zich
om en ik zie de roze postzegels op hare flank als mysterieuze paviljoenen.
De boot draait zich
om en ik zie de roze postzegels op zijn flank als mysterieuze paviljoenen.
Zij
vaart met groote
snelheid naar de bocht, en gelijk men het blad van een boek omslaat: met een ruk is zij verdwenen.
Zij
vaart nu met groote
snelheid naar de bocht, en gelijk men het blad van een boek omslaat: met een ruk is zij verdwenen.
Zij
vaart met groote
snelheid naar de bocht, en gelijk men het blad van een boek omslaat: met een ruk is zij verdwenen.
Zij
vaart met groote
snelheid naar de bocht, en gelijk men het blad van een boek omslaat: met een ruk is ze verdwenen.
Zij
vaart met groote
snelheid naar de bocht, en gelijk men het blad van een boek omslaat: met een ruk is ze verdwenen.
Zij
vaart met grote
snelheid naar de bocht, en gelijk men het blad van een boek omslaat: met een ruk is ze verdwenen.
Zij
vaart met grote
snelheid naar de bocht, en gelijk men het blad van een boek omslaat: met een ruk is ze verdwenen.
Zij
vaart met grote
snelheid naar de bocht, en gelijk men het blad van een boek omslaat: met een ruk is ze verdwenen.
Zij
vaart met grote
snelheid naar de bocht, en gelijk men het blad van een boek omslaat: met een ruk is ze verdwenen.
Zij
vaart met grote
snelheid naar de bocht, en gelijk men het blad van een boek omslaat: met een ruk is ze verdwenen.
Zij
vaart met grote
snelheid naar de bocht, en gelijk men het blad van een boek omslaat: met een ruk is ze verdwenen.
Hij
vaart met grote
snelheid naar de bocht, en gelijk men het blad van een boek omslaat: met een ruk is hij verdwenen.
In het lisch langs de waterboord begint een kikker te kwaken en drie krekels sjirpen te gelijk, op korte afstand van elkaar in het gras.In het lisch langs de waterboord begint een kikker te kwaken en drie krekels sjirpen te gelijk, op korte afstand van elkaar, in het gras.In het lisch langs de waterboord begint een kikker te kwaken en drie krekels sjirpen te gelijk, op korte afstand van elkaar in het gras.In het lisch langs de waterboord begint een kikker te kwaken en drie krekels sjirpen tegelijk, op korte afstand van elkaar in het gras.In het lisch langs de waterboord begint een kikker te kwaken en drie krekels sjirpen tegelijk, op korte afstand van elkaar in het gras.In het lis langs de waterboord begint een kikker te kwaken en drie krekels sjirpen tegelijk, op korte afstand van elkaar in het gras.In het lis langs de waterboord begint een kikker te kwaken en drie krekels sjirpen tegelijk, op korte afstand van elkaar in het gras.In het lis langs de waterboord begint een kikker te kwaken en drie krekels sjirpen tegelijk, op korte afstand van elkaar in het gras.In het lis langs de waterboord begint een kikker te kwaken en drie krekels sjirpen tegelijk, op korte afstand van elkaar in het gras.In het lis langs de waterboord begint een kikker te kwaken en drie krekels sjirpen tegelijk, op korte afstand van elkaar in het gras.In het lis langs de waterboord begint een kikker te kwaken en drie krekels sjirpen tegelijk, op korte afstand van elkaar in het gras.In het lis langs de waterboord begint een kikker te kwaken en drie krekels sjirpen tegelijkertijd, op een korte afstand van elkaar.
Wat krijgt men 's avonds zwaarmoedige gedachten door de geur van waterkroos op te snuiven.
Wat Dat
krijgt men 's avonds zwaarmoedige gedachten door de geur van waterkroos op te snuiven.
Wat krijgt men 's avonds zwaarmoedige gedachten door de geur van waterkroos op te snuiven.
Wat krijgt men 's avonds zwaarmoedige gepeinzen door de geur van waterkroos op te snuiven.
Wat krijgt men 's avonds zwaarmoedige gepeinzen door de geur van waterkroos op te snuiven.
Wat krijgt men 's avonds zwaarmoedige gepeinzen door de geur van waterkroos op te snuiven.
Wat krijgt men 's avonds zwaarmoedige gepeinzen door de geur van waterkroos op te snuiven.
Wat krijgt men 's avonds zwaarmoedige gepeinzen door de geur van waterkroos op te snuiven.
Wat krijgt men 's avonds zwaarmoedige gepeinzen door de geur van waterkroos op te snuiven.
Wat krijgt men 's avonds zwaarmoedige gepeinzen door de geur van waterkroos op te snuiven.
Wat krijgt men 's avonds zwaarmoedige gepeinzen door de geur van waterkroos op te snuiven.
Wat krijgt men 's avonds zwaarmoedige gepeinzen door de geur van waterkroos op te snuiven. Op de weide staan de houterige runders in de opkomende nevel,
bewegingloos en dom starend, met hangende kop op iets te wachten dat maar niet komen wil.Op de weide staan de houterige runders in de opkomende nevel,
bewegingloos en dom starend, met hangende kop op iets te wachten dat maar niet komen wil.Op de weide staan de houterige runders in de opkomende nevel,
bewegingloos en dom starend, met hangende kop op iets te wachten dat maar niet komen wil.Op de weide staan de houterige runders in de opkomende nevel,
beweegloos en dom starend, met hangende kop op iets te wachten dat maar niet komen wil.Op de weide staan de houterige runders in de opkomende nevel,
beweegloos en dom starend, met hangende kop op iets te wachten dat maar niet komen wil.Op de weide staan de houterige runders in de opkomende nevel,
beweegloos en dom starend, met hangende kop op iets te wachten dat maar niet komen wil.Op de weide staan de houterige runders in de opkomende nevel,
beweegloos en dom starend, met hangende kop op iets te wachten dat maar niet komen wil.Op de weide staan de houterige runders in de opkomende nevel,
beweegloos en dom starend, met hangende kop op iets te wachten dat maar niet komen wil.Op de weide staan de houterige runders in de opkomende nevel,
beweegloos en dom starend, met hangende kop op iets te wachten dat maar niet komen wil.Op de weide staan de houterige runders in de opkomende nevel,
beweegloos en dom starend, met hangende kop op iets te wachten dat maar niet komen wil.Op de weide staan de houterige runders in de opkomende nevel,
beweegloos en dom starend, met hangende kop op iets te wachten dat maar niet komen wil.Op de weide staan de houterige runders in de opkomende nevel, bewegingloos, met een hangende kop. Een zwaluw giert over het water.Een zwaluw giert over het water.Een zwaluw giert over het water.Een late zwaluw giert over het water.Een late zwaluw giert over het water.Een late zwaluw giert over het water.Een late zwaluw giert over het water.Een late zwaluw giert over het water.Een late zwaluw giert over het water.Een late zwaluw giert over het water.Een late zwaluw giert over het water.Een late zwaluw giert over het water. Waar kan mijn sterke, vreemde boot nu reeds
zijn?Waar kan mijn sterke, vlugge boot nu reeds
zijn?Waar kan mijn sterke, vreemde boot nu reeds
zijn?Waar kan mijn sterke, vreemde boot reeds
aangekomen zijn?Waar kan mijn sterke, vreemde boot reeds
aangekomen zijn?Waar kan mijn sterke, vreemde boot reeds
aangekomen zijn?Waar kan mijn sterke, vreemde boot reeds
aangekomen zijn?Waar kan mijn sterke, vreemde boot reeds
aangekomen zijn?Waar kan mijn sterke, vreemde boot reeds
aangekomen zijn?Waar kan mijn sterke, vreemde boot reeds
aangekomen zijn?Waar kan mijn sterke, vreemde boot reeds
aangekomen zijn?Waar kan mijn sterke, vreemde boot reeds
zijn aangekomen?
Ik ben eigenlijk bang dat hij aankomen zal, omdat ik op eigen handje gehandeld heb.Ik ben eigenlijk bang dat hij aankomen zal, omdat ik zoo op eigen handje gehandeld heb.Ik ben eigenlijk bang dat hij aankomen zal, omdat ik op eigen handje gehandeld heb.Ik ben bang dat ze een bestemming bereikt, dat er een einde komt aan haar koene vaart.Ik ben bang dat ze een bestemming bereikt, dat er een einde komt aan haar koene vaart.Ik ben bang dat ze een bestemming bereikt, dat er een einde komt aan haar koene vaart.Ik ben bang dat ze een bestemming bereikt, dat er een einde komt aan haar koene vaart.Ik ben bang dat ze een bestemming bereikt, dat er een einde komt aan haar koene vaart.Ik ben bang dat ze een bestemming bereikt, dat er een einde komt aan haar koene vaart.Ik ben bang dat ze een bestemming bereikt, dat er een einde komt aan haar koene vaart.Ik ben bang dat ze een bestemming bereikt, dat er een einde komt aan haar koene vaart.Ik hoop dat er geen einde komt aan zijn koene vaart. Waar kàn
hij aankomen?Waar kàn
hij aankomen?Waar kan
hij aankomen?Waar kàn
ze aankomen?Waar kàn
ze aankomen?Waar kàn
ze aankomen?Waar kàn
ze aankomen?Waar kàn
ze aankomen?Waar kàn
ze aankomen?Waar kàn
ze aankomen?Waar kàn
ze aankomen?Waar kàn
hij aankomen? Alles gebeurt in de
waarachtige, ondoordringbare glorie van de droom.Alles gebeurt echter in de
waarachtige, ondoordringbare glorie van de droom.Alles gebeurt in de
waarachtige, ondoordringbare glorie van de droom.Alles gebeurt in de
waarachtige, ondoordringbare glorie van de droom.Alles gebeurt in de
waarachtige, ondoordringbare glorie van de droom.Alles gebeurt in de
waarachtige, ondoordringbare glorie van de droom.Alles gebeurt in de
waarachtige, ondoordringbare glorie van de droom.Alles gebeurt in de
waarachtige, ondoordringbare glorie van de droom.Alles gebeurt in de
waarachtige, ondoordringbare glorie van de droom.Alles gebeurt in de
waarachtige, ondoordringbare glorie van de droom.Alles gebeurt in de
waarachtige, ondoordringbare glorie van de droom.Alles gebeurt in de
waarachtige, ondoordringbare glorie van de droom. Het is benauwd geworden en er hangen keldergeuren dralend tusschen het hout.Het is benauwd geworden en er hangen keldergeuren dralend tusschen het hout.Het is benauwd geworden en er hangen keldergeuren dralend tusschen het hout.Het is benauwd geworden en er hangen keldergeuren dralend tusschen het hout.Het is benauwd geworden en er hangen keldergeuren dralend tusschen het hout.Het is benauwd geworden en er hangen keldergeuren dralend tussen het hout.Het is benauwd geworden en er hangen keldergeuren dralend tussen het hout.Het is benauwd geworden en er hangen keldergeuren dralend tussen het hout.Het is benauwd geworden en er hangen keldergeuren dralend tussen het hout.Het is benauwd geworden en er hangen keldergeuren dralend tussen het hout.Het is benauwd geworden en er hangen keldergeuren dralend tussen het hout.Het is benauwd geworden en er hangen keldergeuren dralend tussen het heesterhout. Misschien zal het vannacht regenen, want er wemelt een grauwe smoor in de lucht en de wind is gaan liggen.Misschien zal het vannacht regenen, want er wemelt een grauwe smoor in de lucht en de wind is gaan liggen.Misschien zal het vannacht regenen, want er wemelt een grauwe smoor in de lucht en de wind is gaan liggen.Misschien zal het vannacht regenen, want er wemelt een grauwe smoor in de lucht en de wind is gaan liggen.Misschien zal het vannacht regenen, want er wemelt een grauwe smoor in de lucht en de wind is gaan liggen.Misschien zal het vannacht regenen, want er wemelt een grauwe smoor in de lucht en de wind is gaan liggen.Misschien zal het vannacht regenen, want er wemelt een grauwe smoor in de lucht en de wind is gaan liggen.Misschien zal het vannacht regenen, want er wemelt een grauwe smoor in de lucht en de wind is gaan liggen.Misschien zal het vannacht regenen, want er wemelt een grauwe smoor in de lucht en de wind is gaan liggen.Misschien zal het vannacht regenen, want er wemelt een grauwe smoor in de lucht en de wind is gaan liggen.Misschien zal het vannacht regenen, want er wemelt een grauwe smoor in de lucht en de wind is gaan liggen.Misschien zal het vannacht regenen; er wemelt een grauwe smoor in de lucht en de wind is gaan liggen.
Hoelang ben ik reeds alleen?Hoelang ben ik reeds alleen?Hoelang ben ik reeds alleen?Hoelang toef ik reeds alleen bij het water?Hoelang toef ik reeds alleen bij het water?Hoelang toef ik reeds alleen bij het water?Hoelang toef ik reeds alleen bij het water?Hoelang toef ik reeds alleen bij het water?Hoelang toef ik reeds alleen bij het water?Hoelang toef ik reeds alleen bij het water?Hoelang toef ik reeds alleen bij het water?Hoelang toef ik reeds alleen bij het water? Op het landhuis klept het klokje voor het avondmaal.Op het landhuis klept het klokje voor het avondmaal.Op het landhuis klept het klokje voor het avondmaal.Op het landhuis klept het klokje voor het avondmaal.Op het landhuis klept het klokje voor het avondmaal.Op het landhuis klept het klokje voor het avondmaal.Op het landhuis klept het klokje voor het avondmaal.Op het landhuis klept het klokje voor het avondeten.Op het landhuis klept het klokje voor het avondeten.Op het landhuis klept het klokje voor het avondeten.Op het landhuis klept het klokje voor het avondeten.Op het landhuis klept het klokje voor het avondeten. Ik ren naar mijne moeder.Ik ben naar mijne moeder.Ik ren naar mijne moeder.Ik snel naar mijne moeder.Ik snel naar mijne moeder.Ik snel naar mijne moeder.Ik snel naar mijne moeder.Ik snel naar mijne moeder.Ik snel naar mijne moeder.Ik snel naar mijne moeder.Ik snel naar mijne moeder.Ik snel naar mijne moeder. Tante Zénobie vraagt naar Aloysius.Tante Zénobie vraagt me naar Aloysius.Tante Zénobie vraagt naar Aloysius.Tante Zénobie vraagt naar Aloysius.Tante Zénobie vraagt naar Aloysius.Tante Zénobie vraagt naar Aloysius.Tante Zénobie vraagt naar Aloysius.Tante Zénobie vraagt naar Aloysius.Tante Zénobie vraagt naar Aloysius.Tante Zénobie vraagt naar Aloysius.Tante Zénobie vraagt naar Aloysius.Tante Zénobie vraagt naar Aloysius. Na een poos vertel ik alles: onze afspraak en hoelang ik op hem gewacht heb.
Een groote onrust maakt zich van de familiekring meester.
Een groote onrust maakt zich van de familiekring meester.
Een groote onrust maakt zich van de familiekring meester.
Men kijkt elkaar zwijgend in de oogen.
Men kijkt elkaar zwijgend in de oogen.
Men kijkt elkaar zwijgend in de ogen.
Men kijkt elkaar zwijgend in de ogen.
Men kijkt elkaar zwijgend in de ogen.
Men kijkt elkaar zwijgend in de ogen.
Men kijkt elkaar zwijgend in de ogen.
Men kijkt elkaar zwijgend in de ogen.
Men zwijgt. Men kijkt elkaar in de ogen.
Ik ga voorop om hem te zoeken, door het dreefje waar het nu zeer donker
is.
Ik ga voorop om hem te zoeken, door het dorpje waar het nu reeds zeer donker
is.
Ik ga voorop om hem te zoeken, door het dreefje waar het nu zeer donker
is.
Ik ga een paar stappen voorop om hem te zoeken, door het dreefje waar het nu zeer donker
is. is
Ik ga een paar stappen voorop om hem te zoeken, door het dreefje waar het nu zeer donker
is.
Ik ga een paar stappen voorop om hem te zoeken, door het dreefje waar het nu zeer donker
is.
Ik ga een paar stappen voorop om hem te zoeken, door het dreefje waar het nu zeer donker
is.
Ik ga een paar stappen voorop om hem te zoeken, door het dreefje waar het nu zeer donker
is.
Ik ga een paar stappen voorop om hem te zoeken, door het dreefje waar het nu zeer donker
is.
Ik ga een paar stappen voorop om hem te zoeken, door het dreefje waar het nu zeer donker
is.
Ik ga een paar stappen voorop om hem te zoeken, door het dreefje waar het nu zeer donker
is.
Ik ga een paar stappen voorop om naar Aloysius te zoeken, door het dreefje waar het nu zeer donker
is.
Wij zijn met mijne moeder, tante Zénobie en tante Theodora, Hermine, Albertus en ik.
Wij zijn met mijne moeder, tantes Theodora en Zénobie, Hermine, Albertus en ik.
Wij zijn met mijne moeder, tante Zénobie en tante Theodora, Hermine, Albertus en ik.
Ik ben met mijne moeder, tante Zénobie en tante Theodora, Hermine en Albertus.
Ik ben met mijne moeder, tante Zénobie en tante Theodora, Hermine en Albertus.
Ik ben met mijne moeder, tante Zénobie en tante Theodora, Hermine en Albertus.
Ik ben met mijne moeder, tante Zénobie en tante Theodora, Hermine en Albertus.
Ik ben met mijne moeder, tante Zénobie en tante Theodora, Hermine en Albertus.
Ik ben met mijne moeder, tante Zénobie en tante Theodora, Hermine en Albertus.
Ik ben met mijne moeder, tante Zénobie en tante Theodora, Hermine en Albertus.
Ik ben met mijne moeder, tante Zénobie en tante Theodora, Hermine en Albertus.
Ik ben met mijne moeder, tante Zénobie en tante Theodora, Hermine en Albertus. Als we een poos bij de beek gewacht hebben, zien wij
hem met groote sprongen over de avondlijk besmoorde weide naderen.Als we een poos bij de beek staan wachten hebben, zien wij
hem met groote sprongen over de avondlijk‐besmoorde weide naderen.Als we een poos bij de beek staan wachten hebben, zien wij
hem met groote sprongen over de avondlijk besmoorde weide naderen.Als wij een poos bij de beek gewacht hebben, zien wij
Aloysius met groote sprongen over de avondlijk besmoorde weide naderen.Als wij een poos bij de beek gewacht hebben, zien wij
Aloysius met groote sprongen over de avondlijk besmoorde weide naderen.Als wij een poos bij de beek gewacht hebben, zien we
Aloysius met grote sprongen over de avondlijk besmoorde weide naderen.Als wij een poos bij de beek gewacht hebben, zien wij
Aloysius met grote sprongen over de avondlijk besmoorde weide naderen.Als wij een poos bij de beek gewacht hebben, zien wij
Aloysius met grote sprongen over de avondlijk besmoorde weide naderen.Als wij een poos bij de beek gewacht hebben, zien wij
Aloysius met grote sprongen over de avondlijk besmoorde weide naderen.Als wij een poos bij de beek gewacht hebben, zien wij
Aloysius met grote sprongen over de avondlijk besmoorde weide naderen.Als wij een poos bij de beek gewacht hebben, zien wij
Aloysius met grote sprongen over de avondlijk besmoorde weide naderen.Als we samen een poos bij de beek gewacht hebben, komt
Aloysius met grote sprongen over de avondlijk besmoorde weide genaderd. Hij schijnt sterker en mannelijker geworden tijdens deze tocht.Hij schijnt grooter, sterker, ja mannelijker tijdens deze tocht te zijn geworden.Hij schijnt sterker en mannelijker geworden tijdens deze tocht.Hij schijnt sterker en mannelijker geworden tijdens deze tocht.Hij schijnt sterker en mannelijker geworden tijdens deze tocht.Hij schijnt sterker en mannelijker geworden tijdens deze tocht.Hij schijnt sterker en mannelijker geworden tijdens deze tocht.Hij schijnt sterker en mannelijker geworden tijdens deze tocht.Hij schijnt sterker en mannelijker geworden tijdens deze tocht.Hij schijnt sterker en mannelijker geworden tijdens deze tocht.Hij schijnt sterker en mannelijker geworden tijdens deze tocht.Hij schijnt sterker en mannelijker geworden tijdens deze tocht. Hij zwaait met de armen onder het loopen en komt snel vooruit.Hij zwaait de armen onder het loopen, en komt snel vooruit.Hij zwaait de armen onder het loopen en komt snel vooruit.Hij zwaait met de armen onder het loopen en komt snel vooruit.Hij zwaait met de armen onder het loopen en komt snel vooruit.Hij zwaait met de armen onder het lopen en komt snel vooruit.Hij zwaait met de armen onder het lopen en komt snel vooruit.Hij zwaait met de armen onder het lopen en komt snel vooruit.Hij zwaait met de armen onder het lopen en komt snel vooruit.Hij zwaait met de armen onder het lopen en komt snel vooruit.Hij zwaait met de armen onder het lopen en komt snel vooruit.Hij zwaait met de armen onder het lopen en komt snel vooruit. Tante Zénobie is erg opgewonden en wanneer ze hem te pakken krijgt
geeft ze hem duchtig ransel, zoo erg dat mijne moeder het niet
kan aanzien en met beklemde stem vermaant ze: 'Zénobie,
Zénobie.'
Tante Zénobie is erg opgewonden en wanneer ze hem te pakken krijgt
geeft ze hem duchtig ransel, zoo erg zelfs dat mijne moeder het niet
kan aanzien en met beklemde stem vermaant ze: 'Zénobie,
Zénobie...'
Tante Zénobie is erg opgewonden en wanneer ze hem te pakken krijgt
geeft ze hem duchtig ransel, zoo erg dat mijne moeder het niet
kan aanzien en met beklemde stem vermaant ze: 'Zénobie;
Zénobie.'
Tante Zénobie is erg opgewonden en wanneer zij hem te pakken krijgt
geeft ze hem een duchtig pak slaag, zoodat mijne moeder het niet langer
kan gedoogen en met gesmoorde stem vermaant ze: 'Zénobie,
Zénobie.'
Tante Zénobie is erg opgewonden en wanneer zij hem te pakken krijgt
geeft ze hem een duchtig pak slaag, zoodat mijne moeder het niet langer
kan gedoogen en met gesmoorde stem vermaant ze: 'Zénobie,
Zénobie.'
Tante Zénobie is erg opgewonden en wanneer zij hem te pakken krijgt,
geeft ze hem een duchtig pak slaag, zodat mijne moeder het niet langer
kan aanzien en met gesmoorde stem vermaant ze: 'Zénobie,
Zénobie.'
Tante Zénobie is erg opgewonden en wanneer zij hem te pakken krijgt
geeft ze hem een duchtig pak slaag, zodat mijne moeder het niet langer
kan aanzien en met gesmoorde stem vermaant ze: 'Zénobie,
Zénobie.'
Tante Zénobie is erg opgewonden en wanneer zij hem te pakken krijgt
geeft ze hem een duchtig pak slaag, zodat mijne moeder het niet langer
kan aanzien en met gesmoorde stem vermaant ze: 'Zénobie,
Zénobie.'
Tante Zénobie is erg opgewonden en wanneer zij hem te pakken krijgt
geeft ze hem een duchtig pak slaag, zodat mijne moeder het niet langer
kan aanzien en met gesmoorde stem vermaant ze: 'Zénobie,
Zénobie.'
Tante Zénobie is erg opgewonden en wanneer zij hem te pakken krijgt
geeft ze hem een duchtig pak slaag, zodat mijne moeder het niet langer
kan aanzien en met gesmoorde stem vermaant ze: 'Zénobie,
Zénobie.'
Tante Zénobie is erg opgewonden en wanneer zij hem te pakken krijgt
geeft ze hem een duchtig pak slaag, zodat mijne moeder het niet langer
kan aanzien en met gesmoorde stem vermaant ze: 'Zénobie,
Zénobie.'
Tante Zénobie is erg opgewonden en wanneer ze hem te pakken krijgt,
krijgt hij duchtig slaag, zodat mijne moeder het niet langer
kan aanzien en met gesmoorde stem tante Zénobie tracht te kalmeren.
Aloysius zwijgt als een
graf; geen traan, geen kreet van pijn is uit hem los te krijgen.Aloysius zwijgt als een
graf; geen traan, geen kreet van pijn is uit hem los te krijgen.Aloysius zwijgt als een
graf; geen traan, geen kreet van pijn is uit hem los te krijgen.Aloysius zwijgt als een
graf; geen traan, geen kreet van pijn is uit hem los te krijgen.Aloysius zwijgt als een
graf; geen traan, geen kreet van pijn is uit hem los te krijgen.Aloysius zwijgt als een
graf; geen traan, geen kreet van pijn is uit hem los te krijgen.Aloysius zwijgt als een
graf; geen traan, geen kreet van pijn is uit hem los te krijgen.Aloysius zwijgt als een
graf; geen traan, geen kreet van pijn is uit hem los te krijgen.Aloysius zwijgt als een
graf; geen traan, geen kreet van pijn is uit hem los te krijgen.Aloysius zwijgt als een
graf; geen traan, geen kreet van pijn is uit hem los te krijgen.Aloysius zwijgt als een
graf; geen traan, geen kreet van pijn is uit hem los te krijgen.Aloysius doet geen mond open; geen traan, geen kreet van pijn is uit hem los te krijgen. Kalm ontvangt hij de harde klappen vlak in het gezicht, zonder moeite te doen om ze te ontwijken.Kalm ontvangt hij de harde klappen vlak in zijn gezicht, zonder moeite te doen om ze te ontwijken.Kalm ontvangt hij de harde klappen vlak in het gezicht, zonder moeite te doen om ze te ontwijken.Kalm ontvangt hij de harde klappen vlak in het gezicht, zonder moeite te doen om ze te ontwijken.Kalm ontvangt hij de harde klappen vlak in het gezicht, zonder moeite te doen om ze te ontwijken.Kalm ontvangt hij de harde klappen vlak in het gezicht, zonder moeite te doen om ze te ontwijken.Kalm ontvangt hij de harde klappen vlak in het gezicht, zonder moeite te doen om ze te ontwijken.Kalm ontvangt hij de harde klappen vlak in het gezicht, zonder moeite te doen om ze te ontwijken.Kalm ontvangt hij de harde klappen vlak in het gezicht, zonder moeite te doen om ze te ontwijken.Kalm ontvangt hij de harde klappen vlak in zijn gezicht, zonder moeite te doen om ze te ontwijken.Kalm ontvangt hij de harde klappen vlak in zijn gezicht, zonder moeite te doen om ze te ontwijken.Kalm ontvangt hij de harde klappen vlak in zijn gezicht, zonder moeite te doen om de klappen te ontwijken.
Ik durf hem nu niet vragen waar hij zoo laat vandaan gekomen is.Ik durf hem nu niet vragen waar hij zoo laat vandaan gekomen is.Ik durf hem nu niet vragen waar hij zoo laat vandaan gekomen is.Ik durf hem nu niet vragen waar hij zoo laat als een verdwaalde vandaan komt.Ik durf hem nu niet vragen waar hij zoo laat als een verdwaalde vandaan komt.Ik durf hem nu niet vragen waar hij zo laat als een verdwaalde vandaan komt.Ik durf hem nu niet vragen waar hij zo laat als een verdwaalde vandaan komt.Ik durf hem nu niet vragen waar hij zo laat als een verdwaalde vandaan komt.Ik durf hem nu niet vragen waar hij zo laat als een verdwaalde vandaan komt.Ik durf hem nu niet vragen waar hij zo laat als een verdwaalde vandaan komt.Ik durf hem nu niet vragen waar hij zo laat als een verdwaalde vandaan komt.Ik durf hem nu niet vragen waar hij zo laat als een verdwaalde vandaan komt. Door het landgoed trekt onze kleine, zwijgende stoet in de nacht.
Door het landgoed trekt onze kleine, zwijgende stoet in de nacht.
Door het landgoed trekt onze kleine, zwijgende stoet in de nacht.
Door het landgoed trekt onze kleine, zwijgende stoet in de nacht.
Door het landgoed trekt onze kleine, zwijgende stoet in de nacht.
Door het landgoed trekt onze kleine, zwijgende stoet in de duisternis.
Door het landgoed trekt onze kleine, zwijgende stoet in de duisternis.
Door het landgoed trekt onze kleine, zwijgende stoet in de duisternis.
Door het landgoed trekt onze kleine, zwijgende stoet in de duisternis.
Door het landgoed trekt onze kleine, zwijgende stoet in de duisternis.
Door het landgoed trekt onze kleine, zwijgende stoet in de duisternis.
Door het avondlijke landgoed trekken we met ons allen, in een stille stoet van schimmen.
De volgende
Zondag is het feest.
De volgende
Zondag is het feest.
De volgende
Zondag is het feest.
De volgende
Zondag is het feest.
De volgende
Zondag is het feest.
De volgende
Zondag is het feest.
De volgende
zondag is het feest.
De volgende
zondag is het feest.
De volgende
zondag is het feest.
De volgende
zondag is het feest.
De volgende
zondag is het feest.
De daaropvolgende
zondag is het feest.
Albertus en Leopold hebben een tooneel
getimmerd; een gezellige wanorde heerscht in het vertrek; de tafel is tegen de muur geplaatst en de stoelen staan op twee rijen.Albertus en Leopold hebben een eigenaardig tooneel
getimmerd; een gezellige wanorde heerscht nu in het vertrek: de tafel is tegen de muur geplaatst en de stoelen staan op twee rijen.Albertus en Leopold hebben een tooneel
getimmerd; een gezellige wanorde heerscht in het vertrek; de tafel is tegen de muur geplaatst en de stoelen staan op twee rijen.Albertus en Leopold hebben een tooneel
opgetimmerd; een gezellige wanorde heerscht in het vertrek; de tafel is tegen de muur geplaatst en de stoelen staan op twee rijen.Albertus en Leopold hebben een tooneel
opgetimmerd; een gezellige wanorde heerscht in het vertrek; de tafel is tegen de muur geplaatst en de stoelen staan op twee rijen.Albertus en Leopold hebben een toneel
opgetimmerd; een gezellige wanorde heerst in het vertrek; de tafel is tegen de muur geschoven en de stoelen staan op twee rijen.Albertus en Leopold hebben een toneel
opgetimmerd; een gezellige wanorde heerst in het vertrek; de tafel is tegen de muur geschoven en de stoelen staan op twee rijen.Albertus en Leopold hebben een toneel
opgetimmerd; een gezellige wanorde heerst in het vertrek; de tafel is tegen de muur geschoven en de stoelen staan op twee rijen.Albertus en Leopold hebben een toneel
opgetimmerd; een gezellige wanorde heerst in het vertrek; de tafel is tegen de muur geschoven en de stoelen staan op twee rijen.Albertus en Leopold hebben een toneel
opgetimmerd; een gezellige wanorde heerst in het vertrek; de tafel is tegen de muur geschoven en de stoelen staan op twee rijen.Albertus en Leopold hebben een toneel
opgetimmerd; een gezellige wanorde heerst in het vertrek; de tafel is tegen de muur geschoven en de stoelen staan op twee rijen.Albertus en Leopold hebben een toneel
opgetimmerd; een gezellige wanorde heerst in het vertrek; de tafel is tegen de muur geschoven en de stoelen staan op twee rijen. Tante Theodora heeft een ivoorkleurig, wijdsch en kostbaar kleed aangedaan, vol kreukjes en tierelantijntjes.Tante Theodora heeft een ivoor‐kleurig, wijdsch en kostbaar kleed aangedaan, vol kreukjes en tierelantijntjes.Tante Theodora heeft een ivoorkleurig, wijdsch en kostbaar kleed aan gedaan, vol kreukjes en tierelantijntjes.Tante Theodora heeft een ivoorkleurig, weidsch en kostbaar kleed aangedaan, vol kreukjes en tierelantijntjes.Tante Theodora heeft een ivoorkleurig, weidsch en kostbaar kleed aangedaan, vol kreukjes en tierelantijntjes.Tante Theodora heeft een ivoorkleurig, weids en kostbaar kleed aangetrokken, vol kreukjes en tierelantijntjes.Tante Theodora heeft een ivoorkleurig, weids en kostbaar kleed aangetrokken, vol kreukjes en tierelantijntjes.Tante Theodora heeft een ivoorkleurig, weids en kostbaar kleed aangetrokken, vol kreukjes en tierelantijntjes.Tante Theodora heeft een ivoorkleurig, weids en kostbaar kleed aangetrokken, vol kreukjes en tierelantijntjes.Tante Theodora heeft een ivoorkleurig, weids en kostbaar kleed aangetrokken, vol kreukjes en tierelantijntjes.Tante Theodora heeft een ivoorkleurig, weids en kostbaar kleed aangetrokken, vol kreukjes en tierelantijntjes.Tante Theodora heeft een ivoorkleurig, weids en kostbaar kleed aangetrokken, vol kreukjes en tierelantijntjes.
Slechts wanneer de onmisbare aanduidingen
vergen dat ze zich daar de moeite voor geeft,
ontwaakt er lijze beweging in haar bloedarmoedig lichaam.
Slechts wanneer de onmisbare aanwijzingen
vergen dat ze zich daar de moeite voor geeft,
ontwaakt er lijze beweging in haar bloedarmoedig lichaam.
Slechts wanneer de onmisbare aanduidingen
vergen dat ze zich daar de moeite voor geeft,
ontwaakt er lijze beweging in haar bloedarmoedig lichaam.
Slechts wanneer de onmisbare aanduidingen
vergen dat ze zich daar de moeite voor geeft,
ontwaakt er lijze beweging in haar bloedarmoedig lichaam.
Slechts wanneer de onmisbare aanduidingen
vergen dat ze zich daar de moeite voor geeft,
ontwaakt er lijze beweging in haar bloedarmoedig lichaam.
Als de onmisbare aanduidingen
er toe
nopen,
eerst dan ontwaakt er een lijzige beweging in haar bloedarmoedig lichaam.
Als de onmisbare aanduidingen
ertoe
nopen,
eerst dàn ontwaakt er een lijzige beweging in haar bloedarmoedig lichaam.
Als de onmisbare aanduidingen
ertoe
nopen,
eerst dàn ontwaakt er een lijzige beweging in haar bloedarmoedig lichaam.
Als de onmisbare aanduidingen
ertoe
nopen,
eerst dàn ontwaakt er een lijzige beweging in haar bloedarmoedig lichaam.
Als de onmisbare aanduidingen
ertoe
nopen, nopen.
eerst dàn ontwaakt er een lijzige beweging in haar bloedarmoedig lichaam.
Als de onmisbare aanduidingen
ertoe
nopen, nopen
eerst dàn ontwaakt er een lijzige beweging in haar bloedarmoedig lichaam.
Als de onmisbare aanduidingen
ertoe
nopen,
eerst dàn ontwaakt er een lijzige beweging in haar bloedarmoedig lichaam. En haar coiffure: wat is die prachtlievend gedaan, met een huiverend parelsnoertje er doorheen
gevlochten; en bovenuit een wirwar van krulletjes steekt een waaiervormige, ajour‐gesneden kam.
En haar coiffure: wat is die prachtlievend gedaan, met een huiverend parelsnoertje er doorheen
gevlochten, en bovenuit een wirwar van krulletjes steekt een waaiervormige, ajour‐gesneden kam.
En haar coiffure: wat is die prachtlievend gedaan, met een huiverend parelsnoertje er doorheen
gevlochten; en bovenuit een wirwar van krulletjes steekt een waaiervormige, ajour‐gesneden kam.
En haar coiffure: wat is ze prachtlievend gedaan, met een huiverend parelsnoertje er doorheen
gevlochten; en bovenuit een wirwar van krulletjes steekt een waaiervormige, ajour‐gesneden kam.
En haar coiffure: wat is ze prachtlievend gedaan, met een huiverend parelsnoertje er doorheen
gevlochten; en bovenuit een wirwar van krulletjes steekt een waaiervormige, ajour‐gesneden kam.
En haar coiffure: wat is ze prachtlievend gedaan, met een huiverend parelsnoertje er doorheen
gevlochten; en boven een wirwar van krulletjes uit steekt een waaiervormige, ajour‐gesneden kam.
En haar coiffure: wat is ze prachtlievend gedaan, met een huiverend parelsnoertje er doorheen
gevlochten; en boven een wirwar van krulletjes uit steekt een waaiervormige, ajour‐gesneden kam.
En haar coiffure: wat is ze prachtlievend gedaan, met een huiverend parelsnoertje er doorheen
gevlochten; en boven een wirwar van krulletjes uit steekt een waaiervormige, ajour‐gesneden kam.
En haar coiffure: wat is ze prachtlievend gedaan, met een huiverend parelsnoertje erdoorheen
gevlochten; en boven een wirwar van krulletjes uit steekt een waaiervormige, ajour‐gesneden kam.
En haar coiffure: wat is ze prachtlievend gedaan, met een huiverend parelsnoertje erdoorheen
gevlochten; en boven een wirwar van krulletjes uit steekt een waaiervormige, ajour‐gesneden kam.
En haar coiffure: wat is ze prachtlievend gedaan, met een huiverend parelsnoertje erdoorheen
gevlochten; en boven een wirwar van krulletjes uit steekt een waaiervormige, ajour‐gesneden kam.
En haar coiffure: wat is ze prachtlievend gedaan, met een huiverend parelsnoertje erdoorheen
gevlochten; en boven een wirwar van krulletjes uit steekt een waaiervormige, ajour‐gesneden kam.
Deze middag heeft het geregend en gelukkig is de avond vroeg gekomen, zoodat we kunnen beginnen.
Deze namiddag heeft het geregend en gelukkig is de avond vroeg gekomen, zoodat we kunnen beginnen.
Deze middag heeft het geregend en gelukkig is de avond vroeg gekomen, zoodat we kunnen beginnen.
Vanmiddag heeft het geregend en gelukkig is de avond vroeg gekomen, zoodat we ons spel kunnen beginnen.
Vanmiddag heeft het geregend en gelukkig is de avond vroeg gekomen, zoodat we ons spel kunnen beginnen.
Vanmiddag heeft het geregend en gelukkig is de avond vroeg gekomen, zodat we ons spel kunnen beginnen.
Vanmiddag heeft het geregend en gelukkig is de avond vroeg gekomen, zodat we ons spel kunnen beginnen.
Vanmiddag heeft het geregend en gelukkig is de avond vroeg gekomen, zodat we ons spel kunnen beginnen.
Vanmiddag heeft het geregend en gelukkig is de avond vroeg gekomen, zodat we ons spel kunnen beginnen.
Vanmiddag heeft het geregend en gelukkig is de avond vroeg gekomen, zodat we ons spel kunnen beginnen.
Vanmiddag heeft het geregend en gelukkig is de avond vroeg gekomen, zodat we ons spel kunnen beginnen.
Vanmiddag heeft het geregend en gelukkig is de avondschemering vroeg gevallen, zodat we met toneel te spelen eerder kunnen beginnen dan was voorzien. Achter het windscherm,
naast de scène worden wij in aardige costumes gestoken die tante van oude gordijnen heeft gemaakt, en op het hoofd krijgen wij een papieren kroon.Achter het windscherm,
naast de scène worden wij in aardige costumes gestoken die tante van oude
gordijnen gordijnnen
heeft gemaakt, en op het hoofd krijgen wij een papieren kroon.Achter het windscherm,
naast de scène worden wij in aardige costumes gestoken die tante van oude gordijnen heeft gemaakt, en op het hoofd krijgen wij een papieren kroon.Achter het windscherm,
naast de scène, worden wij in aardige costumes gestoken die tante van oude gordijnen heeft gemaakt, en op het hoofd krijgen wij een papieren kroon.Achter het windscherm,
naast de scène, worden wij in aardige costumes gestoken die tante van oude gordijnen heeft gemaakt, en op het hoofd krijgen wij een papieren kroon.Achter het windscherm,
naast de scène, worden wij in aardige kostuums gestoken die tante van oude gordijnen heeft gemaakt, en op het hoofd krijgen wij een papieren kroon.Achter het windscherm,
naast de scène, worden wij in aardige kostuums gestoken die tante van oude gordijnen heeft gemaakt, en op het hoofd krijgen wij een papieren kroon.Achter het windscherm,
naast de scène, worden wij in aardige kostuums gestoken die tante van oude gordijnen heeft gemaakt, en op het hoofd krijgen wij een papieren kroon.Achter het windscherm,
naast de scène, worden wij in aardige kostuums gestoken die tante van oude gordijnen heeft gemaakt, en op het hoofd krijgen wij een papieren kroon.Achter het windscherm,
naast de scène, worden wij in aardige kostuums gestoken die tante van oude gordijnen heeft gemaakt, en op het hoofd krijgen wij een papieren kroon.Achter het windscherm,
naast de scène, worden wij in aardige kostuums gestoken die tante van oude gordijnen heeft gemaakt, en op het hoofd krijgen wij een papieren kroon.Achter het windscherm,
naast de scène, worden wij in aardige kostuums gestoken die tante van oude gordijnen heeft gemaakt, en op het hoofd krijgen wij een papieren kroon. De vetpotjes worden opgestoken, wij stellen ons op in tableau vivant en als alles in orde is: Hermine met haar boeketje in de hand, ik met een vlinder op de vingers en achter ons de
engelbewaarders met afhangende armen, in onbeholpen afwachting – dan steekt tante haar hand tusschen de kier van de deur en klingelt met de tafelschel in de hall.De vetpotjes worden aangestoken, wij stellen ons op in een tableau vivant en als alles in orde is: Hermine met haar boeketje in de hand, ik met een vlinder op de vingers en achter ons de
engelenbewaarders met afhangende armen, in onbeholpen afwachting – dan steekt tante haar arm tusschen de kier van de deur en klingelt met de tafelschel in de hall.De vetpotjes worden opgestoken, wij stellen ons op in tableau vivant en als alles in orde is: Hermine met haar boeketje in de hand, ik met een vlinder op de vingers en achter ons de
engelbewaarders met afhangende armen, in onbeholpen afwachting – dan steekt tante haar hand tusschen de kier van de deur en klingelt met de tafelschel in de hall.De vetpotjes verspreiden hun weifelend schijnsel, wij stellen ons op in
'tableau vivant'
en als alles in orde is: Hermine houdt een boeketje in de hand, op mijn vingers trilt een papieren vlinder, en achter ons staan de
engelbewaarders met afhangende armen, in onbeholpen afwachting, – dan klingelt tante's belletje in de hall.De vetpotjes verspreiden hun weifelend schijnsel, wij stellen ons op in
'tableau vivant'
en als alles in orde is: Hermine houdt een boeketje in de hand, op mijn vingers trilt een papieren vlinder, en achter ons staan de
engelbewaarders met afhangende armen, in onbeholpen afwachting, – dan klingelt tante's belletje in de hall.De vetpotjes verspreiden hun weifelend schijnsel, wij stellen ons op in een 'tableau vivant'
en als alles in orde is: Hermine houdt een boeketje in de hand, op mijn vingers trilt een papieren vlinder, en achter ons staan de
engelbewaarders met afhangende armen, in onbeholpen afwachting, – dan klingelt tantes belletje in de hall.De vetpotjes verspreiden hun weifelend schijnsel, wij stellen ons op in een 'tableau vivant'
en als alles in orde is: Hermine houdt een boeketje in de hand, op mijn vingers trilt een papieren vlinder, en achter ons staan de
engelbewaarders met afhangende armen, in onbeholpen afwachting, – dan klingelt tantes belletje in de hal.De vetpotjes verspreiden hun weifelend schijnsel, wij stellen ons op in een 'tableau vivant'
en als alles in orde is: Hermine houdt een boeketje in de hand, op mijn vingers trilt een papieren vlinder, en achter ons staan de
engelbewaarders met afhangende armen, in onbeholpen afwachting, – dan klingelt tantes belletje in de hall.De vetpotjes verspreiden hun weifelend schijnsel, wij stellen ons op in een 'tableau vivant'
en als alles in orde is: Hermine houdt een boeketje in de hand, op mijn vingers trilt een papieren vlinder, en achter ons staan de
engelbewaarders met afhangende armen, in onbeholpen afwachting, – dan klingelt tantes belletje in de hal.De vetpotjes verspreiden hun weifelend schijnsel, wij stellen ons op in een 'tableau vivant'
en als alles in orde is: Hermine houdt een boeketje in de hand, op mijn vingers trilt een papieren vlinder, en achter ons staan de
engelbewaarders met afhangende armen, in onbeholpen afwachting, – dan klingelt tantes belletje in de hal.De vetpotjes verspreiden hun weifelend schijnsel, wij stellen ons op in een 'tableau vivant'
en als alles in orde is: Hermine houdt een boeketje in de hand, op mijn vingers trilt een papieren vlinder, en achter ons staan de
engelbewaarders met afhangende armen, in onbeholpen afwachting, – dan klingelt tantes belletje in de hal.De vetpotjes verspreiden hun weifelend schijnsel, wij stellen ons op in een 'tableau vivant'
en als alles in orde is: Hermine houdt een boeketje in de hand, op mijn vingers trilt een papieren vlinder, en achter ons staan de
engelbewaarders met afhangende armen, in onbeholpen afwachting, – dan klingelt tantes belletje in de vestibule.
Het licht
is
omlaag gedraaid; in het lampglas kan men zelfs de vlam niet meer zien; alleen de gouden geest van het licht woont er nog rustig binnen in.
Het licht
is
omlaag gedraaid en in het lampglas kan men zelfs de vlam niet meer zien; alleen de gouden geest van het licht woont er nog rustig binnen in.
Het licht
is
omlaag gedraaid en in het lampglas kan men zelfs de vlam niet meer zien; alleen de gouden geest van het licht woont er nog rustig binnen in.
Het licht
van de onmodische petroleumlamp is
omlaag gedraaid; in het lampglas kan men de vlam niet meer zien; alleen de gouden geest van het licht woont er nog rustig binnen in.
Het licht
van de onmodische petroleumlamp is
omlaag gedraaid; in het lampglas kan men de vlam niet meer zien; alleen de gouden geest van het licht woont er nog rustig binnen‐in.
Het licht
van de ouderwetse petroleumlamp is
omlaag gedraaid; in het lampeglas kan men de vlam niet meer zien; alleen de gouden geest van het licht woont er nog rustig binnen‐in.
Het licht
van de ouderwetse petroleumlamp is
omlaag gedraaid; in het lampeglas kan men de vlam niet meer zien; alleen de gouden geest van het licht woont er nog rustig binnen‐in.
Het licht
van de ouderwetse petroleumlamp is
omlaag gedraaid; in het lampeglas kan men de vlam niet meer zien; alleen de gouden geest van het licht woont er nog rustig binnen‐in.
Het licht
van de ouderwetse petroleumlamp is
omlaag gedraaid; in het lampeglas kan men de vlam niet meer zien; alleen de gouden geest van het licht woont er nog rustig binnen‐in.
Het licht
van de ouderwetse petroleumlamp is
omlaag gedraaid; in het lampeglas kan men de vlam niet meer zien; alleen de gouden geest van het licht woont er nog rustig binnenin.
Het licht
van de ouderwetse petroleumlamp is
omlaag gedraaid; in het lampeglas kan men de vlam niet meer zien; alleen de gouden geest van het licht woont er nog rustig binnenin.
De wiek
van de ouderwetse petroleumlamp is
neergedraaid; in het lampeglas kan men de vlam niet meer zien; alleen de gouden geest van het licht woont er nog rustig binnenin. De familie komt. In de hall
ruischt onduidelijk gepraat, doch allen worden stil en verblijd bloost hun gezicht bij het binnentreden.In de hall
ruischt onduidelijk gepraat, doch allen worden stil en verblijd bij het binnentreden.In de hall
ruischt onduidelijk gepraat, doch allen worden stil en verblijd bloost hun gezicht bij het binnentreden.In de hall
ruischt onduidelijk gepraat, doch allen worden stil en hun gezicht bloost verblijd bij het binnentreden.In de hall
ruischt onduidelijk gepraat, doch allen worden stil en hun gezicht bloost verblijd bij het binnentreden.In de hall
ruisen zijden kleren en onduidelijk gepraat klinkt tot ons door, doch allen worden stil en hun gezicht bloost verblijd bij het binnentreden.In de hal
ruisen zijden kleren en onduidelijk gepraat klinkt tot ons door, doch allen worden stil en hun gezicht bloost verblijd bij het binnentreden.In de hall
ruisen zijden kleren en onduidelijk gepraat klinkt tot ons door, doch allen worden stil en hun gezicht bloost verblijd bij het binnentreden.In de hall
ruisen zijden kleren en onduidelijk gepraat klinkt tot ons door, doch allen worden stil en hun gezicht bloost verblijd bij het binnentreden.In de hal
ruisen zijden kleren en onduidelijk gepraat klinkt tot ons door, doch allen worden stil en hun gezicht bloost verblijd bij het binnentreden.In de hal
ruisen zijden kleren en onduidelijk gepraat klinkt tot ons door, doch allen worden stil en hun gezicht bloost verblijd bij het binnentreden.In de hal
ruisen zijden kleren en onduidelijk gepraat klinkt tot ons door, doch allen worden stil en hun gezicht bloost verblijd bij het binnentreden. Wij staan achter de groene, roode, blauwe en gele lichtjes, omringd van
bloempotten, onder de laagafhangende papieren wimpels.Wij staan achter de groene, roode, blauwe en gele lichtjes, omringd van
bloempotten, onder de laagafhangende papieren wimpels.Wij staan achter de groene, roode, blauwe en gele lichtjes, omringd van
bloempotten, onder de laagafhangende papieren wimpels.Wij staan achter de groene, roode, blauwe en gele lichtjes, omringd met
bloempotten, onder de laagafhangende papieren festoenen.Wij staan achter de groene, roode, blauwe en gele lichtjes, omringd met
bloempotten, onder de laagafhangende papieren festoenen.Wij staan achter de groene, rode, blauwe en gele lichtjes, omringd met
bloempotten, onder de laagafhangende papieren festoenen.Wij staan achter de groene, rode, blauwe en gele lichtjes, omringd met
bloempotten, onder de laag afhangende papieren festoenen.Wij staan achter de groene, rode, blauwe en gele lichtjes, omringd met
bloempotten, onder de laag afhangende papieren festoenen.Wij staan achter de groene, rode, blauwe en gele lichtjes, omringd met
bloempotten, onder de laag afhangende papieren festoenen.Wij staan achter de groene, rode, blauwe en gele lichtjes, omringd met
bloempotten, onder de laag afhangende papieren festoenen.Wij staan achter de groene, rode, blauwe en gele lichtjes, omringd met
bloempotten, onder de laag afhangende papieren festoenen.Wij staan achter de groene, rode, blauwe en gele lichtjes, omringd met
bloempotten onder de laag afhangende papieren festoenen. De piano speelt een huzarenmarsch van Streabog.De piano speelt een huzarenmarsch van Streabog.De piano speelt een huzarenmarsch van Streabog.De piano speelt een huzarenmarsch.De piano speelt een huzarenmarsch.De piano speelt een huzarenmars.De piano speelt een huzarenmars.De piano speelt een huzarenmars.De piano speelt een huzarenmars.De piano speelt een huzarenmars.De piano speelt een huzarenmars.De piano speelt een huzarenmars. Wij worden ontzettend
moe
van
zoo lang in dezelfde houding te staan; wij wankelen bij tijden en we moeten
onze uiterste best doen om niet om te vallen en de vertooning
bij voorbaat te
bederven.Wij worden ontzettend
moe
van
zoo lang in dezelfde houding te staan; wij wankelen bij tijden en we moeten
ons uiterste best doen om niet om te vallen en de vertooning
te
bederven.Wij worden ontzettend
moe
van
zoo lang in dezelfde houding te staan; wij wankelen bij tijden en we moeten
onze uiterste best doen om niet om te vallen en de vertooning
bij voorbaat te
bederven.Wij worden zoo
moe,
we moeten
zoo lang in dezelfde houding staan; wij doen
onze uiterste best om het evenwicht niet te verliezen en de vertooning
niet te
bederven.Wij worden zoo
moe,
we moeten
zoo lang in dezelfde houding staan; wij doen
onze uiterste best om het evenwicht niet te verliezen en de vertooning
niet te
bederven.Wij worden zo
moe,
we moeten
zo lang in dezelfde houding staan; wij doen
onze uiterste best om het evenwicht niet te verliezen en de vertoning
niet te
bederven.Wij worden zo
moe,
we moeten
zo lang in dezelfde houding staan; wij doen
ons uiterste best om het evenwicht niet te verliezen en de vertoning
niet te
bederven.Wij worden zo
moe,
we moeten
zo lang in dezelfde houding staan; wij doen
onze uiterste best om het evenwicht niet te verliezen en de vertoning
niet te
bederven.Wij worden zo
moe,
we moeten
zo lang in dezelfde houding staan; wij doen
onze uiterste best om het evenwicht niet te verliezen en de vertoning
niet te
bederven.Wij worden zo
moe,
we moeten
zo lang in dezelfde houding staan; wij doen
onze uiterste best om het evenwicht niet te verliezen en de vertoning
niet te
bederven.Wij worden zo
moe,
we moeten
zo lang in dezelfde houding staan; wij doen
onze uiterste best om het evenwicht niet te verliezen en de vertoning
niet te
bederven.Wij worden zo
moe,
we moeten
zo lang in dezelfde houding staan; wij doen
onze uiterste
best beste
om het evenwicht niet te verliezen en de vertoning
niet te
bederven.
Wanneer
ik de toeschouwers, aller oogen op ons gericht,
plechtig
verzameld zie zitten word ik heet en koud tegelijk.
Rechtuit gezegd: ik ben aangedaan als ik de toeschouwers, aller oogen op ons gericht,
zoo plechtig
verzameld zie zitten.
Wanneer
ik de toeschouwers, aller oogen op ons gericht,
plechtig
verzameld zie zitten word ik heet en koud te gelijk.
Wanneer
ik de toeschouwers
plechtig
verzameld zie zitten, voel ik een plotselinge warmte
naar het hoofd stijgen.
Wanneer
ik de toeschouwers
plechtig
verzameld zie zitten, voel ik een plotselinge warmte
naar het hoofd stijgen.
Als
ik de toeschouwers
plechtig
vergaderd zie zitten, voel ik een plotselinge warmte
naar mijn hoofd stijgen.
Als
ik de toeschouwers
plechtig
vergaderd zie zitten, voel ik een plotselinge warmte
naar mijn hoofd stijgen.
Als
ik de toeschouwers
plechtig
vergaderd zie zitten, voel ik een plotselinge warmte
naar mijn hoofd stijgen.
Als
ik de toeschouwers
plechtig
vergaderd zie zitten, voel ik een plotselinge warmte
naar mijn hoofd stijgen.
Als
ik de toeschouwers
plechtig
vergaderd zie zitten, voel ik een plotselinge warmte
naar mijn hoofd stijgen.
Als
ik de toeschouwers
plechtig
vergaderd zie zitten, voel ik een plotselinge warmte
naar mijn hoofd stijgen.
Als
ik de toeschouwers
plechtig
vergaderd zie zitten, voel ik een plotselinge warmte
naar mijn hoofd stijgen.
Vooraan nemen grootmoeder, tante Emma en tante Zénobie, mijne moeder en
nicht Alissa plaats; daarachter staan oom Paul, oom Bernard, oom Augustin en mijn vader.Vooraan nemen grootmoeder, tantes Emma en Zénobie, mijne moeder,
nichten Alissa en Clotilde plaats; daarachter staan oomes Paul, Bernard, Augustin en mijn vader.Vooraan nemen grootmoeder, tante Emma en tante Zénobie, mijne moeder en
nicht Alissa plaats; daarachter staan oom Paul, oom Bernard, oom Augustin en mijn vader.Vooraan nemen grootmoeder, tante Emma en tante Zénobie, mijne moeder en
nicht Alissa plaats; daarachter staan oom Paul, oom Bernard, oom Augustin en mijn vader.Vooraan nemen grootmoeder, tante Emma en tante Zénobie, mijne moeder en
nicht Alissa plaats; daarachter staan oom Paul, oom Bernard, oom Augustin en mijn vader.Vooraan nemen grootmoeder, tante Emma en tante Zénobie, mijne moeder en
nicht Alissa plaats; daarachter staan oom Paul, oom Bernard, oom Augustin en mijn vader.Vooraan nemen grootmoeder, tante Emma en tante Zénobie, mijne moeder en
nicht Alissa plaats; daarachter staan oom Paul, oom Bernard, oom Augustin en mijn vader.Vooraan nemen grootmoeder, tante Emma en tante Zénobie, mijne moeder en
nicht Alissa plaats; daarachter staan oom Paul, oom Bernard, oom Augustin en mijn vader.Vooraan nemen grootmoeder, tante Emma en tante Zénobie, mijne moeder en
nicht Alissa plaats; daarachter staan oom Paul, oom Bernard, oom Augustin en mijn vader.Vooraan nemen grootmoeder, tante Emma en tante Zénobie, mijne moeder en
nicht Alissa plaats; daarachter staan oom Paul, oom Bernard, oom Augustin en mijn vader.Vooraan nemen grootmoeder, tante Emma en tante Zénobie, mijne moeder en
nicht Alissa plaats; daarachter staan oom Paul, oom Bernard, oom Augustin en mijn vader.Vooraan nemen grootmoeder, tante Emma en tante Zénobie, mijne moeder en
nicht Alissa plaats; daarachter staan oom Paul, oom Bernard, oom Augustin en mijn vader.
Van op het tooneel gezien is de werkelijkheid als een droom.
Van op het tooneel gezien is de werkelijkheid als een droom.
Van op het tooneel gezien is de werkelijkheid als een droom.
Van op het tooneel gezien is de werkelijkheid anders buiten dan binnen ons, wat ik nu voor het eerst gewaar word.
Van op het tooneel gezien is de werkelijkheid anders buiten dan binnen ons, wat ik nu voor het eerst gewaar word.
Van op het toneel gezien is de werkelijkheid anders buiten dan binnen ons, wat ik nu voor het eerst ervaar.
Van op het toneel gezien is de werkelijkheid anders buiten dan binnen ons, wat ik nu voor het eerst ervaar.
Van op het toneel gezien is de werkelijkheid anders buiten dan binnen ons, wat ik nu voor het eerst ervaar.
Van op het toneel gezien is de werkelijkheid anders buiten dan binnen ons, wat ik nu voor het eerst ervaar.
Van op het toneel gezien is de werkelijkheid anders buiten dan binnen ons, wat ik nu voor het eerst ervaar.
Van op Van
het toneel gezien is de werkelijkheid anders buiten dan binnen ons, wat ik nu voor het eerst ervaar.
Van op het toneel gezien is de werkelijkheid anders buiten dan binnen ons, wat ik nu voor het eerst ervaar.
Er is in de kamerhoeken gedoofd bruinig violet; maar dichtbij glinstert herhaaldelijk een edelsteen, onverwachts en in een bliksemende gauwte verloren.
Er is in de kamerhoeken gedoofd bruinig violet; maar dichtbij glinstert herhaaldelijk een edelsteen, onverwachts, en in een bliksemende gauwte weer verloren.
Er is in de kamerhoeken gedoofd bruinig violet; maar dichtbij glinstert herhaaldelijk een edelsteen, onverwachts en in een bliksemende gauwte verloren.
Er is in de kamerhoeken gedoofd bruinig violet; maar dichtbij glinstert herhaaldelijk een edelsteen, onverwachts en in een bliksemende gauwte spoorloos verloren.
Er is in de kamerhoeken gedoofd bruinig violet; maar dichtbij glinstert herhaaldelijk een edelsteen, onverwachts en in een bliksemende gauwte spoorloos verloren.
In de kamerhoeken vloeit een bruinig violette schemering; dichtbij glinstert bij pozen een edelsteen, onverwachts en in een bliksemende gauwte spoorloos verloren.
Er is in de kamerhoeken een bruinig‐violette schemering; maar dichtbij glinstert bij pozen een edelsteen, onverwachts en in een bliksemende gauwte spoorloos verloren.
Er is in de kamerhoeken een bruinig‐violette schemering; maar dichtbij glinstert bij pozen een edelsteen, onverwachts en in een bliksemende gauwte spoorloos verloren.
Er is in de kamerhoeken een bruinig‐violette schemering; maar dichtbij glinstert bij pozen een edelsteen, onverwachts en in een bliksemende gauwte spoorloos verloren.
Er is in de kamerhoeken een bruinig‐violette schemering; maar dichtbij glinstert bij pozen een edelsteen, onverwachts en in een bliksemende gauwte spoorloos verloren.
Er is in de kamerhoeken een bruinig‐violette schemering; maar dichtbij glinstert bij pozen een edelsteen, onverwachts en in een bliksemende gauwte spoorloos verloren.
Er is in de kamerhoeken een bruinig‐violette schemering; maar dichtbij glinstert bij pozen een edelsteen, onverwachts en in een bliksemende gauwte spoorloos verloren. De kanten kragen, de sidderende franjes, het sierlijk prulwerk op de kleeden van de dames, de witte
hemdsborsten, de
manchetten manschetten
van de staande, sigarenrookende
heeren, de tabaksrook in slierten boven de hoofden en de van hun gewone plaats verschoven meubels, langs de muur: onder het weifelend licht van de lamp is het een irreëele wereld geworden.De kanten‐kragen, de sidderende franjes, het sierlijk prulwerk op de kleeden van de dames, de witte
hemdsborsten, de manchettes van de staande, sigaren rookende
heeren, de tabaksrook in slierten boven de hoofden en de van hun gewone plaats verschoven meubels langs de muur: onder het weifelend licht van de lamp is het een irreëele wereld geworden, bijna te vreemd om er te kunnen aan gelooven.De kanten kragen, de sidderende franjes, het sierlijk prulwerk op de kleeden van de dames, de witte
hemdsborsten, de
manchettes manschettes
van de staande, sigarenrookende
heeren, de tabaksrook in slierten boven de hoofden en de van hun gewone plaats verschoven meubels langs de muur: onder het weifelend licht van de lamp is het een irreëele wereld geworden, bijna te vreemd om er te kunnen aan gelooven.De kanten kragen, de sidderende franjes, het sierlijk prulwerk aan de kleeden van de dames, de stijve witte
hemdsborsten, de manchetten van de staande, sigarenrookende
heeren, de tabaksrook in slierten boven de hoofden en de van hun gewone plaats verschoven meubels langs de muur: onder het weifelend licht van de lamp is het een irreëele wereld geworden.De kanten kragen, de sidderende franjes, het sierlijk prulwerk aan de kleeden van de dames, de stijve witte
hemdsborsten, de manchetten van de staande, sigarenrookende
heeren, de tabaksrook in slierten boven de hoofden en de van hun gewone plaats verschoven meubels langs de muur: onder het weifelend licht van de lamp is het een irreëele wereld geworden.De kanten kragen, de sidderende franjes, het sierlijk prulwerk aan de kleden van de dames, de stijve witte
hemdsborsten, de manchetten van de staande, sigarenrokende
heren, de tabaksrook in slierten boven de hoofden en de van hun gewone plaats verschoven meubels langs de muur: onder het weifelend licht van de lamp is het een irreële wereld geworden.De kanten kragen, de sidderende franjes, het sierlijk prulwerk aan de kleden van de dames, de stijve witte
hemdsborsten, de manchetten van de staande, sigaren rokende
heren, de tabaksrook in slierten boven de hoofden en de van hun gewone plaats verschoven meubels langs de muur: onder het weifelend licht van de lamp is het een irreële wereld geworden.De kanten kragen, de sidderende franjes, het sierlijk prulwerk aan de kleren van de dames, de stijve witte
hemdsborsten, de manchetten van de staande, sigaren rokende
heren, de tabaksrook in slierten boven de hoofden en de van hun gewone plaats verschoven meubels langs de muur: onder het weifelend licht van de lamp is het een irreële wereld geworden.De kanten kragen, de sidderende franjes, het sierlijk prulwerk aan de kleren van de dames, de stijve witte
hemdsborsten, de manchetten van de staande, sigaren rokende
heren, de tabaksrook in slierten boven de hoofden en de van hun gewone plaats verschoven meubels langs de muur: onder het weifelend licht van de lamp is het een irreële wereld geworden.De kanten kragen, de sidderende franjes, het sierlijk prulwerk aan de kleren van de dames, de stijve witte
hemdsborsten, de manchetten van de staande, sigaren rokende
heren, de tabaksrook in slierten boven de hoofden en de van hun gewone plaats verschoven meubels langs de muur: onder het weifelend licht van de lamp is het een irreële wereld geworden.De kanten kragen, de sidderende franjes, het sierlijk prulwerk aan de kleren van de dames, de stijve witte
hemdsborsten, de manchetten van de staande, sigaren rokende
heren, de tabaksrook in slierten boven de hoofden en de van hun gewone plaats verschoven meubels langs de muur: onder het weifelend licht van de lamp is het een irreële wereld geworden.De kanten kragen, de sidderende franjes, het sierlijk prulwerk aan de kleren van de dames, de stijve witte
hemdsborsten hemsborsten
, de manchetten van de staande, sigaren rokende
heren, de tabaksrook in slierten boven de hoofden en de van hun gewone plaats verschoven meubels langs de muur: onder het weifelend licht van de lamp is het een irreële wereld geworden. Achter het windscherm, uit haar boekje lezend, fluistert tante
Theodora ons toe, en we zijn geneigd om
haar aan te kijken en op te houden onze rol te spelen.
Achter het windscherm, uit haar boekje lezend, fluistert tante
Theodora Theodore
ons toe, en we zijn geneigd om
naar haar om te kijken en op te houden met onze rol te spelen.
Achter het windscherm, uit haar boekje lezend, fluistert tante
Theodora ons toe, en we zijn geneigd om
haar aan te kijken en op te houden onze rol te spelen.
Achter het windscherm, uit haar boekje lezend, fluistert tante
Theodora ons toe, en we zijn geneigd om
haar aan te kijken en op te houden onze rol te vertolken.
Achter het windscherm, uit haar boekje lezend, fluistert tante
Theodora ons toe, en we zijn geneigd om
haar aan te kijken en op te houden onze rol te vertolken.
Achter het windscherm, uit haar boekje lezend, fluistert tante
Theodora ons toe, en we zijn geneigd om
haar aan te kijken en op te houden onze rol te vertolken.
Achter het windscherm, uit haar boekje lezend, fluistert tante
Theodora ons toe, en we zijn geneigd om
haar aan te kijken en op te houden onze rol te vertolken.
Achter het windscherm, uit haar boekje lezend, fluistert tante
Theodora ons toe, en we zijn geneigd om
haar aan te kijken en op te houden onze rol te vertolken.
Achter het windscherm, uit haar boekje lezend, fluistert tante
Theodora ons toe, en we zijn geneigd om
haar aan te kijken en op te houden onze rol te vertolken.
Achter het windscherm, uit haar boekje lezend, fluistert tante
Theodora ons toe, en we zijn geneigd om
haar aan te kijken en op te houden onze rol te vertolken.
Achter het windscherm, uit haar boekje lezend, fluistert tante
Theodora ons toe, en we zijn geneigd om
haar aan te kijken en op te houden onze rol te vertolken.
Achter het windscherm, uit haar boekje lezend, fluistert tante
Theodora ons toe, en we zijn geneigd om
haar aan te kijken en op te houden onze rol te vertolken.
Terwijl we bezig zijn met de scène in de hemel, wanneer Virginia Pietje herkent onder de laatst toegekomene zieltjes,
en zij vraagt hem naar grootmoeder en de heele
familie:
ondertusschen is tante Henriëtte onhoorbaar, als een spelbrekende geest
in het salon binnengeslopen.Terwijl we bezig zijn met de scène in de hemel, wanneer Virginia Pietje herkent onder de laatst toegekomene zieltjes
en zij vraagt hem naar grootmoeder en de heele
familie:
ondertusschen is tante Henriëtte onhoorbaar, als een spelbrekende geest,
in het salon binnengetreden.Terwijl we bezig zijn met de scène in de hemel, wanneer Virginia Pietje herkent onder de laatst toegekomene zieltjes
en zij vraagt hem naar grootmoeder en de heele
familie:
ondertusschen is tante Henriëtte onhoorbaar, als een spelbrekende geest
in het salon binnengeslopen.Terwijl we de scène in de hemel spelen, op het moment dat Virginia onder de laatst
toegekomene
zieltjes Pietje herkent, en zij vraagt hem nieuws omtrent grootmoeder en de heele
familie:
onhoorbaar, als een spelbrekende geest,
is tante Henriëtte
in het salon binnengeslopen.Terwijl we de scène in de hemel spelen, op het moment dat Virginia onder de laatst
toegekomene
zieltjes Pietje herkent, en zij vraagt hem nieuws omtrent grootmoeder en de heele
familie:
onhoorbaar, als een spelbrekende geest,
is tante Henriëtte
in het salon binnengeslopen.Terwijl we de scène in de hemel spelen, op het moment dat Virginia onder de laatst
toegekomene
zieltjes Pietje herkent, en zij vraagt hem nieuws omtrent grootmoeder en de hele
familie –
onhoorbaar, als een spelbrekende geest,
is tante Henriëtte
in het salon binnengeslopen.Terwijl we de scène in de hemel spelen, op het moment dat Virginia onder de laatst
toegekomen zieltjes Pietje herkent, en zij vraagt hem nieuws omtrent grootmoeder en de hele
familie –
onhoorbaar, als een spelbrekende geest,
is tante Henriette
in het salon binnengeslopen.Terwijl we de scène in de hemel spelen, op het moment dat Virginia onder de laatst
toegekomen zieltjes Pietje herkent, en zij vraagt hem nieuws omtrent grootmoeder en de hele
familie –
onhoorbaar, als een spelbrekende geest,
is tante Henriette
in de salon binnengeslopen.Terwijl we de scène in de hemel spelen, op het moment dat Virginia onder de laatste
toegekomen zieltjes Pietje herkent, en zij vraagt hem nieuws omtrent grootmoeder en de hele
familie –
onhoorbaar, als een spelbrekende geest,
is tante Henriette
in de salon binnengeslopen.Terwijl we de scène in de hemel spelen, op het moment dat Virginia onder de laatste
toegekomen zieltjes Pietje herkent, en zij vraagt hem nieuws omtrent grootmoeder en de hele
familie –
onhoorbaar, als een spelbrekende geest,
is tante Henriette
in de salon binnengeslopen.Terwijl we de scène in de hemel spelen, op het moment dat Virginia onder de laatste
toegekomen zieltjes Pietje herkent, en zij vraagt hem nieuws omtrent grootmoeder en de hele
familie –
onhoorbaar, als een spelbrekende geest,
is tante Henriette
in de salon binnengeslopen.Terwijl we de scène in de hemel spelen, op het moment dat Virginia onder de laatste
toegekomen zieltjes Pietje herkent, en zij vraagt hem nieuws omtrent grootmoeder en de hele
familie –
onhoorbaar, als een spelbrekende geest,
is tante Henriette
in de salon binnengeslopen. Uitgeput en gebroken gaat ze in een fauteuil liggen, de armen lam
langs het krachteloos lijf, het hoofd slap achterover op het kussen.Uitgeput en gebroken gaat ze in een fauteuil liggen, de armen lam en als afgehouwen
langs het krachtige lijf, het hoofd slap achterover op het kussen.Uitgeput en gebroken gaat ze in een fauteuil liggen, de armen lam
langs het krachteloos lijf, het hoofd slap achterover op het kussen.Uitgeput en gebroken gaat ze in een fauteuil liggen, de armen lam
langs het krachteloos lijf, het hoofd slap achterover op het kussen.Uitgeput en gebroken gaat ze in een fauteuil liggen, de armen lam
langs het krachteloos lijf, het hoofd slap achterover op het kussen.Uitgeput en gebroken gaat ze in een fauteuil liggen, de armen lam
langs het krachteloos lijf, het hoofd slap achterover op het kussen.Uitgeput en gebroken gaat ze in een fauteuil liggen, de armen lam
langs het krachteloos lijf, het hoofd slap achterover op het kussen.Uitgeput en gebroken gaat ze in een fauteuil liggen, de armen lam
langs het krachteloos lijf, het hoofd slap achterover op het kussen.Uitgeput en gebroken gaat ze in een fauteuil liggen, de armen lam
langs het krachteloos lijf, het hoofd slap achterover op het kussen.Uitgeput en gebroken gaat ze in een fauteuil liggen, de armen lam
langs het krachteloos lijf, het hoofd slap achterover op het kussen.Uitgeput en gebroken gaat ze in een fauteuil liggen, de armen lam
langs het krachteloos lijf, het hoofd slap achterover op het kussen.Uitgeput en gebroken gaat ze in een fauteuil liggen, de armen lam
langs het krachteloos lijf, het hoofd slap achterover op het kussen. Haar oogen zijn gesloten, zoodat ze wel niets van onze handelingen kan volgen.Haar oogen zijn gesloten, zoodat ze wel niets van onze handelingen kan volgen.Haar oogen zijn gesloten, zoodat ze wel niets van onze handelingen kan volgen.Haar oogen zijn gesloten, zoodat ze onze handelingen niet kan volgen.Haar oogen zijn gesloten, zoodat ze onze handelingen niet kan volgen.Haar ogen zijn gesloten, zodat ze onze handelingen niet kan volgen.Haar ogen zijn gesloten, zodat ze onze handelingen niet kan volgen.Haar ogen zijn gesloten, zodat ze onze handelingen niet kan volgen.Haar ogen zijn gesloten, zodat ze onze handelingen niet kan volgen.Haar ogen zijn gesloten, zodat ze onze handelingen niet kan volgen.Haar ogen zijn gesloten, zodat ze onze handelingen niet kan volgen.Haar ogen zijn gesloten, zodat ze onze handelingen niet kan volgen. Gelijk een jong meisje heeft ze een zware honigblonde haarlok langs haar wit gezicht afhangen en onder de kin weg, tot in haar diepe keelput.Gelijk een jong meisje heeft ze een zware honigblonde haarlok langs haar wit gezicht afhangen, en onder de kin weg, tot in haar diepe keelput.Gelijk een jong meisje heeft ze een zware honigblonde haarlok langs haar wit gezicht afhangen en onder de kin weg, tot in haar diepe keelput.Gelijk bij een jong meisje hangt een zware honigblonde haarlok langs haar wit gezicht.Gelijk bij een jong meisje hangt een zware honigblonde haarlok langs haar wit gezicht.Gelijk bij een jong meisje hangt een zware honigblonde haarlok langs haar wit gezicht.Gelijk bij een jong meisje hangt een zware honigblonde haarlok langs haar wit gezicht.Gelijk bij een jong meisje hangt een zware honigblonde haarlok langs haar wit gezicht.Gelijk bij een jong meisje hangt een zware honigblonde haarlok langs haar wit gezicht.Gelijk bij een jong meisje hangt een zware honigblonde haarlok langs haar wit gezicht.Gelijk bij een jong meisje hangt een zware honigblonde haarlok langs haar wit gezicht.Gelijk bij een jong meisje hangt een zware honigblonde haarlok langs haar wit gezicht.
Als oom Bernard haar zachtjes toefluistert, doet ze hem met moeite teeken: dat hij haar met rust moet laten, en van onder haar wijdsche, groenig‐gulden
rok schuift een schoentip te voorschijn.
Als oom Bernard haar zachtjes toefluistert, doet ze hem met moeite teeken dat hij haar met rust moet laten, en van onder haar wijdsche, groenig‐gulden
tafta‐rok schuift een schoentip te voorschijn.
Als oom Bernard haar zachtjes toefluistert, doet ze hem met moeite teeken: dat hij haar met rust moet laten, en van onder haar wijdsche, groenig‐gulden
taftarok schuift een schoentip te voorschijn.
Wanneer oom Bernard haar zachtjes toefluistert, doet ze hem met moeite teeken: dat hij haar met rust moet laten. Van onder haar groenig‐gulden
kleed schuift een schoentip te voorschijn.
Wanneer oom Bernard haar zachtjes toefluistert, doet ze hem met moeite teeken: dat hij haar met rust moet laten. Van onder haar groenig‐gulden
kleed schuift een schoentip te voorschijn.
Als oom Bernard haar zachtjes toefluistert, doet ze hem met moeite een afwerend teken: dat hij haar met rust moet laten. Van onder haar groenig‐gulden
kleed schuift een schoentip te voorschijn.
Als oom Bernard haar zachtjes toefluistert, doet ze hem met moeite een afwerend teken: dat hij haar met rust moet laten. Van onder haar groenig‐gulden
kleed schuift een schoentip te voorschijn.
Als oom Bernard haar zachtjes toefluistert, doet ze hem met moeite een afwerend teken: dat hij haar met rust moet laten. Van onder haar groenig‐gulden
kleed schuift een schoentip te voorschijn.
Als oom Bernard haar zachtjes toefluistert, doet ze hem met moeite een afwerend teken: dat hij haar met rust moet laten. Van onder haar groenig‐gulden
kleed schuift een schoentip te voorschijn.
Als oom Bernard haar zachtjes toefluistert, doet ze hem met moeite een afwerend teken: dat hij haar met rust moet laten. Van onder haar groenig‐gulden
kleed schuift een schoentip te voorschijn.
Als oom Bernard haar zachtjes toefluistert, doet ze hem met moeite een afwerend teken: dat hij haar met rust moet laten. Van onder haar groenig‐gulden
kleed schuift een schoentip te voorschijn.
Als oom Bernard haar zachtjes toefluistert, doet ze hem met moeite een afwerend teken: dat hij haar met rust moet laten. Van onder haar groenig‐gulden
kleed schuift een schoentip te voorschijn. Verder schijnt niemand onder de aanwezigen zich om haar te bekommeren en ze blijft alleen daar in de verte, waar ze misschien onze hemelsche taal toch wel hooren kan.
Verder schijnt niemand onder de aanwezigen zich om haar te bekommeren en ze blijft alleen daar in de verte, waar ze misschien onze hemelsche taal toch wel hooren kan.
Verder schijnt niemand onder de aanwezigen zich om haar te bekommeren en ze blijft alleen daar in de verte, waar ze misschien onze hemelsche taal toch wel hooren kan.
Verder schijnt niemand zich om haar te bekommeren; ze blijft alleen en onwaarschijnlijk, daar in de verte, en wellicht dringt onze hemelsche taal niet meer tot haar door.
Verder schijnt niemand zich om haar te bekommeren; ze blijft alleen en onwaarschijnlijk, daar in de verte, en wellicht dringt onze hemelsche taal niet werkelijk tot haar door.
Verder schijnt niemand zich om haar te bekommeren; ze blijft alleen en onwaarschijnlijk, daar in de verte, en wellicht dringt onze hemelse taal niet werkelijk tot haar door.
Verder schijnt niemand zich om haar te bekommeren; ze blijft alleen en onwaarschijnlijk, daar in de verte, en wellicht dringt onze hemelse taal niet werkelijk tot haar door.
Verder schijnt niemand zich om haar te bekommeren; ze blijft alleen en onwaarschijnlijk, daar in de verte, en wellicht dringt onze hemelse taal niet werkelijk tot haar door.
Verder schijnt niemand zich om haar te bekommeren; ze blijft alleen en onwaarschijnlijk, daar in de verte, en wellicht dringt onze hemelse taal niet werkelijk tot haar door.
Verder schijnt niemand zich om haar te bekommeren; ze blijft alleen en onwaarschijnlijk, daar in de verte, en wellicht dringt onze hemelse taal niet werkelijk tot haar door.
Verder schijnt niemand zich om haar te bekommeren; ze blijft alleen en onwaarschijnlijk, daar in de verte, en wellicht dringt onze hemelse taal niet werkelijk tot haar door.
Verder schijnt niemand zich om haar te bekommeren; ze blijft alleen en onwaarschijnlijk, daar in de verte, en wellicht dringt onze hemelse taal niet werkelijk tot haar door.
Van eerst af is er voor mij iets ondragelijks geweest aan dit
comediespel, waar ik niet enkel over nadenk, doch waar ik lichamelijk onder gebukt ga, als bij het naderen van een gevoelsstaat waar al de bekende toestanden ophouden te bestaan.
Van eerst af is er voor mij iets onverdragelijks geweest aan deze
comedie, waar ik niet alleen over nadenk, doch waar ik lichamelijk onder gebukt ga, als bij het naderen van een gevoelsstaat waar al de bekende toestanden ophouden.
Van eerst af is er voor mij iets ondragelijks geweest aan dit
comediespel, waar ik niet enkel over nadenk, doch waar ik lichamelijk onder gebukt ga, als bij het naderen van een gevoelsstaat waar al de bekende toestanden ophouden te bestaan.
Er is voor mij iets ondraaglijks aan dit
comediespel, waar ik onder gebukt ga, als bij het naderen van een gevoelsstaat waar al de bekende toestanden ophouden hun gezag te doen gevoelen.
Er is voor mij iets ondraaglijks aan dit
comediespelen, waar ik onder gebukt ga, als bij het naderen van een gevoelsstaat waar al de bekende toestanden ophouden hun gezag te doen gevoelen.
Er is voor mij iets ondraaglijks aan dit
comediespelen, waar ik onder gebukt ga, als bij het naderen van een gevoelsstaat waar al de bekende toestanden ophouden hun gezag te doen gevoelen.
Er is voor mij iets ondraaglijks aan dit
komediespelen, waar ik onder gebukt ga, als bij het naderen van een gevoelsstaat waar al de bekende toestanden ophouden hun gezag te doen gevoelen.
Er is voor mij iets ondragelijks aan dit
komediespelen, waar ik onder gebukt ga, als bij het naderen van een gevoelsstaat waar al de bekende toestanden ophouden hun gezag te doen gevoelen.
Er is voor mij iets ondragelijks aan dit
komediespelen, waar ik onder gebukt ga, als bij het naderen van een gevoelsstaat waar al de bekende toestanden ophouden hun gezag te doen gevoelen.
Er is voor mij iets ondragelijks aan dit
komediespelen, waar ik onder gebukt ga, als bij het naderen van een gevoelsstaat waar al de bekende toestanden ophouden hun gezag te doen gevoelen.
Er is voor mij iets ondragelijks aan dit
komediespelen, waar ik onder gebukt ga, als bij het naderen van een gevoelsstaat waar al de bekende toestanden ophouden hun gezag te doen gevoelen.
Er is voor mij iets ondragelijks aan dit
komediespelen, waar ik onder gebukt ga, als bij het naderen van een gevoelsstaat waar al de bekende toestanden ophouden hun gezag te doen gevoelen. Nu ben ik immers Pietje. Tegenover mij leeft en
beweegt Virginia, die ik niet gekend heb. Pietje is dood, hij is in de hemel
opgenomen en hij kan nu dingen doen en zeggen waar
'ik'
de inhoud niet van begrijp, waar Virginia aan gehoorzaamt en op antwoordt met
een stemmetje, waar ik toch vertrouwd mee ben.Pietje is dood, hij is in de hemel
opgenomen, en hij kan nu dingen doen en zeggen waar ik de inhoud niet van begrijp en waar Virginia aan gehoorzaamt en op antwoordt met
een stemmetje waar ik toch vertrouwd mee ben.Pietje is dood, hij is in de hemel
opgenomen en hij kan nu dingen doen en zeggen waar
'ik'
de inhoud niet van begrijp, waar Virginia aan gehoorzaamt en op antwoordt met
een stemmetje, waar ik toch vertrouwd mee ben.Pietje is dood, hij is in de hemel
opgenomen en hij kan nu dingen doen en zeggen waar
'ik'
de inhoud niet van begrijp, waar Virginia aan gehoorzaamt en op antwoordt met
een stemmetje, waar ik toch werkelijk vertrouwd mee ben.Pietje is dood, hij is in de hemel
opgenomen en hij kan nu dingen doen en zeggen waar
'ik'
de inhoud niet van begrijp, waar Virginia aan gehoorzaamt en op antwoordt met
een stemmetje, waar ik toch werkelijk vertrouwd mee ben.Pietje is dood, hij is in de hemel
opgenomen en hij kan nu dingen doen en zeggen waar
'ik'
de inhoud niet van begrijp, waar Virginia aan gehoorzaamt en op antwoordt met
een stemmetje, waar ik toch werkelijk vertrouwd mee ben.Pietje is dood, hij is in de hemel
opgenomen en hij kan nu dingen doen en zeggen waar
'ik'
de inhoud niet van begrijp, waar Virginia aan gehoorzaamt en op antwoordt met
een stemmetje, waar ik toch werkelijk vertrouwd mee ben.Pietje is dood, hij is in de hemel
opgenomen en hij kan nu dingen doen en zeggen waar
'ik'
de inhoud niet van begrijp, waar Virginia aan gehoorzaamt en op antwoordt met
een stemmetje, waar ik toch werkelijk vertrouwd mee ben.Pietje is dood, hij is in de hemel
opgenomen en hij kan nu dingen doen en zeggen waar
'ik'
de inhoud niet van begrijp, waar Virginia aan gehoorzaamt en op antwoordt met
een stemmetje, waar ik toch werkelijk vertrouwd mee ben.Pietje is dood, hij is in de hemel
opgenomen en hij kan nu dingen doen en zeggen waar
'ik'
de inhoud niet van begrijp, waar Virginia aan gehoorzaamt en op antwoordt met
een stemmetje, waar ik toch werkelijk vertrouwd mee ben.Pietje is dood, hij is in de hemel
opgenomen en hij kan nu dingen doen en zeggen waar
'ik'
de inhoud niet van begrijp, waar Virginia aan gehoorzaamt en op antwoordt met
een stemmetje, waar ik toch werkelijk vertrouwd mee ben.Pietje is dood, hij is onder de hemelingen
opgenomen en hij kan nu dingen doen en zeggen waar
'ik'
de inhoud niet van begrijp, waar Virginia aan gehoorzaamt en op antwoordt met
een stemmetje, waar ik toch werkelijk vertrouwd mee ben. Het is alsof ik word tegengehouden in mijn bewegingen, en die traagheid
komt bij mij van binnen uit.Het is alsof ik word tegengehouden in mijn bewegingen.Het is alsof ik word tegengehouden in mijn bewegingen, en die traagheid
komt bij mij van binnen uit.Het is alsof ik word tegengehouden in mijn bewegingen, en die traagheid
komt van binnen uit.Het is alsof ik word tegengehouden in mijn bewegingen, en die loomheid
komt van binnen uit.Het is alsof ik word tegengehouden in mijn bewegingen, en die loomheid
komt van binnen uit.Het is alsof ik word tegengehouden in mijn bewegingen, en die loomheid
komt van binnen uit.Het is alsof ik word tegengehouden in mijn bewegingen, en die loomheid
komt van binnen uit.Het is alsof ik word tegengehouden in mijn bewegingen, en die loomheid
komt van binnen uit.Het is alsof ik word tegengehouden in mijn bewegingen, en die loomheid
komt van binnen uit.Het is alsof ik word tegengehouden in mijn bewegingen, en die loomheid
komt van binnen uit.Het is alsof ik word tegengehouden in mijn bewegingen, en die loomheid
komt van binnen uit. Er is iets dat me zwaar beklemt terwijl ik bezig ben in mijn hoofd te zoeken waar ik daar straks met Aloysius in de regen ben geweest.
Er is iets dat me zwaar beklemt terwijl ik bezig ben met in mijn hoofd te zoeken waar ik daar straks met Aloysius in de regen ben
geweest, waar ik mijns vaders wandelstok heb weggenomen.
Er is iets dat me zwaar beklemt terwijl ik bezig ben in mijn hoofd te zoeken waar ik daar straks met Aloysius in de regen ben
geweest; waar ik mijn vader's wandelstok heb weggenomen.
Er is iets dat me benauwt, terwijl ik overdenk waar ik pas enkele uren geleden met Aloysius in de regen ben geweest.
Er is iets dat me benauwt, terwijl ik overdenk waar ik pas enkele uren geleden met Aloysius in de regen ben geweest.
Er is iets dat me benauwt, terwijl ik overdenk waar ik pas enkele uren geleden met Aloysius in de regen ben geweest.
Er is iets dat me benauwt, terwijl ik overdenk waar ik pas enkele uren geleden met Aloysius in de regen ben geweest.
Er is iets dat me benauwt, terwijl ik overdenk waar ik pas enkele uren geleden met Aloysius in de regen ben geweest.
Er is iets dat me benauwt, terwijl ik overdenk waar ik pas enkele uren geleden met Aloysius in de regen ben geweest.
Er is iets dat me benauwt, terwijl ik overdenk waar ik pas enkele uren met Aloysius in de regen ben geweest.
Er is iets dat me benauwt, terwijl ik overdenk waar ik pas enkele uren met Aloysius in de regen ben geweest.
Er is iets dat me benauwt, terwijl ik overdenk waar ik pas enkele uren geleden met Aloysius in de regen ben geweest.
In gedachten zie ik ons huis in de stad, onze kat, mijn eigen bed.In gedachten zie ik ons huis in de stad, onze kat, mijn eigen bedje.In gedachten zie ik ons huis in de stad, onze kat, mijn eigen bed.In gedachten zie ik ons huis in de stad, onze kat, mijn eigen bed.In gedachten zie ik ons huis in de stad, onze kat, mijn eigen bed.In gedachten zie ik ons huis in de stad, onze kat, mijn eigen bed.In gedachten zie ik ons huis in de stad, onze kat, mijn eigen bed.In gedachten zie ik ons huis in de stad, onze kat, mijn eigen bed.In gedachten zie ik ons huis in de stad, onze kat, mijn eigen bed.In gedachten zie ik ons huis in de stad, onze kat, mijn eigen bed.In gedachten zie ik ons huis in de stad, onze kat, mijn eigen bed.In gedachten zie ik ons huis in de stad, onze poes, mijn eigen bed.
Ondertusschen steek ik de armen uit naar het onbekende, waar ik toch ook iets bereiken kan: ik vind een meisje, zoo klein als ik zelf ben, gedwee en warm.
Onderwijl steek ik de armen uit naar het onbekende, waar ik toch óok iets bereiken kan: ik vind er een meisje, zoo klein als ik zelf ben, gedwee en warm.
Ondertusschen steek ik de armen uit naar het onbekende, waar ik toch ook iets bereiken kan: ik vind een meisje, zoo klein als ik zelf ben, gedwee en warm.
Ondertusschen steek ik de armen uit naar het onbekende, waar ik toch ook iets bereiken kan: ik vind een meisje, zoo klein als ik zelf ben, gedwee en warm.
Ondertusschen steek ik de armen uit naar het onbekende, waar ik toch ook iets bereiken kan: ik vind er een meisje, zoo klein als ik zelf ben, gedwee en warm.
Ondertussen steek ik mijn armen uit naar het onbekende, waar ik toch ook iets bereiken kan: ik vind er een meisje, zo klein als ik zelf ben, gedwee en warm.
Ondertussen steek ik mijn armen uit naar het onbekende, waar ik toch ook iets bereiken kan: ik vind er een meisje, zo klein als ik zelf ben, gedwee en warm.
Ondertussen steek ik mijn armen uit naar het onbekende, waar ik toch ook iets bereiken kan: ik vind er een meisje, zo klein als ik zelf ben, gedwee en warm.
Ondertussen steek ik mijn armen uit naar het onbekende, waar ik toch ook iets bereiken kan: ik vind er een meisje, zo klein als ik zelf ben, gedwee en warm.
Ondertussen steek ik mijn armen uit naar het onbekende, waar ik toch ook iets bereiken kan: ik vind er een meisje, zo klein als ik zelf ben, gedwee en warm.
Ondertussen steek ik mijn armen uit naar het onbekende, waar ik toch ook iets bereiken kan: ik vind er een meisje, zo klein als ik zelf ben, gedwee en warm.
Ondertussen steek ik mijn armen uit naar het onbekende, waar ik toch ook iets bereiken kan: ik vind er een meisje, zo klein als ik zelf ben, gedwee en warm. En ik spreek er mee in een dwaze, hoogere taal.En ik spreek er mede in een dwaze, hoogere taal.En ik spreek er mee in een dwaze, hoogere taal.En ik spreek er mee in een dwaze, hoogere taal.En ik spreek er mee in een dwaze, hoogere taal.En ik spreek er mee in een dwaze, hogere taal.En ik spreek er mee in een dwaze, hogere taal.En ik spreek er mee in een dwaze, hogere taal.En ik spreek ermee in een dwaze, hogere taal.En ik spreek ermee in een dwaze, hogere taal.En ik spreek ermee in een dwaze, hogere taal.En ik spreek ermee in een dwaze, hogere taal.
Toch blijf ik aanhoudend moeite doen om onze trap te zien, onze zolder met de pas gewasschen
beddelakens.
Ondertusschen doe ik toch aanhoudend moeite om onze trap te
zien, zien
onze zolder met de pas gewasschen
beddelakens, enz.
Toch blijf ik aanhoudend moeite doen om onze trap te zien, onze zolder met de pas gewasschen
beddelakens.
Toch blijf ik aanhoudend moeite doen om onze trap te zien, onze zolder met de pas gewasschen
beddelakens.
Toch blijf ik aanhoudend moeite doen om onze trap te zien, onze zolder met de pas gewasschen
beddelakens.
Toch blijf ik aanhoudend moeite doen om onze trap te zien, onze zolder met de pas gewassen, drogende
beddelakens.
Toch blijf ik aanhoudend moeite doen om onze trap te zien, onze zolder met de pas gewassen, drogende
beddelakens.
Toch blijf ik aanhoudend moeite doen om onze trap te zien, onze zolder met de pas gewassen, drogende
beddelakens.
Toch blijf ik aanhoudend moeite doen om onze trap te zien, onze zolder met de pas gewassen, drogende
beddelakens.
Toch blijf ik aanhoudend moeite doen om onze trap te zien, onze zolder met de pas gewassen, drogende
beddelakens.
Toch blijf ik aanhoudend moeite doen om onze trap te zien, onze zolder met de pas gewassen, drogende
beddelakens.
Toch blijf ik aanhoudend moeite doen om onze trap te zien, onze zolder met de pas gewassen, drogende
beddelakens.
Het zweet breekt mij uit en zonder tante's
fluisterstem nog te hooren, komen de ondoordachte woorden als vanzelf van mijn lippen.Het zweet breekt mij uit en, zonder tantes
fluisteren nog te hooren, komen de ondoordachte woorden als vanzelf van mijn lippen.Het zweet breekt mij uit en zonder tante's
fluisterstem nog te hooren, komen de ondoordachte woorden als vanzelf van mijn lippen.Het zweet breekt mij uit en zonder tante's
fluisterstem nog te hooren, komen de ondoordachte woorden als vanzelf uit mijn mond.Het zweet breekt mij uit en zonder tante's
fluisterstem nog te hooren, komen de ondoordachte woorden als vanzelf uit mijn mond.Het zweet breekt mij uit en zonder tantes
fluisterstem nog te horen, komen de ondoordachte woorden als vanzelf uit mijn mond.Het zweet breekt mij uit en zonder tantes
fluisterstem nog te horen, komen de ondoordachte woorden als vanzelf uit mijn mond.Het zweet breekt mij uit en zonder tantes
fluisterstem nog te horen, komen de ondoordachte woorden als vanzelf uit mijn mond.Het zweet breekt mij uit en zonder tantes
fluisterstem nog te horen, komen de ondoordachte woorden als vanzelf uit mijn mond.Het zweet breekt mij uit en zonder tantes
fluisterstem nog te horen, komen de ondoordachte woorden als vanzelf uit mijn mond.Het zweet breekt mij uit en zonder tantes
fluisterstem nog te horen, komen de ondoordachte woorden als vanzelf uit mijn mond.Het zweet breekt mij uit en zonder tantes
fluisterstem nog te horen, komen de ondoordachte woorden als vanzelf uit mijn mond. Doch ik weet plotseling: als ik iets van wat ik vroeger ben geweest, ik, Elias, één seconde loslaat, zal ik reddeloos verloren gaan.Doch ik weet plotseling: als ik nu iets van wat ik vroeger ben geweest, ik, Elias, één seconde loslaat, zal ik onredbaar verloren gaan.Doch ik weet plotseling: als ik iets van wat ik vroeger ben geweest, ik, Elias, één seconde loslaat, zal ik reddeloos verloren gaan.Doch ik weet plotseling: als ik iets van wat ik vroeger ben geweest, ik, Elias, één seconde loslaat, zal ik verloren gaan.Doch ik weet plotseling: als ik iets van wat ik vroeger ben geweest, ik, Elias, één seconde loslaat, zal ik verloren gaan.Doch ik weet plotseling: als ik iets van wat ik vroeger ben geweest, ik, Elias, één seconde loslaat, zal ik verloren gaan.Doch ik weet plotseling: als ik iets van wat ik vroeger ben geweest, ik, Elias, één seconde loslaat, zal ik verloren gaan.Doch ik weet plotseling: als ik iets van wat ik vroeger ben geweest, ik, Elias, één seconde loslaat, zal ik verloren gaan.Doch ik weet plotseling: als ik iets van wat ik vroeger ben geweest, ik, Elias, één seconde loslaat, zal ik verloren gaan.Doch ik weet plotseling: als ik iets van wat ik vroeger ben geweest, ik, Elias, één seconde loslaat, zal ik verloren gaan.Doch ik weet plotseling: als ik iets van wat ik vroeger ben geweest, ik, Elias, één seconde
loslaat, loslaat
zal ik verloren gaan.Doch ik weet plotseling: als ik iets van wat ik vroeger ben geweest, ik, Elias, één seconde loslaat, zal ik verloren gaan. Ik moet dus volhouden; ik moet nog meer mijn verleden oproepen:
mijnschram aan het voorhoofd toen ik op de rand van een emmer viel;mijnverbrande vingertoppen toen ik met vuur speelde;mijnroode bloed toen mijn voet in een snijdende glasscherf trad.Ik moet dus volhouden. Ik moet nog meer mijn verleden oproepen:mijnschram aan het voorhoofd toen ik op de rand van een emmer viel;mijnverbrande vingertoppen toen ik met vuur speelde;mijneigen roode bloed toen mijn voet in een snijdende glasscherf trad.Ik moet dus volhouden; ik moet nog meer mijn verleden oproepen:mijnschram aan het voorhoofd toen ik op de rand van een emmer viel;mijnverbrande vingertoppen toen ik met vuur speelde;mijnroode bloed toen mijn voet in een snijdende glasscherf trad.Ik moet dus volhouden; ik moet nog meer mijn verleden oproepen:mijnschram aan het voorhoofd toen ik op de rand van een emmer viel;mijnverbrande vingertoppen toen ik met vuur speelde;mijnroode bloed toen mijn voet op een snijdende glasscherf trapte.Ik moet dus volhouden; ik moet nog meer mijn verleden oproepen:mijnschram aan het voorhoofd toen ik op de rand van een emmer viel;mijnverbrande vingertoppen toen ik met vuur speelde;mijnroode bloed toen mijn voet op een snijdende glasscherf trapte.Ik moet dus volhouden; ik moet nog meer mijn verleden oproepen:mijnschram aan het voorhoofd toen ik op de rand van een emmer viel;mijnverbrande vingertoppen toen ik met vuur speelde;mijnrode bloed toen mijn voet op een snijdende glasscherf trapte.Ik moet dus volhouden; ik moet nog meer mijn verleden oproepen:mijnschram aan het voorhoofd toen ik op de rand van een emmer viel;mijnverbrande vingertoppen toen ik met vuur speelde;mijnrode bloed toen mijn voet op een snijdende glasscherf trapte.Ik moet dus volhouden; ik moet nog meer mijn verleden oproepen:mijnschram aan het voorhoofd toen ik op de rand van een emmer viel;mijnverbrande vingertoppen toen ik met vuur speelde;mijnrode bloed toen mijn voet op een snijdende glasscherf trapte.Ik moet dus volhouden; ik moet nog meer mijn verleden oproepen:mijnschram aan het voorhoofd toen ik op de rand van een emmer viel;mijnverbrande vingertoppen toen ik met vuur speelde;mijnrode bloed toen mijn voet op een snijdende glasscherf trapte.Ik moet dus volhouden; ik moet nog meer mijn verleden oproepen:mijnschram aan het voorhoofd toen ik op de rand van een emmer viel;mijnverbrande vingertoppen toen ik met vuur speelde;mijnrode bloed toen mijn voet op een snijdende glasscherf trapte.Ik moet dus volhouden; ik moet nog meer mijn verleden oproepen:mijnschram aan het voorhoofd toen ik op de rand van een emmer viel;mijnverbrande vingertoppen toen ik met vuur speelde;mijnrode bloed toen mijn voet op een snijdende glasscherf trapte.Ik moet er dus in volharden beelden uit mijn verleden op te roepen:mijnschram aan het voorhoofd toen ik op de rand van een emmer viel;mijnverbrande vingertoppen toen ik met vuur speelde;mijnrode bloed toen mijn voet op een snijdende glasscherf trapte. Terwijl ik sta te leven en te doen als Pietje, denk en vecht ik als Elias. Terwijl ik sta te leven en te doen als Pietje, denk en vecht ik als Elias. Terwijl ik sta te leven en te doen als Pietje, denk en vecht ik als Elias. Terwijl ik sta te doen als Pietje, denk en vecht ik als Elias. Terwijl ik sta te doen als Pietje, denk en vecht ik als Elias. Terwijl ik sta te doen als Pietje, denk en vecht ik als Elias. Terwijl ik sta te doen als Pietje, denk en vecht ik als Elias. Terwijl ik sta te doen als Pietje, denk en vecht ik als Elias. Terwijl ik sta te doen als Pietje, denk en vecht ik als Elias. Terwijl ik sta te doen als Pietje, denk en vecht ik als Elias. Terwijl ik sta te doen als Pietje, denk en vecht ik als Elias. Terwijl ik me sta voor te doen als Pietje, denk en vecht ik als Elias.
De geur van het dennengroen, de walm van smeltend kaarsvet, het mufriekend gordijnengoed
waarmee ik gekleed ben: die maken me niet zóó ziek.De geur van het dennengroen, de walm van smeltend kaarsvet, het mufriekend gordijnengoed
waarmede ik gekleed ben: neen, dit alles bijeen maakt me niet zóó ziek.De geur van het dennengroen, de walm van smeltend kaarsvet, het mufriekend gordijnengoed
waarmee ik gekleed ben: dit alles bijeen maakt me niet zóó ziek.De geur van het dennengroen, de walm van smeltend kaarsvet, het mufriekend gordijnengoed
waarmee ik gekleed ben: dit alles maakt me niet zóó ziek.De geur van het dennengroen, de walm van smeltend kaarsvet, het mufriekend gordijnengoed
waarmee ik gekleed ben: dit alles maakt me niet zóó ziek.De geur van het dennengroen, de walm van smeltend kaarsvet, het mufriekend gordijnengoed
waarmee ik gekleed ben: dit alles maakt me niet zó ziek.De geur van het dennegroen, de walm van smeltend kaarsvet, het mufriekend gordijngoed
waarmee ik gekleed ben: dit alles maakt me niet zó ziek.De geur van het dennegroen, de walm van smeltend kaarsvet, het mufriekend gordijnengoed
waarmee ik gekleed ben: dit alles maakt me niet zó ziek.De geur van het dennegroen, de walm van smeltend kaarsvet, het mufriekend gordijnengoed
waarmee ik gekleed ben: dit alles maakt me niet zó ziek.De geur van het dennegroen, de walm van smeltend kaarsvet, het mufriekend gordijnengoed
waarmee ik gekleed ben: dit alles maakt me niet zó ziek.De geur van het dennegroen, de walm van smeltend kaarsvet, het mufriekend gordijnengoed
waarmee ik gekleed ben: dit alles maakt me niet zó ziek.De geur van het dennegroen, de walm van smeltend kaarsvet, het mufriekend gordijnengoed
waarmee ik gekleed ben: dit alles maakt me niet zó ziek. Ik probeer uit mijn dubbele leven van dit
oogenblik
mijn eigen echte en ware leven te behouden.Ik probeer uit mijn dubbele leven van dees
oogenblik
mijn eigen echte en ware leven te behouden.Ik probeer uit mijn dubbele leven van dit
oogenblik
mijn eigen echte en ware leven te behouden.Ik tracht uit mijn dubbele leven van dit
oogenblik
mijn eigen echte en ware leven te behouden.Ik tracht uit mijn dubbele leven van dit
oogenblik
mijn eigen echte en vurige leven te behouden.Ik tracht uit mijn dubbele leven van dit
ogenblik
mijn eigen echte en vurige leven te behouden.Ik tracht uit mijn dubbele leven van dit
ogenblik
mijn eigen echte en vurige leven te behouden.Ik tracht uit mijn dubbele leven van dit
ogenblik
mijn eigen echte en vurige leven te behouden.Ik tracht uit mijn dubbele leven van dit
ogenblik
mijn eigen echte en vurige leven te behouden.Ik tracht uit mijn dubbele leven van dit
ogenblik
mijn echte en vurige leven te behouden.Ik tracht uit mijn dubbele leven van dit
ogenblik
mijn echte en vurige leven te behouden.Ik tracht uit mijn dubbele leven van dit
ogenblik
mijn echte en vurige leven te behouden. Ik ben aan mezelf ontstolen; ik kan aan mijn smart, aan mijn driftenpijn, aan mijn woede geen verlossende uitdrukking geven
en,
afgebeuld, word ik de speelbal van een gruwelijke en fanatieke voorbeschikking.Ik ben aan mijzelf ontstolen; ik kan aan mijn smart, aan mijn driftenpijn, aan mijn woede geen verlossende uitdrukking weergeven
en,
afgebeuld, word ik de speelbal van een gruwzame en onherroepelijke voorbeschikking.Ik ben aan mezelf ontstolen; ik kan aan mijn smart, aan mijn driftenpijn, aan mijn woede geen verlossende uitdrukking geven
en,
afgebeuld, word ik de speelbal van een gruwelijke en fanatieke voorbeschikking.Ik ben als het ware aan me‐zelf
ontstolen; ik kan aan mijn smart, aan mijn driftenpijn, aan mijn woede geen verlossende uitdrukking meer geven
en
afgebeuld word ik de speelbal van een gruwelijke en fanatieke voorbeschikking.Ik ben als het ware aan me‐zelf
ontstolen; ik kan aan mijn smart, aan mijn driftenpijn, aan mijn woede geen verlossende uitdrukking meer geven
en
afgebeuld word ik de speelbal van een gruwelijke en fanatieke voorbeschikking.Ik ben als het ware aan me‐zelf
ontstolen; ik kan aan mijn smart, aan mijn driftenpijn, aan mijn woede geen verlossende uitdrukking meer geven
en
afgebeuld word ik de speelbal van een gruwelijke en fanatieke voorbeschikking.Ik ben als het ware aan me‐zelf
ontstolen; ik kan aan mijn smart, aan mijn driftenpijn, aan mijn woede geen verlossende uitdrukking meer geven
en
afgebeuld word ik de speelbal van een gruwelijke en fanatieke voorbeschikking.Ik ben als het ware aan me‐zelf
ontstolen; ik kan aan mijn smart, aan mijn driftenpijn, aan mijn woede geen verlossende uitdrukking meer geven
en
afgebeuld word ik de speelbal van een gruwelijke en fanatieke voorbeschikking.Ik ben als het ware aan me‐zelf
ontstolen; ik kan aan mijn smart, aan mijn driftenpijn, aan mijn woede geen verlossende uitdrukking meer geven
en
afgebeuld word ik de speelbal van een gruwelijke en fanatieke voorbeschikking.Ik ben als het ware aan me‐zelf
ontstolen; ik kan aan mijn smart, aan mijn driftenpijn, aan mijn woede geen verlossende uitdrukking meer geven
en
afgebeuld word ik de speelbal van een gruwelijke en fanatieke voorbeschikking.Ik ben als het ware aan me‐zelf
ontstolen; ik kan aan mijn smart, aan mijn driftenpijn, aan mijn woede geen verlossende uitdrukking meer geven
en
afgebeuld word ik de speelbal van een gruwelijke en fanatieke voorbeschikking.Ik ben als het ware aan me‐zelf
ontstolen; ik kan aan mijn smart, aan mijn driftenpijn, aan mijn woede geen verlossende uitdrukking meer geven
en
afgebeuld word ik de speelbal van een gruwelijke en fanatieke voorbeschikking.
Op dit oogenblik is er een duimspijkertje gelost en een drapperij
dreigt op het voetlicht neer te zijgen.Op dit oogenblik is er een duimspijkertje gelost en een drapperij
dreigt drijgt
op het voetlicht neer te zijgen.Op dit oogenblik is er een duimspijkertje gelost en een drapperij
dreigt drijgt
op het voetlicht neer te zijgen.Op dit oogenblik is er een duimspijkertje gelost en een drapperij
dreigt op het voetlicht neer te zijgen.Op dit oogenblik is er een duimspijkertje gelost en een draperie
dreigt op het voetlicht neer te zijgen.Op dit ogenblik is er een duimspijkertje losgeraakt en een draperie
dreigt op het voetlicht neer te zijgen.Op dit ogenblik is er een duimspijkertje losgeraakt en een draperie
dreigt op het voetlicht neer te zijgen.Op dit ogenblik is er een duimspijkertje losgeraakt en een draperie
dreigt op het voetlicht neer te zijgen.Op dit ogenblik is er een duimspijkertje losgeraakt en een draperie
dreigt op het voetlicht neer te zijgen.Op dit ogenblik is er een duimspijkertje losgeraakt en een draperie
dreigt op het voetlicht neer te zijgen.Op dit ogenblik is er een duimspijkertje losgeraakt en een draperie
dreigt op het voetlicht neer te zijgen.Op dit ogenblik is er een duimspijkertje losgeraakt en een draperie
dreigt op het voetlicht neer te zijgen. Oom Augustin heeft ze nog bijtijds te pakken; misschien wil hij tante Theodora het goed achter het scherm aanreiken, want hij blijft gehurkt en met uitgestoken handen zitten.Oom Augustin heeft ze nog bijtijds te pakken; misschien wil hij tante Theodora het goed achter het scherm aanreiken, want hij blijft gehurkt en met uitgestoken handen zitten.Oom Augustin heeft ze nog bijtijds te pakken; misschien wil hij tante Theodora het goed achter het scherm aanreiken, want hij blijft gehurkt en met uitgestoken handen zitten.Oom Augustin heeft ze nog bijtijds te pakken; misschien wil hij tante Theodora het goed achter het scherm aanreiken, want hij blijft gehurkt en met uitgestoken handen zitten.Oom Augustin heeft ze nog bijtijds te pakken; misschien wil hij tante Theodora het goed achter het scherm aanreiken, want hij blijft gehurkt en met uitgestoken handen zitten.Oom Augustin heeft ze nog bijtijds te pakken; misschien wil hij tante Theodora het goed achter het scherm aanreiken, want hij blijft gehurkt en met uitgestoken handen zitten.Oom Augustin heeft ze nog bijtijds te pakken; misschien wil hij tante Theodora het goed achter het scherm aanreiken, want hij blijft gehurkt en met uitgestoken handen zitten.Oom Augustin heeft ze nog bijtijds te pakken; misschien wil hij tante Theodora het goed achter het scherm aanreiken, want hij blijft gehurkt en met uitgestoken handen zitten.Oom Augustin heeft ze nog bijtijds te pakken; misschien wil hij tante Theodora het goed achter het scherm aanreiken, want hij blijft gehurkt en met uitgestoken handen zitten.Oom Augustin heeft ze nog bijtijds te pakken; misschien wil hij tante Theodora het goed achter het scherm aanreiken, want hij blijft gehurkt en met uitgestoken hand zitten.Oom Augustin heeft ze nog bijtijds te pakken; misschien wil hij tante Theodora het goed achter het scherm aanreiken, want hij blijft gehurkt en met uitgestoken hand zitten.Oom Augustin heeft ze nog bijtijds te pakken; misschien wil hij tante Theodora de fluwelen stof achter het scherm aanreiken, want hij blijft gehurkt en met een uitgestoken hand zitten.
Wanneer dit klein ongeval zich voordoet moeten we
juist in de slotscène elkaar omhelzen gaan.
Wanneer dit klein ongeval zich voordoet moeten wij
juist, in de slotscène, elkaar omhelzen gaan.
Wanneer dit klein ongeval zich voordoet moeten we
juist in de slotscène elkaar omhelzen gaan.
Wanneer dit klein ongeval zich voordoet moeten we
juist in de slotscène elkaar omhelzen.
Wanneer dit klein ongeval zich voordoet moeten we
juist in de slotscène elkaar omhelzen.
Als dit kleine ongeval zich voordoet moeten we
juist in de slotscène elkaar omhelzen.
Wanneer dit kleine ongeval zich voordoet moeten we
juist in de slotscène elkaar omhelzen.
Als dit onvoorziene ongeval zich voordoet moeten we
juist in de slotscène elkaar omhelzen.
Als dit onvoorziene ongeval zich voordoet moeten we
juist in de slotscène elkaar omhelzen.
Als dit onvoorziene ongeval zich voordoet moeten we
juist in de slotscène elkaar omhelzen.
Als dit onvoorziene ongeval zich voordoet moeten we
juist in de slotscène elkaar omhelzen.
Als dit onvoorziene ongeval zich voordoet moeten we
juist in de slotscène elkaar omhelzen. Ik ben te moe, te bedroefd om thans te kunnen schreien. Virginia blijft als versteend vóór mij staan; haar
oogen
glinsteren koud als glas en ze houdt volkomen op met haar rol te spelen.Virginia blijft als versteend vóór mij staan; haar
oogen
glinsteren koud als glas en ze houdt volkomen op met haar rol te spelen.Virginia blijft als versteend vóór mij staan; haar
oogen
glinsteren koud als glas en ze houdt volkomen op met haar rol te spelen.Virginia blijft als versteend vóór mij staan; haar
oogen
glinsteren koud als glas en ze houdt volkomen op met haar rol te spelen.Virginia blijft als versteend vóór mij staan; haar
oogen
glinsteren koud als glas en ze houdt volkomen op met haar rol te spelen.Virginia blijft als versteend vóór mij staan; haar
ogen
glinsteren koud als glas en ze houdt volkomen op met haar rol te spelen.Virginia blijft als versteend vóór mij staan; haar
ogen
glinsteren koud als glas en ze houdt volkomen op met haar rol te spelen.Virginia blijft als versteend vóór mij staan; haar
ogen
glinsteren koud als glas en ze houdt volkomen op met haar rol te spelen.Virginia blijft als versteend vóór mij staan; haar
ogen
glinsteren koud als glas en ze houdt volkomen op met haar rol te spelen.Virginia blijft als versteend vóór mij staan; haar
ogen
glinsteren koud als glas en ze houdt volkomen op met haar rol te spelen.Virginia blijft als versteend vóór mij staan; haar
ogen
glinsteren koud als glas en ze houdt volkomen op met haar rol te spelen.Virginia blijft als versteend vóór mij staan; haar
ogen
zijn van koud porselein en ze houdt volkomen op haar rol te spelen. Wij staan tegenover elkaar als onvoorzichtige kleine menschen, die te veel van hun
zwakke krachten hebben gevergd en ons uithoudingsvermogen
is
totaal uit ons weggevloeid.
Wij staan tegenover elkander als onvoorzichtige kleine menschen, die te veel van hun
zwakke zwakte
krachten hebben gevergd, en ons uithoudingsvermogen
is nu
totaal uit ons weggevloeid.
Wij staan tegenover
elkaar erkaar
als onvoorzichtige kleine menschen, die te veel van hun
zwakke krachten hebben gevergd en ons uithoudingsvermogen
is
totaal tataal
uit ons weggevloeid.
Wij staan tegenover elkaar als onvoorzichtige kleine menschen, die te veel van hun
zwakke krachten hebben gevergd en ons uithoudingsvermogen
is
totaal uit ons weggevloeid.
Wij staan tegenover elkaar als onvoorzichtige kleine menschen, die te veel van hun
zwakke krachten hebben gevergd en ons uithoudingsvermogen
is
totaal uit ons weggevloeid.
Wij staan tegenover elkaar als onvoorzichtige kleine mensen, die te veel van hun
zwakke krachten gevergd hebben en ons uithoudingsvermogen
is
totaal uit ons weggevloeid.
Wij staan tegenover elkaar als onvoorzichtige kleine mensen, die te veel van hun
zwakke krachten gevergd hebben, en ons uithoudingsvermogen
is
totaal uit ons weggevloeid.
Wij staan tegenover elkaar als onvoorzichtige kleine mensen, die te veel van hun
zwakke krachten gevergd hebben, en ons uithoudingsvermogen
is
totaal uit ons weggevloeid.
Wij staan tegenover elkaar als onvoorzichtige kleine mensen, die te veel van hun
zwakke krachten gevergd hebben, en ons uithoudingsvermogen
is
totaal uit ons weggevloeid.
Wij staan tegenover elkaar als onvoorzichtige kleine mensen, die te veel van hun
zwakke krachten gevergd hebben, en ons uithoudingsvermogen
is
totaal uit ons weggevloeid.
Wij staan tegenover elkaar als onvoorzichtige kleine mensen, die te veel van hun
zwakke krachten gevergd hebben, en ons uithoudingsvermogen
is
totaal uit ons weggevloeid.
Wij staan tegenover elkaar als onvoorzichtige kleine mensen, die te veel van hun
zwakke krachten gevergd hebben, en ons uithoudingsvermogen
is
totaal uit ons weggevloeid.
– De blauwe hand,
schreeuwt Hermine.
– De blauwe hand,
schreeuwt Hermine met een snijdend gegil.
– De blauwe hand,
schreeuwt Hermine.
– De blauwe hand,
gilt Hermine.
– De blauwe hand,
gilt Hermine.
– De blauwe hand,
gilt Hermine.
– De blauwe hand,
gilt Hermine.
– De blauwe hand!
gilt Hermine.
– De blauwe hand!
gilt Hermine.
– De blauwe hand!
gilt Hermine.
– De blauwe hand!
gilt Hermine.
– De blauwe hand!
gilt Hermine.
Oom Augustin heeft haar in de armen opgevangen.Oom Augustin heeft haar in zijn armen opgevangen.Oom Augustin heeft haar in de armen opgevangen.Oom Augustin heeft haar in de armen opgevangen.Oom Augustin heeft haar in de armen opgevangen.Oom Augustin heeft haar in zijn armen opgevangen.Oom Augustin heeft haar in zijn armen opgevangen.Oom Augustin heeft haar in zijn armen opgevangen.Oom Augustin heeft haar in zijn armen opgevangen.Oom Augustin heeft haar in zijn armen opgevangen.Oom Augustin heeft haar in zijn armen opgevangen.Oom Augustin heeft haar in zijn armen opgevangen.
Het licht wordt opgedraaid.
Het licht wordt opgedraaid.
Het licht wordt opgedraaid.
De lampewiek wordt lichtend opgedraaid.
De lampewiek wordt lichtend opgedraaid.
De lampewiek wordt lichtend opgedraaid.
De lampewiek wordt lichtend opgedraaid.
De lampewiek wordt lichtend opgedraaid.
De lampewiek wordt lichtend opgedraaid.
De lampewiek wordt lichtend opgedraaid.
De lampewiek wordt lichtend opgedraaid.
De lampewiek wordt lichtend opgedraaid. Er heerscht een oogenblik verwarring; menschen en stoelen warrelen dooreen.Er heerscht een oogenblik verwarring; menschen en stoelen warrelen dooreen.Er heerscht een oogenblik verwarring; menschen en stoelen warrelen dooreen.Er heerscht een oogenblik verwarring; menschen en stoelen warrelen dooreen.Er heerscht een oogenblik verwarring; menschen en stoelen warrelen dooreen.Er heerst een ogenblik verwarring; mensen en stoelen warrelen dooreen.Er heerst een ogenblik verwarring; mensen en stoelen warrelen dooreen.Er heerst een ogenblik verwarring; mensen en stoelen warrelen dooreen.Er heerst een ogenblik verwarring; mensen en stoelen warrelen dooreen.Er heerst een ogenblik verwarring; mensen en stoelen warrelen dooreen.Er heerst een ogenblik verwarring; mensen en stoelen warrelen dooreen.Er heerst een ogenblik verwarring; mensen en stoelen warrelen dooreen.
Eindelijk blijven Aloysius en ik alleen
met tante Henriëtte.Eindelijk blijven Aloysius en ik alleen
achter met tante Henriette.Eindelijk blijven Aloysius en ik alleen
met tante Henriëtte.Eindelijk blijven Aloysius en ik alleen
met tante Henriëtte.Eindelijk blijven Aloysius en ik alleen
met tante Henriëtte.Eindelijk blijf ik alleen met Aloysius
en tante Henriëtte.Eindelijk blijf ik alleen met Aloysius
en tante Henriette.Eindelijk blijf ik alleen met Aloysius
en tante Henriette.Eindelijk blijf ik alleen met Aloysius
en tante Henriette.Eindelijk blijf ik alleen met Aloysius
en tante Henriette.Eindelijk blijf ik alleen met Aloysius
en tante Henriette.Eindelijk blijf ik alleen met Aloysius
en tante Henriette. Ze vraagt ons flauwtjes wat er gebeurt.Ze vraagt ons flauwtjes wat er allemaal gebeurd is.Ze vraagt ons flauwtjes wat er gebeurt.Ze vraagt ons flauwtjes wat er gebeurt.Ze vraagt ons flauwtjes wat er gaande is.Ze vraagt ons flauwtjes wat er gaande is.Ze vraagt ons flauwtjes wat er gaande is.Ze vraagt ons flauwtjes wat er gaande is.Ze vraagt ons flauwtjes wat er gaande is.Ze vraagt ons flauwtjes wat er gaande is.Ze
vraagt vraag
ons flauwtjes wat er gaande is.Ze vraagt ons flauwtjes wat er gaande is. En ik vertel haar eenvoudig van de schaduw van een hand, die wij duidelijk van de een engelbewaarder op de ander hebben zien verschuiven.En ik vertel haar eenvoudig van de schaduw van een hand, die wij duidelijk van de een engelbewaarder op de ander hebben zien verschuiven.En ik vertel haar eenvoudig van de schaduw van een hand, die wij duidelijk van de een engelbewaarder op de ander hebben zien verschuiven.En ik vertel haar van de schaduw van een hand, die wij duidelijk van de een engelbewaarder op de ander hebben zien verschuiven.En ik vertel haar van de schaduw van een hand, die wij duidelijk van de een engelbewaarder op de ander hebben zien verschuiven.En ik vertel haar van de schaduw van een hand, die wij duidelijk van de ene engelbewaarder op de andere hebben zien verschuiven.En ik vertel haar van de schaduw van een hand, die wij duidelijk van de ene engelbewaarder op de andere hebben zien verschuiven.En ik vertel haar van de schaduw van een hand, die wij duidelijk van de ene engelbewaarder op de andere hebben zien verschuiven.En ik vertel haar van de schaduw van een hand, die wij duidelijk van de ene engelbewaarder op de andere hebben zien verschuiven.En ik vertel haar van de schaduw van een hand, die wij duidelijk van de ene engelbewaarder op de andere hebben zien verschuiven.En ik vertel haar van de schaduw van een hand, die wij duidelijk van de ene engelbewaarder op de andere hebben zien verschuiven.En ik vertel van de schaduw van een hand, die wij duidelijk van de ene op de andere engelbewaarder hebben zien verschuiven.
Doch Aloysius maakt gauw een einde aan die kinderachtige geschiedenis en, verkleed als we zijn, sleurt hij me mee naar buiten in het park.Doch Aloysius maakt gauw een einde aan deze kinderachtige geschiedenis en, verkleed als we zijn, sleurt hij me mee naar buiten, in het park.Doch Aloysius maakt gauw een einde aan die kinderachtige geschiedenis en, verkleed als we zijn, sleurt hij me mee naar buiten in het park.Doch Aloysius maakt gauw een einde aan die kinderachtige geschiedenis en, verkleed als we zijn, troont hij me mee naar buiten in het park.Doch Aloysius maakt gauw een einde aan die kinderachtige geschiedenis en, verkleed als we zijn, troont hij me mee naar buiten in het park.Doch Aloysius maakt gauw een einde aan die kinderachtige geschiedenis en, verkleed als we zijn, troont hij me mee naar buiten in het park.Doch Aloysius maakt gauw een einde aan die kinderachtige geschiedenis en, verkleed als we zijn, troont hij me mee naar buiten in het park.Doch Aloysius maakt gauw een einde aan die kinderachtige geschiedenis en, verkleed als we zijn, troont hij me mee naar buiten in het park.Doch Aloysius maakt gauw een einde aan die kinderachtige geschiedenis en, verkleed als we zijn, troont hij me mee naar buiten in het park.Doch Aloysius maakt gauw een einde aan die kinderachtige geschiedenis en, verkleed als we zijn, troont hij me mee naar buiten in het park.Doch Aloysius maakt gauw een einde aan die kinderachtige geschiedenis en, verkleed als we zijn, troont hij me mee naar buiten in het park.Doch Aloysius maakt gauw een eind aan die kinderachtige spokerij en, verkleed als we zijn, troont hij me mee naar buiten in het park.
Als we buiten komen is de hovenier reeds met de illuminatie begonnen.Als we buiten komen is de hovenier reeds met de illuminatie begonnen.Als we buiten komen is de hovenier reeds met de illuminatie begonnen.Als we buiten komen is de hovenier reeds met de illuminatie begonnen.Als we buiten komen is de hovenier reeds met de illuminatie begonnen.Als we buiten komen is de hovenier reeds met de illuminatie begonnen.Als we buiten komen is de hovenier reeds met de illuminatie begonnen.Als we buiten komen is de hovenier reeds met de illuminatie begonnen.Als we buiten komen is de hovenier reeds met de illuminatie begonnen.Als we buiten komen is de hovenier reeds met de illuminatie begonnen.Als we buiten komen is de hovenier reeds met de illuminatie begonnen.Als we buiten komen, is de hovenier reeds met de illuminatie begonnen. Er komen
oomes van het bordes gedaald, en juist als we het
donker dreefje moeten ingaan kijk ik nog even om en ik zie mijn vader door het venster van de verdieping zijn ganzeroer afschieten.
Er komen ook reeds
oomes van het bordes gedaald, en juist als we het
donker dreefje moeten ingaan kijk ik nog eventjes om en ik zie mijn vader door het venster van de verdieping zijn ganzeroer afschieten.
Er komen
oomes van het bordes gedaald, en juist als we het
donker dreefje moeten ingaan kijk ik nog even om en ik zie mijn vader door het venster van de verdieping zijn ganzeroer afschieten.
Er dalen
ooms van de bordestrappen, en juist als we het
donker dreefje moeten ingaan kijk ik nog even om en ik zie mijn vader door het venster van de verdieping zijn ganzenroer afschieten.
Er dalen
ooms van de bordestrappen, en juist als we het
donker dreefje moeten ingaan kijk ik nog even om en ik zie mijn vader door het venster van de verdieping zijn ganzenroer afschieten.
Er dalen
ooms van de bordestrappen, en juist als we het
donkere dreefje moeten ingaan kijk ik nog even om en ik zie mijn vader door het venster van de verdieping zijn ganzenroer afschieten.
Er dalen
ooms van de bordestrappen en juist als we het
donker dreefje moeten ingaan, kijk ik nog even om en ik zie mijn vader door het venster van de verdieping zijn ganzenroer afschieten.
Er dalen
ooms van de bordestrappen en juist als we het
donker dreefje moeten ingaan, kijk ik nog even om en ik zie mijn vader door het venster van de verdieping zijn ganzenroer afschieten.
Er dalen
ooms van de bordestrappen en juist als we het
donker dreefje moeten ingaan, kijk ik nog even om en ik zie mijn vader door het venster van de verdieping zijn ganzenroer afschieten.
Er dalen
ooms van de bordestrappen en juist als we het
donker dreefje moeten ingaan, kijk ik nog even om en ik zie mijn vader door het venster van de verdieping zijn ganzenroer afschieten.
Er dalen
ooms van de bordestrappen en juist als we het
donker dreefje moeten ingaan, kijk ik nog even om en ik zie mijn vader door het venster van de verdieping zijn ganzenroer afschieten.
Er dalen
ooms van de bordestrappen en juist als we 't
donkere dreefje moeten ingaan, kijk ik nog even om en ik zie mijn vader door het venster van de verdieping zijn ganzenroer afschieten.
Er hangen
vochte, wrange geuren van bedauwde eikenboschjes in de duisternis.Er hangen nu
vochte, wrange geuren van bedauwde eikenboschjes in de duisternis.Er hangen
vochte, wrange geuren van bedauwde eikenboschjes in de duisternis.Er hangen
vochte, wrange geuren van bedauwde eikenboschjes in de duisternis.Er hangen
vochte, wrange geuren van bedauwde eikenboschjes in de duisternis.Er hangen
klamme, wrange geuren van bedauwde eikenbosjes in de duisternis.Er hangen
klamme, wrange geuren van bedauwde eikebosjes in de duisternis.Er hangen
klamme, wrange geuren van bedauwde eikenbosjes in de duisternis.Er hangen
klamme, wrange geuren van bedauwde eikenbosjes in de duisternis.Er hangen
klamme, wrange geuren van bedauwde eikenbosjes in de duisternis.Er hangen
klamme, wrange geuren van bedauwde eikenbosjes in de duisternis.Er hangen
klamme, wrange geuren van bedauwde eikenbosjes in de duisternis.
Wij hooren de jongens te gelijk driemaal hoera roepen; er knallen nog een paar schoten; daarna ligt alles te ver achter ons om er nog aandachtig naar te luisteren.
Achter ons hooren we de jongens te gelijk driemaal
'hoera'
roepen; er knallen nog een paar schoten; daarna is alles te ver achter ons om er nog aandachtig naar te luisteren.
Achter ons hooren we de jongens te gelijk driemaal hoera roepen; er knallen nog een paar schoten; daarna is alles te ver achter ons om er nog aandachtig naar te luisteren.
Wij hooren de jongens tegelijk driemaal hoera roepen; er knallen nog een paar schoten; daarna ligt alles te ver achter ons om er nog aandachtig naar te luisteren.
Wij hooren de jongens tegelijk driemaal
'hoera'
roepen; er knallen nog een paar schoten; daarna ligt alles te ver achter ons om er nog aandachtig naar te luisteren.
Wij horen de jongens tegelijk driemaal
'hoera'
roepen; er knallen nog een paar schoten; daarna ligt alles te ver achter ons om er nog aandachtig naar te luisteren.
Wij horen de jongens tegelijk driemaal
'hoera'
roepen; er knallen nog een paar schoten; daarna ligt alles te ver achter ons om er nog aandachtig naar te luisteren.
Wij horen de jongens tegelijk driemaal
'hoera'
roepen; er knallen nog een paar schoten; daarna ligt alles te ver achter ons om er nog aandachtig naar te luisteren.
Wij horen de jongens tegelijk driemaal
'hoera'
roepen; er knallen nog een paar schoten; daarna ligt alles te ver achter ons om er nog aandachtig naar te luisteren.
Wij horen de jongens tegelijk driemaal
'hoera'
roepen; er knallen nog een paar schoten; daarna ligt alles te ver achter ons om er nog aandachtig naar te luisteren.
Wij horen de jongens tegelijk driemaal
'hoera'
roepen; er knallen nog een paar schoten; daarna ligt alles te ver achter ons om er nog aandachtig naar te luisteren.
Wij horen de jongens tegelijk driemaal
'hoera'
roepen; er knallen nog een paar schoten; daarna ligt alles te ver achter ons om er nog aandachtig naar te luisteren.
Ik weet eigenlijk niet waarheen wij ons begeven, maar zeker zullen wij iets beters vinden dan het avondfeest dat we ontvlucht zijn.Ik weet eigenlijk niet waarheen we ons begeven, maar zeker zullen we nu iets beters vinden dan het avondfeest dat we ontvlucht zijn.Ik weet eigenlijk niet waarheen wij ons begeven, maar zeker zullen wij iets beters vinden dan het avondfeest dat we ontvlucht zijn.Ik weet eigenlijk niet waarheen wij ons begeven, maar zeker zullen wij iets beters vinden dan het avondfeest, dat we ontvlucht zijn.Ik weet eigenlijk niet waarheen wij ons begeven, maar zeker zullen wij iets beters vinden dan het avondfeest, dat we ontvlucht zijn.Ik weet eigenlijk niet waarheen wij ons begeven, maar zeker zullen wij iets beters vinden dan het avondfeest, dat we ontvlucht zijn.Ik weet eigenlijk niet waarheen wij ons begeven, maar zeker zullen wij iets beters vinden dan het avondfeest, dat we ontvlucht zijn.Ik weet eigenlijk niet waarheen wij ons begeven, maar zeker zullen wij iets beters vinden dan het avondfeest, dat we ontvlucht zijn.Ik weet eigenlijk niet waarheen wij ons begeven, maar zeker zullen wij iets beters vinden dan het avondfeest, dat we ontvlucht zijn.Ik weet eigenlijk niet waarheen wij ons begeven, maar zeker zullen wij iets beters vinden dan het avondfeest, dat we ontvlucht zijn.Ik weet eigenlijk niet waarheen wij ons begeven, maar zeker zullen wij iets beters vinden dan het avondfeest, dat we ontvlucht zijn.Ik weet eigenlijk niet waarheen wij ons begeven, maar zeker zullen wij iets beters vinden dan het avondfeest, dat we ontvlucht zijn. We komen aan de beek. Het zal Aloysius heel wat inspanning kosten om mij aan de overkant te krijgen.Het zal een heele inspanning voor Aloysius zijn om mij aan de overkant te krijgen.Het zal een heele inspanning aan Aloysius zijn om mij aan de overkant te krijgen.Het zal Aloysius heel wat inspanning kosten om mij aan de overkant te krijgen.Het zal Aloysius heel wat inspanning kosten om mij aan de overkant te krijgen.Het zal Aloysius heel wat inspanning kosten om mij aan de overkant te krijgen.Het zal Aloysius heel wat inspanning kosten om mij aan de overkant te krijgen.Het zal Aloysius heel wat inspanning kosten om mij aan de overkant te krijgen.Het zal Aloysius heel wat inspanning kosten om mij aan de overkant te krijgen.Het zal Aloysius heel wat inspanning kosten om mij aan de overkant te krijgen.Het zal Aloysius heel wat inspanning kosten om mij aan de overkant te krijgen.Het zal Aloysius heel wat inspanning kosten om mij aan de overkant te krijgen. Hij neemt me op zijn rug; ik houd hem stevig omklemd, hij neemt een sprong en samen, gesteund op de lange, diep in de zompige bedding wegzakkende
stok, zwieren wij over het donker water.Hij neemt me op zijn rug; ik houd hem stevig omklemd, hij neemt een sprong en samen, gesteund op de lange, diep in de zompige bedding wegzakkende
stok, zwieren wij over het donker water.Hij neemt me op zijn rug; ik houd hem stevig omklemd, hij neemt een sprong en samen, gesteund op de lange, diep in de zompige bedding wegzakkende
stok, zwieren wij over het donker water.Hij tilt me op zijn rug; ik houd hem stevig vast, hij neemt een sprong en samen, gesteund op de lange, diep in de zompige bedding wegzakkende
stok, zwieren wij over het donker water.Hij tilt me op zijn rug; ik houd hem stevig vast, hij neemt een sprong en samen, gesteund op de lange, diep in de zompige bedding wegzakkende
stok, zwieren wij over het donker water.Hij tilt me op zijn rug; ik houd hem stevig vast, hij neemt een sprong en samen, gesteund op de lange, diep in de zompige bedding wegzakkende
stok, zwieren wij over het donkere water.Hij tilt me op zijn rug; ik houd hem stevig vast, hij neemt een sprong en samen, gesteund op de lange, diep in de zompige bedding wegzakkende
stok, zwieren wij over het donkere water.Hij tilt me op zijn rug; ik houd hem stevig vast, hij neemt een sprong en samen, gesteund op de lange, diep in de zompige bedding wegzakkende
stok, zwieren wij over het donkere water.Hij tilt me op zijn rug; ik houd hem stevig vast, hij neemt een sprong en samen, gesteund op de lange, diep in de zompige bedding wegzakkende
stok, zwieren wij over het donker water.Hij tilt me op zijn rug; ik houd hem stevig vast, hij neemt een sprong en samen, gesteund op de lange, diep in de zompige bedding wegzakkende
stok, zwieren wij over het donker water.Hij tilt me op zijn rug; ik houd hem stevig vast, hij neemt een sprong en samen, gesteund op de lange, diep in de zompige bedding wegzakkende
stok, zwieren wij over het donker water.Hij tilt me op zijn rug; ik houd hem stevig vast; hij neemt een sprong en samen, gesteund op de lange, diep in de zompige bedding wegzakkende
polsstok, zwieren wij over het donker water. Op de nachtelijke weide liggen de runders te slapen. Eén enkele koe staat rechtop te waken en een poos is het alsof ze op ons af wil komen.Eén enkele koe staat rechtop te waken en een poos is het alsof ze op ons af wil komen.Eén enkele koe staat rechtop te waken en een poos is het alsof ze op ons af wil komen.Eén enkele koe staat rechtop te waken en een poos lijkt het alsof ze op ons af wil komen.Eén enkele koe staat rechtop te waken en een poos lijkt het alsof ze op ons af wil komen.Eén enkele koe staat rechtop te waken en een poos lijkt het alsof ze op ons af wil komen.Eén enkele koe staat rechtop te waken en een poos lijkt het alsof ze op ons af wil komen.Eén enkele koe staat rechtop te waken en een poos lijkt het alsof ze op ons af wil komen.Eén enkele koe staat rechtop te waken en een poos lijkt het alsof ze op ons af wil komen.Eén enkele koe staat rechtop te waken en een poos lijkt het alsof ze op ons af wil komen.Eén enkele koe staat rechtop te waken en een poos lijkt het alsof ze op ons af wil komen.Eén enkele koe staat rechtop te waken en een poos lijkt het alsof ze op ons af wil komen. Dan stappen we snel door op het dichte, natte gras, zonder nog om ons heen te zien.
Dan stappen we weer snel door op het dichte, natte gras, zonder nog om ons heen te zien.
Dan stappen we snel door op het dichte, natte gras, zonder nog om ons heen te zien.
Dan stappen we snel door op het dichte, natte gras, zonder nog rond ons heen te kijken.
Dan stappen we snel door op het dichte, natte gras, zonder nog rond te kijken.
Dan stappen we snel door op het dichte, natte gras, zonder nog rond te kijken.
Dan stappen we snel door op het dichte, natte gras, zonder nog rond te kijken.
Dan stappen we snel door op het dichte, natte gras, zonder nog rond te kijken.
Dan stappen we snel door op het dichte, natte gras, zonder nog rond te kijken.
Dan stappen we snel door op het dichte, natte gras, zonder nog rond te kijken.
Dan stappen we snel door op het dichte, natte gras, zonder nog rond te kijken.
Dan stappen we snel door op het dichte, natte gras, zonder nog rond te kijken.
Als we de boschjes genaderd zijn laat Aloysius mij wachten.Als we de boschjes genaderd zijn laat Aloysius mij wachten.Als we de boschjes genaderd zijn laat Aloysius mij wachten.Als we de boschjes genaderd zijn laat Aloysius mij wachten.Als we de boschjes genaderd zijn laat Aloysius mij wachten.Als we de bosjes genaderd zijn laat Aloysius mij wachten.Als we de bosjes genaderd zijn laat Aloysius mij wachten.Als we de bosjes genaderd zijn laat Aloysius mij wachten.Als we de bosjes genaderd zijn laat Aloysius mij wachten.Als we de bosjes genaderd zijn laat Aloysius mij wachten.Als we de bosjes genaderd zijn laat Aloysius mij wachten.Als we de bosjes genaderd zijn laat Aloysius mij wachten. Hij verdwijnt in de duisternis en
ik hoor hem een langgerekt
hola
in de verte roepen.
Hij verdwijnt in de duisternis en
ik hoor hem een
langgerekt langgewekt
'hola'
in de verte roepen.
Hij verdwijnt in de duisternis en
ik hoor hem een langgerekt
hola
in de verte roepen.
Hij verdwijnt in de duisternis en
ik hoor hem een langgerekt
'hola'
in de verte roepen.
Hij verdwijnt in de duisternis en
laat een langgerekt
'hola'
in de verte weerklinken.
Hij verdwijnt in de duisternis en
laat een langgerekt
'hola'
naar de verte weerklinken.
Hij verdwijnt in de duisternis en
laat een langgerekt
'hola'
naar de verte weerklinken.
Hij verdwijnt in de duisternis en
laat een langgerekt
'hola'
naar de verte weerklinken.
Hij verdwijnt in de duisternis en
laat een langgerekt
'hola'
naar de verte weerklinken.
Hij verdwijnt in de duisternis en
laat een langgerekt
'hola'
naar de verte weerklinken.
Hij verdwijnt in de duisternis en
laat een langgerekt
'hola'
naar de verte weerklinken.
Hij verdwijnt in de duisternis en geeft een in de verte weergalmend 'hola' te horen.
Ik houd de adem in.
Roept hij mij?
Roept hij mij?
Roept hij mij?
Roept hij mij?
Roept hij mij?
Roept hij mij?
Roept hij mij?
Roept hij mij?
Roept hij mij?
Roept hij mij?
Roept hij mij?
Heeft hij naar mij geroepen?
Zal ik antwoord geven?
Ik wil eerst scherp luisteren.
Neen, ik wil eerst scherp luisteren.
Ik wil eerst scherp luisteren.
Ik wil eerst scherp luisteren.
Ik wil eerst scherp luisteren.
Ik wil eerst scherp luisteren.
Ik wil eerst scherp luisteren.
Ik wil eerst scherp luisteren.
Ik wil eerst scherp luisteren.
Ik wil eerst scherp luisteren.
Ik wil eerst scherp luisteren.
Eerst valt er scherp te luisteren. Ginds, tusschendoor de boomen van
het landgoed
flikkeren de lichtjes van de illuminatie; de gekleurde lampions huiveren
tusschen het gebladert en het vuurwerk wordt afgestoken.Ginds, tusschendoor de boomen van
het landgoed, flikkeren de lichtjes van de illuminatie; de gekleurde lampions beven
tusschen het gebladert en het vuurwerk wordt afgestoken.Ginds, tusschendoor de boomen van
het landgoed
flikkeren de lichtjes van de illuminatie; de gekleurde lampions huiveren
tusschen het gebladert en het vuurwerk wordt afgestoken.Ginds, tusschendoor de boomen van
het landgoed
flikkeren de lichtjes van de illuminatie; de gekleurde lampions huiveren
tusschen het gebladerte en het vuurwerk wordt afgestoken.Ginds, tusschendoor de boomen van
het landgoed
flikkeren de lichtjes van de illuminatie; de gekleurde lampions huiveren
tusschen het gebladerte en het vuurwerk wordt afgestoken.Ginds, tussendoor de bomen van
het landgoed
flikkeren de lichtjes van de illuminatie; de gekleurde lampions huiveren
tussen het gebladerte en het vuurwerk wordt afgestoken.Ginds, tussendoor de bomen van
het landgoed
flikkeren de lichtjes van de illuminatie; de gekleurde lampions huiveren
tussen het gebladerte en het vuurwerk wordt afgestoken.Ginds, tussendoor de bomen van
het landgoed
flikkeren de lichtjes van de illuminatie; de gekleurde lampions huiveren
tussen het gebladerte en het vuurwerk wordt afgestoken.Ginds, tussendoor de bomen van
het landgoed
flikkeren de lichtjes van de illuminatie; de gekleurde lampions huiveren
tussen het gebladerte en het vuurwerk wordt afgestoken.Ginds, tussendoor de bomen van
het landgoed
flikkeren de lichtjes van de illuminatie; de gekleurde lampions huiveren
tussen het gebladerte en het vuurwerk wordt afgestoken.Ginds, tussendoor de bomen van
het landgoed
flikkeren de lichtjes van de illuminatie; de gekleurde lampions huiveren
tussen het gebladerte en het vuurwerk wordt afgestoken.Ginds, tussendoor de bomen van
het landgoed
flikkeren de lichtjes van de illuminatie; de gekleurde lampions huiveren
tussen het gebladerte en het vuurwerk wordt afgestoken. Er stijgt een blauwe fusee aan de hemel. In het dorp draait de ronkende, boertige kermismuziek. Doch hier is alles als uitgestorven.
Ik heb reeds een eeuwigheid gewacht. Gaat het niet aan een ontvoering gelijken?Gaat het niet aan een ontvoering gelijken?Gaat het niet aan een ontvoering gelijken?Gaat het niet aan een ontvoering gelijken?Gaat het niet aan een ontvoering gelijken?Gaat het niet op een ontvoering gelijken?Gaat het niet op een ontvoering gelijken?Gaat het niet op een ontvoering gelijken?Gaat het niet op een ontvoering gelijken?Gaat het niet op een ontvoering gelijken?Gaat het niet op een ontvoering gelijken?Gaat het niet op een ontvoering gelijken?
Aloysius verschijnt met twee mij totaal onbekende meisjes, waarvan het jongste ongeveer zeven en het oudste veertien jaar is.Aloysius verschijnt met twee mij totaal onbekende meisjes, waarvan het jongste ongeveer zeven en het oudste veertien jaar is.Aloysius verschijnt met twee mij totaal onbekende meisjes, waarvan het jongste ongeveer zeven en het oudste veertien jaar is.Aloysius verschijnt met twee onbekende meisjes, waarvan het jongste ongeveer zeven en het oudste veertien jaar is.Aloysius verschijnt met twee onbekende meisjes, waarvan het jongste ongeveer zeven en het oudste veertien jaar is.Aloysius verschijnt met twee onbekende meisjes, waarvan het jongste ongeveer zeven en het oudste veertien jaar is.Aloysius verschijnt met twee onbekende meisjes, waarvan het jongste ongeveer zeven en het oudste veertien is.Aloysius verschijnt met twee onbekende meisjes, waarvan het jongste ongeveer zeven en het oudste veertien is.Aloysius verschijnt met twee onbekende meisjes, waarvan het jongste ongeveer zeven en het oudste veertien is.Aloysius verschijnt met twee onbekende meisjes, waarvan het jongste ongeveer zeven en het oudste veertien is.Aloysius verschijnt met twee onbekende meisjes, waarvan het jongste ongeveer zeven en het oudste veertien is.Aloysius verschijnt met twee mij onbekende meisjes, waarvan het jongste ongeveer zeven en het oudste veertien is. Wij steken dwars een zandweg over en als door Aloysius gemagnetiseerd volgen wij hem op een kleine, aan drie zijden door een bosch ingesloten weide.Wij steken dwars een zandweg over en als door Aloysius gemagnetiseerd, volgen wij hem op een kleine, aan drie zijden door een bosch ingesloten weide.Wij steken dwars een zandweg over en als door Aloysius gemagnetiseerd volgen wij hem op een kleine, aan drie zijden door een bosch ingesloten weide.Wij steken dwars een zandweg over en als door Aloysius gemagnetiseerd volgen wij hem op een kleine, aan drie zijden door een bosch ingesloten weide.Wij steken dwars een zandweg over en als door Aloysius gemagnetiseerd volgen wij hem op een kleine, aan drie zijden door een bosch ingesloten weide.Wij steken dwars een zandweg over en als door Aloysius gemagnetiseerd volgen wij hem op een kleine, aan drie zijden door een bos ingesloten weide.Wij steken dwars een zandweg over en als door Aloysius gemagnetiseerd volgen wij hem op een kleine, aan drie zijden door een bos ingesloten weide.Wij steken dwars een zandweg over en als door Aloysius gemagnetiseerd volgen wij hem op een kleine, aan drie zijden door een bos ingesloten weide.Wij steken dwars een zandweg over en als door Aloysius gemagnetiseerd volgen wij hem op een kleine, aan drie zijden door een bos ingesloten weide.Wij steken dwars een zandweg over en als door Aloysius gemagnetiseerd volgen wij hem op een kleine, aan drie zijden door een bos ingesloten weide.Wij steken dwars een zandweg over en als door Aloysius gemagnetiseerd volgen wij hem op een kleine, aan drie zijden door een bos ingesloten weide.Wij steken dwars een zandweg over en als door Aloysius gemagnetiseerd volgen we hem op een kleine, aan drie zijden door een bos ingesloten weide. Hij zwijgt en loopt een paar schreden vóór ons uit.Hij zwijgt en loopt een paar schreden vóór ons uit.Hij zwijgt en loopt een paar schreden vóór ons uit.Hij zwijgt en loopt een paar schreden vóór ons uit.Hij zwijgt en loopt een paar schreden vóór ons uit.Hij zwijgt en loopt een paar schreden voor ons uit.Hij zwijgt en loopt een paar schreden vóór ons uit.Hij zwijgt en loopt een paar schreden vóór ons uit.Hij zwijgt en loopt een paar schreden vóór ons uit.Hij zwijgt en loopt een paar schreden vóór ons uit.Hij zwijgt en loopt een paar schreden vóór ons uit.Hij zwijgt en loopt een paar schreden vóór ons uit. De vreemde meisjes rillen en glimlachen naar elkaar.De vreemde meisjes rillen en
glimlachen; het is alsof er niemand van ons spreken durft in de nachtstilte
.De vreemde meisjes rillen en
glimlachen naar elkaar; het is alsof er niemand van ons durft spreken in de nachtstilte van de natuur
.De meisjes rillen in de avondkou en glimlachen naar elkaar.De meisjes rillen in de avondkou en glimlachen naar elkaar.De meisjes rillen in de avondkou en glimlachen naar elkaar.De meisjes rillen in de avondkou en glimlachen naar elkaar.De meisjes rillen in de avondkou en glimlachen naar elkaar.De meisjes rillen in de avondkou en glimlachen naar elkaar.De meisjes rillen in de avondkou en glimlachen naar elkaar.De meisjes rillen in de avondkou en glimlachen naar elkaar.De meisjes rillen in de avondkou en glimlachen naar elkaar.
De
oudste draagt het haar in twee dikke vlechten, waaraan haar vingers steeds bezig zijn.
De
oudste draagt het haar in twee dikke vlechten, waaraan haar vingers steeds bezig zijn.
De
oudste draagt het haar in twee dikke vlechten, waaraan haar vingers steeds bezig zijn.
De
oudste draagt het haar in twee dikke vlechten.
De
oudste draagt het haar in twee dikke vlechten.
De
oudste draagt het haar in twee dikke vlechten.
De
oudste draagt het haar in twee dikke vlechten.
De
oudste draagt het haar in twee dikke vlechten.
Het
oudste draagt het haar in twee dikke vlechten.
Het
oudste draagt het haar in twee dikke vlechten.
Het
oudste draagt het haar in twee dikke vlechten.
Het
oudste meisje draagt het haar in twee dikke vlechten.
Zij heeft een zwarte glimmende ceinture om haar middel en een blauw halsdoek verhoogt de bleekte van haar gezicht in de maneschijn.
Zij heeft een zwarte glimmende ceinture om haar middel en een blauw halsdoek verhoogt de bleekte van haar gezicht.
Zij heeft een zwarte glimmende ceinture om haar middel en een blauw halsdoek verhoogt de bleekte van haar gezicht in de maneschijn.
Zij heeft een zwarte glimmende ceinture om haar middel en een blauw halsdoek verhoogt de bleekte van haar gezicht in de maneschijn.
Zij heeft een zwarte glimmende ceinture om haar middel en een blauw halsdoek verhoogt de bleekte van haar gezicht in de maneschijn.
Zij heeft een zwarte glimmende ceinture om haar middel en een blauw halsdoek verhoogt de bleekte van haar gezicht in de maneschijn.
Zij heeft een zwarte glimmende ceintuur om haar middel en een blauwe halsdoek verhoogt de bleekte van haar gezicht in de maneschijn.
Zij heeft een zwarte glimmende ceintuur om haar middel en een blauwe halsdoek verhoogt de bleekte van haar gezicht in de maneschijn.
Zij heeft een zwarte glimmende ceintuur om haar middel en een blauwe halsdoek verhoogt de bleekte van haar gezicht in de maneschijn.
Zij heeft een zwarte glimmende ceintuur om haar middel en een blauwe halsdoek verhoogt de bleekte van haar gezicht in de maneschijn.
Zij heeft een zwarte glimmende ceintuur om haar middel en een blauwe halsdoek verhoogt de bleekte van haar gezicht in de maneschijn.
Ze heeft een zwarte glimmende ceintuur om haar middel en een blauwe halsdoek verhoogt de bleekte van haar gezicht in de maneschijn.
Haar naam is Agnès.
Haar naam is Agnès.
Haar naam is Agnès.
Haar naam is Agnès.
Eindelijk houdt Aloysius ons staan .
Eindelijk houdt Aloysius ons staan .
Eindelijk houdt Aloysius ons staan .
Eindelijk houdt Aloysius ons staan .
Eindelijk houdt Aloysius ons staan .
Eindelijk houdt Aloysius ons staan .
Eindelijk houdt Aloysius ons staan .
Eindelijk houdt Aloysius ons staan .
Eindelijk houdt Aloysius ons staan .
Eindelijk houdt Aloysius ons staan .
Eindelijk houdt Aloysius ons staan .
Eindelijk doet Aloysius ons halt houden.
Uit een schuilhoek haalt hij erwtenrijs en stroo vandaan; alles wordt op een hoop gegooid, haastig en gejaagd; van onder zijn blouse komen een verfrommelde krant en lucifers te voorschijn;
op een omzien laait er een hoog, wapperend vuur op in de weide.
Ergens uit een schuilhoek haalt hij erwtenrijs en stroo vandaan; alles wordt op een hoop gegooid, haastig en gejaagd; van onder zijn blouse komen een verfrommelde krant en lucifers te voorschijn;
op een ommezien laait er een hoog, wapperend vuur op in de weide.
Ergens uit een schuilhoek haalt hij erwtenrijs en stroo vandaan; alles wordt op een hoop gegooid, haastig en gejaagd; van onder zijn blouse komen een verfrommelde krant en lucifers te voorschijn;
op een omzien laait er een hoog, wapperend vuur op in de weide.
Uit een schuilhoek haalt hij rijshout en stroo vandaan; alles wordt op een hoop gegooid, haastig en gejaagd; van onder zijn blouse komen een verfrommelde krant en lucifers te voorschijn;
op een omzien laait er een hoog, wapperend vuur op in de weide.
Uit een schuilhoek haalt hij rijshout en stroo vandaan; alles wordt op een hoop gegooid, haastig en gejaagd; van onder zijn blouse komen een verfrommelde krant en lucifers te voorschijn;
op een omzien laait er een hoog, wapperend vuur op in de weide.
Uit een schuilhoek haalt hij rijshout en stro vandaan; alles wordt op een hoop gegooid, haastig en gejaagd; van onder zijn blouse komen een verfrommelde krant en lucifers te voorschijn:
op een omzien laait er een hoog, wapperend vuur op in de weide.
Uit een schuilhoek haalt hij rijshout en stro vandaan; alles wordt op een hoop gegooid, haastig en gejaagd; van onder zijn blouse komen een verfrommelde krant en lucifers te voorschijn;
in een omzien laait er een hoog, wapperend vuur op in de weide.
Uit een schuilhoek haalt hij rijshout en stro vandaan; alles wordt op een hoop gegooid, haastig en gejaagd; vanonder zijn blouse komen een verfrommelde krant en lucifers te voorschijn;
in een ommezien laait er een hoog, wapperend vuur op in de weide.
Uit een schuilhoek haalt hij rijshout en stro vandaan; alles wordt op een hoop gegooid, haastig en gejaagd; vanonder zijn blouse komen een verfrommelde krant en lucifers te voorschijn;
in een ommezien laait er een hoog wapperend vuur op in de weide.
Uit een schuilhoek haalt hij rijshout en stro vandaan; alles wordt op een hoop gegooid, haastig en gejaagd; vanonder zijn blouse komen een verfrommelde krant en lucifers te voorschijn;
in een ommezien laait er een hoog wapperend vuur op in de weide.
Uit een schuilhoek haalt hij rijshout en stro vandaan; alles wordt op een hoop gegooid, haastig en gejaagd; vanonder zijn blouse komen een verfrommelde krant en lucifers te voorschijn;
in een ommezien laait er een hoog wapperend vuur op in de weide.
Uit een schuilhoek haalt hij rijshout en stro vandaan; alles wordt op een hoop gegooid, haastig en gejaagd; van onder zijn blouse komen een verfrommelde krant en lucifers te voorschijn;
in een ommezien laait er een hoog wapperend vuur op in de weide. Ik weet niet onder welke raadselachtige drang wij onze handen in elkander
slaan
en om de vlammen draaien in een snelle rondedans.Ik weet niet onder welke raadselachtige drang wij onze handen in elkaar
slaan
en om de vlammen draaien in een wilde rondedans.Ik weet niet onder welke raadselachtige drang wij onze handen in elkander
slaan
en om de vlammen draaien in een wilde rondedans.Ik weet niet onder welke raadselachtige drang wij onze handen in elkander
slaan
en om de vlammen draaien in een rappe rondedans.Ik weet niet onder welke raadselachtige drang wij onze handen in elkander
slaan
en om de vlammen draaien in een rappe rondedans.Ik weet niet onder welke raadselachtige drang wij onze handen in elkander
leggen
en om de vlammen draaien in een rappe rondedans.Ik weet niet onder welke raadselachtige drang wij onze handen in elkander
leggen
en om de vlammen draaien in een rappe rondedans.Ik weet niet onder welke raadselachtige drang wij onze handen in elkaar
leggen
en om de vlammen draaien in een rappe rondedans.Ik weet niet onder welke raadselachtige drang wij onze handen in elkaar
leggen
en rond de vlammen draaien in een rappe rondedans.Ik weet niet onder welke raadselachtige drang wij onze handen in elkaar
leggen
en rond de vlammen draaien in een rappe rondedans.Ik weet niet onder welke raadselachtige drang wij onze handen in elkaar
leggen
en rond de vlammen draaien in een rappe rondedans.Ik weet niet onder welke raadselachtige drang wij onze handen in elkaar
leggen
en rond de vlammen draaien in een rappe rondedans. De meisjes gillen van pret en de gezichten zijn spookachtig door het vuur beschenen,
dat knettert en gensters
spuwt.De meisjes gillen van pret en de gezichten zijn spookachtig beschenen door het vuur, dat knettert en gensters
spuwt.De meisjes gillen van pret en de gezichten zijn spookachtig door het vuur beschenen;
dat knettert en gensters
spuwt.De meisjes gillen van pret en de gezichten zijn spookachtig door het vuur beschenen,
dat knettert en gensters
spuwt.De meisjes gillen van pret en de gezichten zijn spookachtig door het vuur beschenen,
dat knettert en gensters
spuwt.De meisjes gillen van pret en de gezichten zijn spookachtig door het vuur beschenen,
dat knettert en gensters
spuwt.De meisjes gillen van pret en de gezichten zijn spookachtig door het vuur beschenen,
dat knettert en gensters
spuwt.De meisjes gillen van pret en de gezichten zijn spookachtig door het vuur beschenen,
dat knettert en gensters
spuwt.De meisjes gillen van pret en de gezichten zijn spookachtig door het vuur beschenen,
dat knettert en gensters
spuwt.De meisjes gillen van pret en de gezichten zijn spookachtig door het vuur beschenen,
dat knettert en gensters
spuwt.De meisjes gillen van pret en de gezichten zijn spookachtig door het vuur beschenen,
dat knettert en gensters
spuwt.De meisjes gillen van pret en de gezichten zijn spookachtig door het vuur beschenen,
dat knettert en gensters
spuwt. Aloysius heeft zijn komediantenpak uitgetrokken; hij trapt het van zich af en als iemand van ons het krijgen kan schoppen wij het heen en weer, tot het in de vlammen terecht komt.Aloysius heeft zijn komediantenpak uitgetrokken; hij trapt het van zich weg en als iemand van ons het krijgen kan schoppen wij het heen en weer, tot het in de vlammen te recht komt.Aloysius heeft zijn komediantenpak uitgetrokken; hij trapt het van zich af en als iemand van ons het krijgen kan schoppen wij het heen en weer, tot het in de vlammen te recht komt.Aloysius heeft zijn comediantenpak uitgetrokken; hij trapt het van zich af en als iemand van ons het krijgen kan schoppen wij het heen en weer, tot het in de vlammen terecht komt.Aloysius heeft zijn comediantenpak uitgetrokken; hij trapt het van zich af en als iemand van ons het krijgen kan schoppen wij het heen en weer, tot het in de vlammen terecht komt.Aloysius heeft zijn comediantenpak uitgetrokken; hij trapt het van zich af en als iemand van ons het krijgen kan schoppen wij het heen en weer, tot het in de vlammen terecht komt.Aloysius heeft zijn komediantenpak uitgetrokken; hij trapt het van zich af en als iemand van ons het krijgen kan schoppen wij het heen en weer, tot het in de vlammen terecht komt.Aloysius heeft zijn komediantenpak uitgetrokken; hij trapt het van zich af en als iemand van ons het krijgen kan schoppen wij het heen en weer, tot het in de vlammen terecht komt.Aloysius heeft zijn komediantenpak uitgetrokken; hij trapt het van zich af en als iemand van ons het krijgen kan schoppen wij het heen en weer, tot het in de vlammen terecht komt.Aloysius heeft zijn komediantenpak uitgetrokken; hij trapt het van zich af en als iemand van ons het krijgen kan schoppen wij het heen en weer, tot het in de vlammen terecht komt.Aloysius heeft zijn komediantenpak uitgetrokken; hij trapt het van zich af en als iemand van ons het krijgen kan schoppen wij het heen en weer, tot het in de vlammen terecht komt.Aloysius heeft zijn komediantenpak uitgetrokken; hij trapt het van zich af en als iemand van ons het krijgen kan schoppen wij het over en weer, tot het in de vlammen terechtkomt. Al gauw is alles opgebrand, het vuur is gedoofd en er blijft een stinkend walmen hangen in de frissche nacht.Al gauw echter is alles opgebrand, het vuur dooft uit en er blijft nog lang een stinkend smeulen walmen hangen in de frissche nacht.Al gauw is alles opgebrand, het vuur is gedoofd en er blijft een stinkend walmen hangen in de frissche nacht.Al gauw is alles opgebrand, het vuur is gedoofd en er blijft een stinkend walmen hangen in de frissche nacht.Al gauw is alles opgebrand, het vuur is gedoofd en er blijft een stinkend walmen hangen in de frissche nacht.Al gauw is alles opgebrand, het vuur is gedoofd en er blijft een stinkende walm hangen in de frisse nacht.Al gauw is alles opgebrand, het vuur is gedoofd en er blijft een stinkende walm hangen in de frisse nacht.Al gauw is alles opgebrand, het vuur is gedoofd en er blijft een stinkende walm hangen in de frisse nacht.Al gauw is alles opgebrand, het vuur is gedoofd en er blijft een stinkende walm hangen in de frisse nacht.Al gauw is alles opgebrand, het vuur is gedoofd en er blijft een stinkende walm hangen in de frisse nacht.Al gauw is alles opgebrand, het vuur is gedoofd en er blijft een stinkende walm hangen in de frisse nacht.Al gauw is alles opgebrand, het vuur is gedoofd en er blijft een stinkende walm hangen in de frisse nacht. Wij hebben elkaar nog niet losgelaten.Wij hebben elkaar nog niet losgelaten.Wij hebben elkaar nog niet losgelaten.Wij hebben elkaar nog niet losgelaten.Wij hebben elkaar nog niet losgelaten.Wij hebben elkaar nog niet losgelaten.Wij hebben elkaar nog niet losgelaten.Wij hebben elkaars hand nog niet losgelaten.Wij hebben elkaars hand nog niet losgelaten.Wij hebben elkaars hand nog niet losgelaten.Wij hebben elkaars hand nog niet losgelaten.Wij hebben elkaars hand nog niet losgelaten.
Wij blijven dicht bijeen, misschien omdat de eenzaamheid
ons een beetje bang maakt.
We blijven dicht bijeen, misschien omdat de duisternis ons een beetje bang maakt.
Wij blijven dicht bijeen, misschien omdat de eenzaamheid
ons een beetje bang maakt.
Wij blijven dicht bijeen, misschien omdat de eenzaamheid
ons een beetje bang maakt.
Wij blijven dicht bijeen, misschien omdat de eenzaamheid
ons een beetje bang maakt.
Wij blijven dicht bijeen, misschien omdat de eenzaamheid
ons een beetje bang maakt.
Wij blijven dicht bijeen, misschien omdat de eenzaamheid
ons een beetje bang maakt.
Wij blijven dicht bijeen, misschien omdat de eenzaamheid
ons een beetje bang maakt.
Wij blijven dicht bijeen, misschien omdat de eenzaamheid
ons een beetje bang maakt.
Wij blijven dicht bijeen, misschien omdat de eenzaamheid
ons een beetje bang maakt.
Wij blijven dicht bijeen, misschien omdat de eenzaamheid
ons een beetje bang maakt.
We blijven dicht bijeen, misschien omdat de eenzaamheid
ons een beetje bang maakt. Als op afspraak beginnen wij zachtjes te zingen, terwijl we langzaam op maat voortschrijden.Als op afspraak beginnen wij samen zachtjes te zingen, terwijl we langzaam op maat voortschrijden.Als op afspraak beginnen wij zachtjes te zingen, terwijl we langzaam op maat voortschrijden.Als op afspraak beginnen wij zachtjes te zingen, terwijl we langzaam op maat voortschrijden.Als op afspraak beginnen wij zachtjes te zingen, terwijl we langzaam op maat voortschrijden.Als bij afspraak beginnen wij zachtjes te zingen, terwijl we langzaam op maat voortschrijden.Als bij afspraak beginnen wij zachtjes te zingen, terwijl we langzaam op maat voortschrijden.Als bij afspraak beginnen we zachtjes te zingen, terwijl we langzaam in de maat voortschrijden.Als bij afspraak beginnen we zachtjes te zingen, terwijl we langzaam in de maat voortschrijden.Als bij afspraak beginnen we zachtjes te zingen, terwijl we langzaam in de maat voortschrijden.Als bij afspraak beginnen we zachtjes te zingen, terwijl we langzaam in de maat voortschrijden.Als bij afspraak beginnen we zachtjes te zingen, terwijl we langzaam in de maat voortschrijden. Om mijn nek ligt een koude arm geslagen.
Wij gaan op rij.
Wij gaan op rij.
Wij gaan op rij.
Er komen zoekende lippen op mijn hamerende slaap openbloeien.
Kort daarop scheiden wij in stilte.Kort daarop scheiden wij in stilte.Kort daarop scheiden wij in stilte.Kort daarna scheiden wij in stilte.Kort daarna scheiden wij in stilte.Kort daarna scheiden wij in stilte.Kort daarna scheiden wij in stilte.Kort daarna scheiden wij in stilte.Kort daarna scheiden wij in stilte.Kort daarna scheiden wij in stilte.Kort daarna scheiden wij in stilte.Kort daarna scheiden wij in stilte. Nu is alles voorbij. En wanneer zullen wij
elkander wedervinden?
En wanneer zullen wij
elkander wedervinden?
En wanneer zullen wij
elkander wedervinden?
En wanneer zullen wij
elkander wedervinden?
En wanneer zullen wij
elkander wedervinden?
En wanneer zullen wij
elkander wedervinden?
En wanneer zullen wij
elkander wedervinden?
En wanneer zullen wij
elkaar wedervinden?
En wanneer zullen wij
elkaar wedervinden?
En wanneer zullen wij
elkaar wedervinden?
En wanneer zullen wij
elkaar wedervinden?
En wanneer zullen we
malkander wedervinden?













